Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2020
Hierbij ontvangt uw Kamer mijn reactie op het verzoek van uw vaste commissie voor
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 september jl. Uw Kamer vraagt mijn reactie
op de notitie ontvangen van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) over «Inkomsten
en verdienmodel van agrariërs».
Ik wil eerst de NVB danken voor hun bijdrage. Zoals ik al in mijn landbouwvisie «Landbouw,
natuur en voedsel: waardevol en verbonden» (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5) heb gemeld, moet de economische positie van boeren, tuinders en vissers in de keten
zo worden dat zij in de kringlooplandbouw een goed inkomen kunnen verdienen. Om dit
te bereiken is de samenwerking van de hele keten van groot belang, inclusief de financiële
sector. Daarom juich ik ook zeer toe dat de Nederlandse banken bij monde van de NVB
hierover meedenken.
De aanbevelingen die de NVB doet in de notitie, zijn mij niet onbekend. Het stimuleren
van een eerlijke prijs en lastenverdeling door de keten, het stimuleren van ondernemerschap
en kennisontwikkeling en het stimuleren van een gelijk internationaal speelveld zijn
aanbevelingen die ook al zijn gedaan door de taskforce verdienvermogen kringlooplandbouw.
In de agrarische ondernemerschapsagenda die ik eerder heb toegezegd (Kamerstuk 32 670, nr. 196) en binnenkort naar uw Kamer zal sturen, zal ik dan ook uitgebreid ingaan op deze
aanbevelingen. De ondernemerschapsagenda kent de volgende vier pijlers: (i) het stimuleren
van (nieuw) ondernemerschap, (ii) het belonen van publieke diensten, (iii) het versterken
van de marktmacht van agrariërs en (iv) het bevorderen van een gelijker speelveld.
De aanbeveling om ondernemerschap en kennisontwikkeling te stimuleren vallen onder
pijler i, de eerlijke prijs en het stimuleren van een gelijker internationaal speelveld
worden behandeld onder pijler iv.
De ondernemerschapsagenda geeft ook aandacht aan de goede voorbeelden van de keten
zelf. Ik merk hierbij op dat de NVB niet ingaat op de concrete stappen die de banken
zelf kunnen ondernemen. Terwijl er meerdere goede initiatieven van de leden van de
NVB zijn te noemen. Zo heeft Triodos meerdere initiatieven om de verduurzaming in
de landbouwketen te ondersteunen. Daarnaast geeft de Rabobank bijvoorbeeld een rentekorting
aan bedrijven die de goed scoren op de biodiversiteitsmonitor. Initiatieven zoals
deze voorbeelden tonen aan dat de financiële sector een positieve rol wil en kan hebben
bij de verduurzaming van de landbouw.
De NVB spreekt ook zorgen uit over de toekomstige financierbaarheid van de agrarische
sector. De regering probeert dit risico te mitigeren, zoals met het borgstellingkrediet
voor de landbouw. De NVB geeft aan dat nieuwe regelgeving (Basel IV) ertoe zal leiden
dat de kasstroom in de toekomst meer bepalend wordt voor de financieringsruimte. Dit
kan volgens de NVB tot gevolg hebben dat er voor agrarische ondernemers minder investeringsruimte
beschikbaar komt. Voordat ik hier nu op kan ingaan, wil ik hiervoor eerst het gesprek
voeren met mijn collega van Financiën en met de banken zelf, om dit punt verder te
verkennen. Later dit jaar wil ik de Kamer ook nog in algemene zin informeren over
financiering in de agrosector.
Ik blijf dan ook in gesprek met de NVB en met individuele banken over hoe de financierbaarheid
van agrarische ondernemers nu en in de toekomst kan worden geborgd. Tevens bespreek
ik daar hoe de banken hun rol in de transitie naar kringlooplandbouw steeds verder
kunnen uitbouwen. Over de uitkomst van deze gesprekken zal ik natuurlijk uw Kamer
verder blijven informeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten