32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 578 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2023

Het midden- en kleinbedrijf (mkb) is van grote waarde voor de Nederlandse economie en moeten we koesteren. Het mkb is verantwoordelijk voor ruim 70 procent van de werkgelegenheid. Een kansrijk ondernemersklimaat en economische dynamiek zijn van groot belang. Daarbij is een goed werkende financieringsmarkt cruciaal voor mkb’ers om passende financiering te vinden voor groei, vernieuwing en investeringen in transities. De afgelopen jaren heb ik in goed gesprek met uw Kamer verder gebouwd aan een sterke financieringsmarkt voor het mkb.

De strategie die ik hierbij hanteer richt zich op de volgende vijf onderdelen:

1. Een gevarieerd publiek/privaat financieringsaanbod

Het is cruciaal om de markt in zijn kracht te zetten. Daarom zijn financiers, zowel bancaire als non-bancaire, als eerste aan zet. Daar waar belemmeringen zijn, bied ik gerichte ondersteuning voor financiers. Zo zijn via de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) het afgelopen jaar 1.042 kredieten verstrekt met een garantie voor een totaalbedrag van € 326 mln. Het Dutch Alternative Credit Instrument (DACI) stelt financiering beschikbaar voor alternatieve financiers van het mkb. Zo is via een eerste impuls van € 55 mln. aan rijksmiddelen naar schatting € 910 mln. aan financiering voor het mkb beschikbaar gekomen. Qredits begeleidt ondernemers op weg naar financiering en verstrekt microkrediet; de afgelopen twee jaar ruim € 143.8 mln. aan 6.602 ondernemers. Verder heb ik na de positieve evaluatie van de BMKB en Qredits verbeteringen doorgevoerd en een nieuw luik onder de BMKB geopend: de BMKB-groen voor investeringen in verduurzaming.

2. Verbeterde vindbaarheid van financiering

De grote verbeterslag zit in financiering eenvoudiger maken voor de ondernemer. Daarom heb ik de Stichting MKB Financiering (SMF) opdracht gegeven om de vindbaarheid van financiering voor ondernemers te vergroten via de ontwikkeling van een financieringshub. Via de financieringshub vergroot ik de vindbaarheid van financiering en bied ik overzicht van private financiers, adviseurs en ook publieke dienstverlening en financiering; zoals via de Financieringsdesk van de Kamer van Koophandel (KVK) of de Subsidie- en financieringswijzer van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De hub zal een centrale rol vervullen in de doorverwijzing en begeleiding van ondernemers. Zie in de bijlage van deze brief meer hierover.

3. Een geprofessionaliseerde alternatieve financieringsmarkt

Een sterke alternatieve financieringsmarkt, die de afgelopen jaren flink gegroeid is, zorgt voor gezonde concurrentie, vernieuwing en voorziet in de uiteenlopende financieringsbehoeften van het mkb. Alternatieve financiers kunnen, zoals benoemd, gebruik maken van DACI en de BMKB. Daarnaast help ik in samenwerking met SMF de sector professionaliseren via keurmerken, accreditatie1 en door inzicht te bieden in de groei van de markt.

4. Adequate ondersteuning van ondernemers

Aanvullend op de private adviesmarkt voor ondernemers kunnen met name startende en micro-ondernemers via Qredits begeleiding krijgen bij het opstellen van hun ondernemersplan of bij de bedrijfsvoering. Ook partijen zoals de Kamer van Koophandel en het Ondernemersklankbord spelen een rol in de begeleiding van ondernemers. Deze initiatieven zijn of worden financieel ondersteund door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).

5. Verbeterd inzicht in en data over de mkb financieringsmarkt

Inzicht in de markt is van groot belang om ontwikkelingen te duiden en om gepaste oplossingen te bieden voor knelpunten. Daarom geef ik jaarlijks het Centraal Bureau voor de Statistiek opdracht om de Financieringsmonitor uit te brengen, aangevuld door onderzoeken naar specifieke knelpunten. Daarnaast ben ik met het Comité voor Ondernemerschap, de Nederlandsche Bank, de Nederlandse Vereniging van Banken en Stichting MKB Ffinanciering een pilot aan het uitvoeren om de datavoorziening over mkb-financiering te optimaliseren. Hierover leest u in de bijlage van deze brief meer.

Knelpunten en ontwikkelingen

Desondanks krijg ik signalen van ondernemers dat ze moeilijk aan financiering kunnen komen. Ook zie ik dat de financieringsmarkt voor het mkb continu in beweging is. Ten eerste zijn er actuele ontwikkelingen, zoals de gestegen rente en de zorgen over de financiële positie van het mkb. Maar er spelen ook structurele veranderingen in de markt, zoals de groei van alternatieve financiering2.

Daarom heb ik door consultancybureau Oliver Wyman een benchmark laten uitvoeren naar hoe de Nederlandse mkb-financieringsmarkt zich verhoudt tot andere landen. Wat doet Nederland goed doet, en waar is ruimte voor verbetering? De benchmark laat zien dat mijn strategie de juiste is. Zo stel ik vast dat een aantal van de aanbevelingen al in uitvoering zijn en dat dezelfde knelpunten worden geïdentificeerd die ik eerder heb aangekaart. Tegelijkertijd concludeert de benchmark dat het Nederlandse mkb relatief moeilijk aan financiering komt en veelal een hogere rente betaalt dan het mkb in andere landen.3 Daarom zijn aanvullende acties nodig van alle betrokken partijen in het mkb-financieringslandschap.

Plannen komende periode

Mkb-financieringsakkoord

De benchmark en zijn aanbevelingen geven aanleiding om met relevante partijen uit het financieringsecosysteem gezamenlijk volgende stappen te zetten om de toegang tot financiering verder te verbeteren. Ik heb daarom financiers, adviseurs, ondernemersorganisaties, overheden en toezichthouders uitgenodigd om met mij in gesprek te gaan over de benchmark en het mkb-financieringsbeleid. Vanwege het gemeenschappelijk belang bij een optimale financieringsmarkt willen de betrokken partijen komen tot een «mkb-financieringsakkoord». Door middel van dit akkoord sla ik met de sector de handen ineen om het beste mkb-financieringsklimaat van Europa te creeëren. Over dit akkoord zal ik uw Kamer via een volgende mkb-brief informeren.

IBO-bedrijfsfinanciering

Dit najaar zal daarnaast het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) over bedrijfsfinanciering van start gaan. Het huidige financieringsbeleid en instrumentarium is gericht op knelpunten die de toegang tot financiering voor ondernemers belemmeren. Het is opportuun om dit instrumentarium periodiek te evalueren en analyseren op basis van de actuele ontwikkelingen4. Het IBO zal integraal beoordelen of de huidige instrumenten voor bedrijfsfinanciering het mogelijke marktfalen op doeltreffende en doelmatige wijze aanpakt. Over de uikomsten van het IBO zal ik uw Kamer vóór de zomer van 2024 informeren.

Tot slot heeft het constructieve gesprek met uw Kamer ook bijgedragen aan de verbetering van de toegang tot financiering voor ondernemers. In de bijlage van deze brief zal ik ingaan op de toezegging om een update te geven over de nieuwe BMKB-Groen5, het onderzoek naar de financiering van kleine ondernemers en het actieprogramma Passend Financieren6. Ook zal ik ingaan op de moties van de leden Romke de Jong en Aartsen7, van de leden Grinwis en Romke de Jong8 en van het lid Boucke c.s.9 over de BMKB-Groen en de verkenning naar een duurzaamheidslening voor het mkb.

Met deze brief beschouw ik genoemde moties en toezeggingen als afgedaan. Tevens is deze Kamerbrief de eerste van de toegezegde halfjaarlijkse voortgangsbrief over mkb-financiering aan de Kamer10.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

BIJLAGE

Benchmark mkb-financiering

Het doel van deze benchmark is om te begrijpen waar Nederland het goed doet wat betreft mkb-financiering en waar ruimte voor verbetering zit. Deze benchmark, uitgevoerd door consultancybureau Oliver Wyman, is aanvullend op de andere rapportages en onderzoeken die ik laat uitvoeren, zoals de jaarlijkse Financieringsmonitor van het CBS. De benchmark definieert indicatoren voor een goed werkende mkb-financieringsmarkt, waarbij deze markt is afgebakend tot financiering met vreemd vermogen voor het brede mkb. Eerder dit jaar heb ik een strategie op durfkapitaal voor start- en scale-ups met uw Kamer gedeeld11. De bevindingen van de benchmark vat ik hieronder kort samen.

Per indicator wordt Nederland gescoord ten opzichte van «peer» landen (België, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden). De vragen zijn hoe Nederland presteert, hoe dat komt en wat er te leren is van andere landen. De benchmark hanteert vier dimensies:

1. Mkb

• Het Nederlandse mkb heeft een aandeel van 62% in de toegevoegde waarde van de economie.

• Dat is een aanzienlijk hoger percentage dan in peer-landen.

• De sterke economische output en groei van het mkb staat tegenover een lage schuld.

• Volgens de onderzoekers kan dit investerings- en groeipotentieel voor het mkb betekenen1.

2. Oriëntatie

• Het percentage mkb’ers, specifiek het kleinbedrijf, dat ontmoedigd raakt en afhaakt tijdens het financieringsproces ligt hoger dan op Europees niveau.

• Dit komt doordat veel kleine mkb’ers beperkte financiele kennis hebben, er veel (nieuwe) aanbieders van financiering zijn en ondersteuning gefragmenteerd is

• Banken, doorgaans het eerste oriëntatiepunt, ondersteunen in NL (maar ook internationaal) minder vanuit het fysieke bank filiaal en steeds meer online (self-service of advies per video)

• De markt van intermediairs helpt het mkb met het vinden van de beste financiering. De markt is groeiende, maar nog niet zo volwassen als bijvoorbeeld de intermediairmarkt voor hypotheken.

   

3. Bancaire financiering

• Banken proberen het klein mkb-segment zo goed mogelijk te bedienen. Dit is echter niet zonder uitdagingen.

• Europese regelgeving m.b.t. het bepalen van kredietwaardigheid (EBA LOM) en zorgplicht, (KYC/AML, kapitaaleisen) hebben de financieringsruimte van banken verkleind en de kosten verhoogd voor kleine leningen.

• Door leningprocessen te digitaliseren, proberen banken de klantervaring en winstgevendheid te verbeteren

• Snelheid van het bancaire financieringsproces en de bancaire afwijzingspercentages steken af tegen het Europese gemiddelde. Data hierover zijn echter niet altijd eenduidig en geven reden tot nader onderzoek.

4. Alternatieve (non-bancaire) financiering

• Het Nederlandse mkb richt zich vaker tot non-bancaire financiers. Het aandeel non-bancaire financiering in de totale markt tot 1M is gegroeid tot 27%. Voor nieuwe kredieten <€ 250K is dat al 45%.

• De non-bancaire financiers zijn gegroeid door productinnovatie, snelle verwerking en hogere risicobereidheid (deels omdat zij minder onder EU-regelgeving vallen) – hier staan wel hogere, niet altijd transparante, tarieven tegenover.

• De onderzoekers wijzen erop dat de beschikbaarheid van kapitaal een uitdaging wordt voor alternatieve financiers en dat regulering en transparantie van belang is voor gezonde kreditering aan het mkb.

X Noot
1

Er kunnen echter ook andere verklaringen zijn, zoals een genegenheid om met eigen vermogen te groeien/investeren.

Vervolgens worden, geïnspireerd door voorbeelden uit het buitenland, een aantal aanbevelingen gedaan:

Oriëntatie.

1. Versimpel overheidssteun via een «one-stop-shop» of aggregator.

2. Stimuleer en reguleer (bijv. via gedragscodes) de markt voor mkb- financieringsadviseurs en ondersteun daarbij de toegang voor kleine mkb’ers.

3. Stimuleer banken om afgewezen mkb’ers door te verwijzen naar de juiste (non-bancaire) financiers.

4. Verbeter de data over bancaire en non-bancaire mkb financiering.

5. Faciliteer analyse tools voor het mkb (bijv. voor verduurzaming/digitalisering).

6. Monitor het onbediende investeringspotentieel van mkb’ers en de behoefte aan (nieuwe vormen) van financiering.

Bancaire financiering.

7. Zet de ingezette BMKB-verbeteringen door en/of verken een nieuw breder garantie-instrument (digitaal, gemakkelijk te implementeren).

8. Stimuleer/standardiseer het gebruik van open-data (jaarcijfers, duurzaamheidsdata, brondata) zodat risico’s beter kunnen worden ingeschat door financiers.

9. Reduceer bancaire kosten uit hoofde van regelgeving (m.b.t. KYC/EBA LOM).

Alternatieve financiering.

10. Stimuleer funding voor en regulering van de alternatieve financieringsmarkt.

Het onderzoek wijst uit dat we met mijn huidige strategie op het goede spoor zitten. Zo stel ik vast dat een aantal van de aanbevelingen al in uitvoering zijn (2, 4, 5, 6, 7 en 10) en dat dezelfde knelpunten worden geïdentificeerd die ik eerder heb aangekaart.

Financieringshub

Zoals aan uw Kamer toegezegd geef ik hierbij een update over het actieplan voor de financieringshub. Laat ik beginnen met een schets van hoe ik de financieringshub in de toekomst voor mij zie.

Iedere ondernemer moet snel en gemakkelijk overzicht hebben welke financieringsmogelijkheden er zijn en welke passend zijn voor hem of haar. De hub is een middel om dat te realiseren. Ondernemers vinden hier een overzicht van financiering, financieringsvormen én financieringsadviseurs. De hub gaat daarbij verder dan overzicht bieden. De hub zal actief doorverwijzen en begeleiden richting financieringsoplossingen. Hiervoor bestaan al publieke voorzieningen zoals de KVK Financieringsdesk of de Subsidie- en financieringswijzer van de RVO. Ook zijn er private financieringsadviseurs die ondernemers helpen met hun financieringsbehoefte. De financieringshub zal slim gebruik maken van dit bestaande ondersteuningsaanbod en de ondernemer hier op de juiste manier mee verbinden.

Verder laat ik mij inspireren door hoe de British Business Bank in het Verenigd Koninkrijk ondernemers helpt in de zoektocht naar financiering. Afgewezen ondernemers worden in dit stelsel doorverwezen naar een van de door de British Business Bank aangewezen «designated platforms». Daar worden alternatieve financieringsopties aan de ondernemer aangereikt. De analogie met de «designated platforms» van de Nederlandse financieringshub is dat deze doorverwijst naar door de sector geaccrediteerde («designated») financiers en financieringsadviseurs. Deze scharen zich achter erkende gedragscodes. Daarmee kan een ondernemer uitgaan van betrouwbaarheid. De doorverwijzing zal waar mogelijk direct richting financiers en financieringsvormen zijn. Als dit te complex is, zal een financieringsadviseur aan bod komen.

Niet alleen ondernemers zullen gebaat zijn bij de hub. Ook andere partijen die een belangrijke rol spelen in het financieringsproces van een ondernemer, denk aan administratiekantoren en accountants, kunnen met behulp van de financieringshub in nog betere dienstverlening voorzien.

et is niet de bedoeling dat de hub een nieuw overheidsloket wordt. Het gaat hier om een publiek-private samenwerking die dient als hét centrale punt voor de zoektocht naar passende financiering. Centrale positionering van de hub via uniforme doorverwijzing door alle partijen is cruciaal voor het slagen van de financieringshub. Om deze doorverwijzing te realiseren moeten alle samenwerkingspartners vertrouwen hebben in de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de financieringshub, mede vanuit hun zorgplicht richting de ondernemer. Daarom heb ik sinds aankondiging van de financieringshub – met als startpunt het platform Passend Financieren van SMF – de samenwerking met SMF, KVK, RVO en de Nederlandse vereniging van banken geïntensiveerd met als doel dit concept verder uit te werken.

Allereerst wordt via verschillende werkgroepen – aangestuurd door een stuurgroep bestaande uit EZK (voorzitter), KVK, RVO, SMF en NVB – verdere invulling gegeven aan de reikwijdte, het bedieningsmodel, de doorverwijzing en de risico’s van de financieringshub. Verder wordt getest op welke wijze bestaande dienstverlening, zoals de Subsidie- en financieringswijzer van de RVO, op de doorverwijstool van de hub kan worden aangesloten. In deze financieringswijzer van RVO zijn ook regelingen opgenomen die gericht zijn op zowel de nationale als de internationale activiteiten van bedrijven. Bij het laatste betreft het regelingen van Invest International en Atradius Dutch State Business. Ondernemers zijn via het EZK-ondernemerspanel geraadpleegd over welke functionaliteiten zij graag terug zouden zien op de financieringshub (denk bijvoorbeeld aan hulp bij verbetering van een afgewezen, onvoldoende onderbouwde financieringsaanvraag). Daarnaast zijn financieringsadviseurs en accountants aangesloten op de vormgeving van de financieringshub. Zij hebben een belangrijke rol bij het ondersteunen van de ondernemer met een financieringsbehoefte en zien voor zichzelf een toegevoegde waarde in het gebruik van de financieringshub.

Dit alles maakt de gesprekken over de financieringshub en de intensivering van de publiek-private samenwerking op dit moment van groot belang. Ik zal uw Kamer bij de volgende halfjaarlijkse voortgangsbrief verder informeren over de voortgang van de financieringshub.

Verbeterde datavoorziening over mkb-financieringsmarkt

Eerder gaf ik aan de datavoorziening over de mkb-financieringsmarkt te zullen verbeteren. Data zijn immers van groot belang om knelpunten te kunnen duiden en gerichte oplossingen te kunnen formuleren. Dat doe ik samen met het Nederlands Comité voor Ondernemerschap, de Nederlandsche Bank, de Nederlandse Vereniging van Banken en de Stichting MKB-financiering. Onze verkenning wijst uit dat de data over mkb financiering moet worden verbeterd12. Zowel de data over bancaire kredietverlening, verzameld door de Nederlandsche Bank, als de data over alternatieve financiers, verzameld door SMF, zijn niet volledig. Ook zijn door definitieverschillen de data niet vergelijkbaar.

Daarom ben ik gestart met een eenmalige en geüniformiseerde data-uitvraag bij zowel bancaire als niet-bancaire financiers. Het streven is om deelname aan deze uitvraag zo breed en compleet mogelijk te maken. Deze «pilot»-rapportage zal uitwijzen of een werkbare methodologie hanteerbaar is waarmee zowel bancaire als non-bancaire financieringsdata kunnen worden vergeleken en geanalyseerd. Vervolgens moet worden bepaald of deze extra inzet van partijen zich ook vertaalt in bruikbare en beleidsrelevante data en inzichten.

De planning is om, na verdere afstemming over de methodologie, met deze eerste uitvraag te starten aan het einde van dit jaar en om in de eerste helft van het volgende jaar de analyse op te leveren. Over deze pilot zal ik rapporteren in de halfjaarlijkse voortgangsbrief over mkb-financiering. Op basis van de bevindingen van deze pilot zal het gesprek worden gevoerd over de toegevoegde waarde van een geïnstitionaliseerde vorm van zo’n rapportage.

Alternatieve mkb-financiering

Om de ontwikkelingen in de alternatieve financieringsmarkt te volgen heb ik onlangs met zeventien non-bancaire financiers gesproken. Hierbij informeer ik uw Kamer over de opbrengst van deze consultatieronde.

Naar verwachting blijft de non-bancaire financieringsmarkt groeien. Ook kent dit marktsegment veel innovatie. Een goed voorbeeld hiervan is «embedded finance», waarbij het beschikbaar stellen van financiering wordt gekoppeld aan andere producten of dienstverlening aan ondernemers, zoals betaaldiensten. In dit laatste geval wordt op basis van betaaldata de ondernemer een oplossing geboden voor liquiditeitstekorten, met snelle aanvraagprocedures en flexibele aflossingsmogelijkheden. Daarnaast worden digitale oplossingen ontwikkeld om informatie-assymetrie in de kredietbeoordeling te verkleinen of transactiekosten uit hoofde van wet- en regelgeving te minimaliseren. Deze technologisch en datagedreven innovaties kunnen impact hebben op het mkb- financieringslandschap. Daarom blijf ik deze ontwikkelingen volgen en blijf ik in gesprek met aanbieders van dergelijke oplossingen.

De non-bancaire markt blijft zich daarnaast professionaliseren. De Stichting MKB Financiering stimuleert daartoe zelfregulering van de sector en daarmee bescherming van het mkb. Deze zomer introduceerde SMF, in samenwerking met verstrekkers van kortlopende kredieten en het kabinet, de nieuwe Gedragscode Kortzakelijk Krediet13. Ook loopt Nederland voorop in het aantal Europese crowdfundingvergunningen. Deze zijn vanaf november 2023 in de hele EU verplicht en beschermen particuliere beleggers. De vergunningsplicht stimuleert gezonde marktconsolidatie: kleinere platformen zullen stoppen of fuseren waardoor een aantal professionele aanbieders het merendeel van de Nederlandse markt zal bedienen.

Non-bancaire financiers lopen echter ook tegen obstakels aan. Zo maakt de stijgende rente het lastiger om voldoende funding aan te trekken. Daarom speelt de vraag of het bestaande overheidsinstrumentarium goed aansluit op de non-bancaire markt, in het bijzonder DACI. Het Dutch Alternative Credit Instrument (DACI) is opgericht om de funding van alternatieve financiers, die op hun beurt financiering aan het kleine mkb verstrekken, te verbeteren. Het instrument is in beheer van het Europese Investeringsfonds (EIF) en stelt minimaal € 200 mln. beschikbaar om het landschap van non-bancaire financiers te verbreden en het uitgezette financieringsvolume te vergroten. InvestNL en EZK hebben gezamenlijk € 100 mln. bijgedragen, wat EIF met minimaal € 100 mln. matcht.

Tot op heden is € 55 mln. van de door de Nederlandse Staat (EZK en Invest-NL) beschikbaar gestelde middelen gecommitteerd. Inclusief de bijdrage van EIF komt dit neer op een bijdrage van € 190 mln. aan vijf fondsen met een totaal fondsvermogen van € 910 mln. Punt van aandacht voor wat betreft DACI is de benodigde (private) cofinanciering van fondsen. Dit blijkt in de praktijk weerbarstig, omdat (institutionele) financiers met afgebakende mandaten werken terwijl de alternatieve financiers meer flexibiliteit zoeken. Dat maakt het voor alternatieve financiers lastig om voldoende private cofinanciering aan te trekken. EIF, de fondsmanager van DACI, gaat er alsnog vanuit dat het programma volledig benut zal worden binnen haar mandaat. Ik zal tegen de tijd dat DACI ten einde loopt een aantal leerpunten opstellen.

Tot slot. Een deel van de crowdfunding-platforms heeft opnieuw aangegegeven onvoldoende aansluiting te vinden binnen de huidige opzet van de BMKB14. Eerder werd al geconcludeerd dat voor het merendeel van de crowdfunding-platforms de BMKB onvoldoende aansluit bij hun bedrijfsmodel, ondanks dat de BMKB sinds 2017 permanent openstaat voor non-bancaire financiers. Omdat de markt inmiddels verder is ontwikkeld, heb ik uitgebreider onderzoek gedaan naar de wijze waarop crowdfunding-platforms alsnog gebruik kunnen maken van de BMKB. De eerste resultaten van dit onderzoek zijn positief. Over de mogelijkheden van benutting van de BMKB door crowdfunding-platforms, zal ik uw Kamer in de aankomende voortgangsbrief over mkb financiering informeren.

Duurzame mkb-financiering

Zoals eerder toegelicht in de Kamerbrief over verduurzaming van het mkb15 wordt bij het versnellen van verduurzaming gebruik gemaakt van een brede mix aan programma’s en regelingen. Sinds kort is daar ook de BMKB-Groen aan toegevoegd. Voor de BMKB-Groen heb ik, naar aanleiding van twee moties16, 17, onderzocht in hoeverre deze garantie voldoende stimulerend werkt voor investeringen in verduurzaming van het micro- en kleinbedrijf en voor kleinere investeringsbedragen. De motie van de leden Grinwis en Romke de Jong18 verzocht de regering hierover duidelijkheid te verschaffen en om anders te kijken naar een aanvullend instrument of verbreding van de regeling.

Onder de BMKB-Groen is in het afgelopen halfjaar voor ruim € 10 mln. aan leningen verstrekt. Uit de eerste resultaten blijkt dat het instrument nog beperkt wordt ingezet door financiers en amper voor kleine kredieten

(<€ 250.000). De banken hebben deze eerste periode van de BMKB-Groen geëvalueerd en dragen verschillende redenen aan voor de beperkte inzet. Allereerst beschouwen zij dit eerste jaar als een pilot-jaar waarin een gewenningsperiode geldt en de regeling onderdeel moet worden van de advisering door relatiemanagers. Ten tweede maken ondernemers een afweging van kosten en baten bij verduurzaming, waarbij de hoogte van de rente, die is gestegen, een factor van belang is. Ten derde worden verduurzamingsinvesteringen vaak meegefinancierd in een grotere lening en geven de banken daarbij soms de voorkeur aan een ander instrument19. Daardoor wordt de BMKB-Groen niet standaard ingezet.

Ik heb de BMKB, inclusief het groene luik, recent met vier jaar verlengd tot 1 juli 2027. Dat geeft financiers de ruimte om het instrument beter in hun processen op te nemen. De BMKB-Groen is al een gunstigere variant van de reguliere BMKB. Er geldt immers een hoger garantiepercentage en een lagere provisie. Daarom zal ik deze nu niet verder versoepelen. Wél kies ik ervoor om de gehele BMKB (inclusief groen luik) in de uitvoering te vergemakkelijken, met aandacht voor kleine kredieten, conform de gevraagde verbreding van de regeling. Daarnaast onderzoek ik, op verzoek van de motie van de leden Romke de Jong en Aartsen20, hoe duurzaamheidsleningen voor kleine ondernemers beschikbaar te maken (aanvullend instrumentarium).

1) BMKB (inclusief groen luik)

Bij de BMKB is de uitvoering versoepeld bij kredieten tot € 250.000 om beter aansluiting te vinden bij het kleine mkb. Zo kunnen financiers volledig afgaan op historische cijfers, is minder toelichting en bewijslast van de ondernemer nodig en kan de financier voor het financieringsdoel afgaan op een verklaring van de ondernemer. Daarnaast wordt, zoals eerder toegelicht, verkend hoe de BMKB toepasbaarder te maken voor crowdfunding-platforms. Zo wordt het instrument breder ingezet, ook voor kleinere kredieten.

2) Duurzaamheidsleningen

In de voorjaarsnota is binnen het klimaatfonds € 150 mln. gereserveerd om het mkb te ondersteunen in financieringsbehoeften vanwege de aangescherpte energiebesparingsplicht. Conform de motie van het lid Boucke c.s.21 onderzoek ik hoe deze € 150 mln. ook ingezet kan worden om duurzaamheidsleningen tegen een lage rente voor kleine ondernemers beschikbaar te maken22. Definitieve besluitvorming over deze middelen moet nog plaatsvinden, maar ik kan mededelen dat in het onderzoek naar de vormgeving van het instrument ook kleine, minder energie-intensieve mkb-bedrijven die energiebesparende maatregelen willen uitvoeren worden meegenomen.


X Noot
1

Bijvoorbeeld via de Gedragscode Kort Zakelijk Krediet van de Stichting MKB Financiering. Te vinden op: https://www.stichtingmkbfinanciering.nl/betere-bescherming-ondernemers-bij-kortlopende-leningen-kort-zakelijk-krediet-financiers-stellen-gedragscode-in/

X Noot
2

Stichting MKB Financiering – Onderzoek non-bancaire financiering 2022.

X Noot
3

In de bijlage van deze brief zal ik nader toelichting geven op de benchmark.

X Noot
4

De vorige integrale evaluatie was in 2019, uitgevoerd door Dialogic («onderzoek beleidsaanpak mkb-financieringsmarkt»)

X Noot
5

Toegezegd op 19-04-2023 tijdens het commissiedebat over ondernemen en bedrijfsfinanciering (Kamerstukken 32 637 en 35 420, nr. 566)

X Noot
6

Toegezegd op 19-03-2023 tijdens het commissiedebat over ondernemen en bedrijfsfinanciering (Kamerstukken 32 637 en 35 420, nr. 566)

X Noot
7

Kamerstuk 32 637, nr. 574

X Noot
8

Kamerstuk 32 200 XIII, nr. 64

X Noot
9

Kamerstuk 36 200, nr. 157

X Noot
10

Toegezegd op 19-04-2023 tijdens het commissiedebat over ondernemen en bedrijfsfinanciering (Kamerstukken 32 637 en 35 420, nr. 566)

X Noot
11

Kamerstukken 32 637 en 33 009, nr. 567

X Noot
12

Zoals ook eerder gebleken uit de «Quickscan mkb-financiering – een inventarisatie van data en kennis omtrent mkb krediet» door SEO, 2023

X Noot
14

Via de BMKB krijgen financiers een gedeeltelijke staatsgarantie op leningen aan ondernemers met te weinig zekerheden, wat de financierbaarheid voor dit type ondernemers vergroot.

X Noot
15

Kamerstukken 32 637 en 32 813, nr. 562

X Noot
16

Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 64

X Noot
17

Kamerstuk 36 200, nr. 157

X Noot
18

Idem 12

X Noot
19

Banken hebben naast de BMKB-Groen nog vele andere financieringsinstrumenten die toezien op verduurzaming van het mkb. Zo stimuleren de groenbanken (ABN AMRO, ASN, ING, Rabobank, Triodos) projecten via de Regeling Groenprojecten, werken de banken samen met de Europese investeringsbank om gunstige leningen voor duurzame ondernemers te verstrekken en zijn ze actief via eigen sustainable investeringsfondsen waar ook risicokapitaal door wordt verstrekt.

X Noot
20

Kamerstuk 32 637, nr 574

X Noot
21

Kamerstuk 36 200, nr. 157

X Noot
22

Kleine ondernemers vallen doorgaans namelijk niet onder de energiebesparingsplicht.

Naar boven