Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2018
Hierbij bieden wij u aan het Nationaal Techniekpact: Focus en versnellen met daarin
de inzet 2018–2020, alsmede de highlights 2018 van de jaarlijkse Monitor Techniekpact
en de rapportage Nationaal Techniekpact 2020: de tussenstand in 20181.
De afgelopen maanden hebben alle partners van het Techniekpact, vertegenwoordigd in
de Landelijke Regiegroep Techniekpact, hun inzet voor de komende jaren bepaald op
een aantal urgente thema’s. Thema’s waarop we met elkaar het verschil kunnen en moeten
maken om de nijpende tekorten aan technici op de arbeidsmarkt aan te pakken. Met deze
vernieuwde inzet voor het Techniekpact brengen we focus en richting aan, zodat we
met een collectieve inspanning versneld resultaten kunnen boeken.
In de Monitor vindt u de landelijke facts & figures, met indicatoren op het terrein
van (technisch) onderwijs en arbeidsmarkt2. De Voortgangsrapportage beschrijft de opbrengsten en voortgang op de lopende acties
uit het Techniekpact, onderbouwd door de cijfers uit de monitor en praktijkvoorbeelden.
De Monitor en de Voortgangsrapportage laten zien dat de aanpak van het Techniekpact
goede resultaten oplevert. De algehele trend is bemoedigend, maar ook blijkt dat inzet
van het Techniekpact nodig blijft. Technologie is overal. Zowel in de persoonlijke
levenssfeer als in de maatschappelijke omgeving heeft iedereen ermee te maken en het
speelt dan ook een belangrijke rol in de Nederlandse economie. De vraag naar kennis
over en vaardigheden voor toepassing van technologie neemt de komende jaren dus alleen
maar toe.
Daarom zijn we verheugd dat de betrokken partners wederom hun inzet voor het Techniekpact
hebben bekrachtigd. De unieke samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen
en overheden, en de blijvende inzet in het Techniekpact, is van groot belang om voorbereid
te zijn op de uitdagingen van de toekomst.
Tot slot voldoen wij met deze brief aan twee verzoeken gedaan vanuit uw Kamer:
-
• De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat antwoord op de verzoeken van
het lid Moorlag gesteld aan de Minister van van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk
31 524, nr. 373).
-
• De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gaat in bijlage 5 in op de vraag
van het lid El Yassini, gesteld tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 5 juni jl.,
over het bericht in het NRC van 1 juni 2018 over «uitsluiting van mbo-ers omdat zij
meisje of vrouw zijn, of een andere afkomst hebben» (Kamerstuk 32 637, nr. 321).
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob