32 600 Regels inzake de normering van bezoldigingen van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector)

Nr. 40 DERDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 34

Ontvangen 5 december 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 1.6 wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3a. Voor zover partijen een winstdeling, bonus of andere vorm van variabele beloning overeenkomen, is deze overeenkomst nietig, tenzij die overeenkomst betrekking heeft op uitzonderingen krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 2,8a of artikel 3.5a. De betaling van een winstdeling, bonus of andere vorm van variabele beloning is nietig, tenzij die betaling betrekking heeft op bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde uitzonderingen.

II

Na artikel 2.8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.8a

Partijen komen geen winstdelingen, bonusbetalingen of andere vormen van variabele beloning overeen, tenzij die overeenkomst betrekking heeft op bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde uitzonderingen.

III

Na artikel 3.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.5a

Partijen komen geen winstdelingen, bonusbetalingen of andere vormen van variabele beloning overeen, tenzij die overeenkomst betrekking heeft op bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde uitzonderingen.

IV

In artikel 7.3 wordt na het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 5a. In afwijking van artikel 2.8a of artikel 3.5a is een winstdeling of bonusbetaling die tussen partijen is overeengekomen voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, dan wel voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wijziging van de bijlage bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel c of d, of artikel 1.4, eerste lid, waardoor deze wet van toepassing is geworden op de betreffende rechtspersoon of instelling, toegestaan voor ten hoogste vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet.

Toelichting

Voor bestuurders in de semipublieke sector dient volledig te worden afgezien van alle vormen van prestatiebeloningen (bonussen). Bestuurders die werken voor de publieke zaak behoeven niet financieel geprikkeld te worden om hun best te doen voor een zo goed mogelijke (semi-)publieke dienstverlening. Dit amendement regelt dat prestatiebeloningen (bonussen) geen onderdeel mogen uitmaken van de bezoldiging van functionarissen die onder de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector vallen. Bij AMvB zullen regels worden gesteld in welke gevallen uitzonderingen mogelijk zijn. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij gratificaties die niet direct gerelateerd zijn aan de prestaties die een bestuurder uit hoofde van zijn functie levert zoals in het geval van een ambtsjubileum, mobiliteitstoeslag of bindingspremie. Hoewel met deze uitzonderingen niet een limitatieve opsomming van dergelijke gratificaties bevatten, beoogt de indiener van dit amendement dat er uiterst restrictief met dergelijke uitzonderingen op afzien van prestatiebeloningen wordt omgegaan.

Aangezien de term «winstdelingen en bonussen» is ontleend aan artikel 383c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en als zodanig is opgenomen in de definitie van beloning in artikel 1, onderdeel f, van het wetsvoorstel, worden de bonussen die op grond van de AmvB zijn toegestaan, meegeteld bij het vaststellen de hoogte van de beloning. De beloning is weer het voornaamste deel van de bezoldiging, zodat de bonussen die op grond van de AmvB zijn toegestaan, ook mee tellen bij toetsing aan het bezoldigingsmaximum, de toepasselijke sectornorm, het eventuele verlaagde plafond of de voor een bepaalde klasse geldende norm.

Heijnen

Naar boven