Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32587 nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32587 nr. A |
28 april 2011
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bestrijding van diplomafraude en vermindering van administratieve lasten van onderwijsinstellingen en burgers wenselijk is om een diplomaregister in te richten en daarmee zekerheid te verschaffen over het al dan niet bezitten van een getuigschrift hoger onderwijs of een diploma beroepsonderwijs, voortgezet (algemeen volwassenen)onderwijs, Nederlands als tweede taal of inburgering; dat daartoe onder meer de Wet op het onderwijstoezicht dient te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het onderwijstoezicht wordt gewijzigd als volgt.
A
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel n door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidend:
o. persoonsgebonden nummer: burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer of, bij ontbreken daarvan, door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer.
B
Artikel 24a, onderdeel c, vervalt, onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c.
C
Na hoofdstuk 6A wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidend:
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
diplomaregister, bedoeld in artikel 24m;
gegevens, bedoeld in artikel 24o;
degene op wie een diplomagegeven betrekking heeft;
derde als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Wet bescherming persoonsgegevens;
een getuigschrift, diploma, cijferlijst of certificaat als bedoeld in artikel 24n;
College voor examens, genoemd in artikel 2 van de Wet College voor examens, of één van diens rechtsvoorgangers, genoemd in artikel 12 van die wet, op het gebied van staatsexamens;
1° het examen, bedoeld in artikel 7.10a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en het examen van een opleiding van de Open Universiteit, voor zover dit examen door die wet daarmee gelijk wordt gesteld,
2° het examen, bedoeld in artikel 7.10b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
1. Er is een diplomaregister hoger onderwijs, beroepsonderwijs, voortgezet (algemeen volwassenen)onderwijs, inburgering en Nederlands als tweede taal, dat ten doel heeft diplomagegevens te verstrekken aan:
a. de betrokkene;
b. de instelling of school, bedoeld in artikel 24n, of de school of afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs, waarbij de betrokkene is ingeschreven of minder dan vijf jaar voor de gegevensverstrekking was ingeschreven;
c. de instelling of school, bedoeld in artikel 24n, of het College voor examens, waarbij de betrokkene minder dan vijf jaar voor de gegevensverstrekking een waardedocument heeft behaald;
d. een instelling of school als bedoeld in artikel 24n, of het College voor examens, voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de aanmelding, inschrijving of examinering van de betrokkene;
e. overheidsinstanties, voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van hun publieke taak;
f. overige derden.
2. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in dit hoofdstuk is Onze Minister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Behoudens artikel 24r omvat het diplomaregister gegevens over:
a. getuigschriften van met goed gevolg afgelegde propedeutische examens van uit ’s Rijks kas bekostigde opleidingen hoger beroepsonderwijs en met goed gevolg afgelegde afsluitende examens van uit ’s Rijks kas bekostigde opleidingen hoger onderwijs, met uitzondering van de programma’s, bedoeld in artikel 7.8a, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, die op of na 1 januari 1996 zijn afgegeven door instellingen als bedoeld in de onderdelen a, b, c en g van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
b. diploma’s van uit ’s Rijks kas bekostigde beroepsopleidingen die op of na 1 januari 2007 zijn afgegeven door instellingen als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
c. diploma’s, cijferlijsten en certificaten van opleidingen als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs die op of na 1 januari 2007 zijn afgegeven door instellingen als bedoeld in artikel 1.3.1, derde lid, van die wet;
d. diploma’s van staatsexamens als bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs die op of na 1 januari 2011 zijn afgegeven door het College voor examens;
e. diploma’s voor het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering die op of na 1 januari 2007 zijn afgegeven;
f. diploma’s en cijferlijsten van onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs die op of na 1 januari 2006 zijn afgegeven door scholen als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van die wet aan leerlingen die aan de desbetreffende school zijn ingeschreven;
g. diploma’s en cijferlijsten van onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs die op of na een bij koninklijk besluit te bepalen datum zijn afgegeven door scholen als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van die wet aan leerlingen die zijn ingeschreven aan een school of afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs;
h. diploma’s, cijferlijsten en certificaten van staatsexamens als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs die op of na 1 januari 2011 zijn afgegeven door het College voor examens;
i. getuigschriften van met goed gevolg afgelegde afsluitende examens van de uit ’s Rijks kas bekostigde programma’s, bedoeld in artikel 7.8a, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek die op of na 1 januari 2007 zijn afgegeven door instellingen als bedoeld in de onderdelen a, b, c en g, van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
j. getuigschriften van met goed gevolg afgelegde afsluitende examens van uit ’s Rijks kas bekostigde opleidingen hoger onderwijs die op of na een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip zijn afgegeven door de instelling, bedoeld in onderdeel h van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
k. getuigschriften van met goed gevolg afgelegde afsluitende examens van uit ’s Rijks kas bekostigde opleidingen hoger onderwijs die op of na een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip zijn afgegeven door instellingen als bedoeld in onderdeel i van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
1. Het diplomaregister bevat voor alle daarin opgenomen waardedocumenten gegevens over:
a. het persoonsgebonden nummer, de geslachtsnaam, de voornamen, het geslacht en de geboortedatum van betrokkene zoals opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens of, bij het ontbreken daarvan, zoals opgegeven door de organisatie die het waardedocument heeft uitgereikt;
b. het soort waardedocument alsmede de naam van de organisatie die dit heeft uitgereikt.
2. Het diplomaregister bevat voorts gegevens over:
a. in geval van een getuigschrift van een opleiding of programma, opgenomen in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: de desbetreffende opleiding en het jaar, de maand en de aard van het examen;
b. in geval van een diploma van een opleiding, opgenomen in het Centraal register beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 6.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs: de kwalificatie en de gegevens, bedoeld in artikel 2.5.5a, tweede lid, onder h, van die wet;
c. in geval van een diploma, cijferlijst of certificaat van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, afgegeven door een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van die wet: de gegevens, bedoeld in artikel 2.3.6a, tweede lid, onder f en g, van die wet;
d. in geval van een diploma voor een staatsexamen als bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, afgegeven door het College voor examens: het behaalde diploma, het programma en de datum waarop het diploma is behaald;
e. in geval van een diploma voor het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering: het behaalde diploma, het niveau, het profiel en de datum waarop het diploma is behaald.
f. in geval van een diploma of cijferlijst van onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs, afgegeven door een school als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van die wet: de gegevens, bedoeld in artikel 103b, tweede lid, onder c, d, f en g, van die wet;
g. in geval van een diploma, cijferlijst of certificaat voor een staatsexamen als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, afgegeven door het College voor examens: de vakken waarin examen is afgelegd, de cijfers van het college-examen, het vak of de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft, de beoordeling van het sectorwerkstuk, alsmede het thema van het sectorwerkstuk, de cijfers van het centraal examen, de eindcijfers en de uitslag van het staatsexamen.
1. Indien een of meer van de gegevens in het diplomaregister afwijken van de gegevens in het originele waardedocument, kan de betrokkene Onze Minister elektronisch verzoeken eerstgenoemde gegevens te verbeteren. Onze Minister verzoekt de organisatie die het document heeft uitgereikt om hem elektronisch de juiste gegevens te verstrekken. Indien de organisatie constateert dat een of meer gegevens van de betrokkene in het diplomaregister niet overeenkomen met de gegevens waarover zij beschikt, verzoekt zij Onze Minister om deze gegevens te verbeteren.
2. Indien de organisatie die het document heeft uitgereikt, constateert dat de gegevens van de betrokkene in het diplomaregister overeenkomen met de gegevens waarover zij beschikt of indien zij niet meer over de diplomagegevens van betrokkene beschikt, deelt zij dit elektronisch mee aan Onze Minister en deelt Onze Minister dit elektronisch mee aan de betrokkene. Indien de organisatie niet meer over de diplomagegevens van de betrokkene beschikt, kan de betrokkene op vertoon van het originele waardedocument aan Onze Minister verzoeken om de gegevens in het diplomaregister te verbeteren.
3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de gegevens, bedoeld in artikel 24o, eerste lid, onder a, die zijn overgenomen uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
1. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt aan betrokkene.
2. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt aan een instelling of school als bedoeld in artikel 24n of aan een school of afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, indien betrokkene is ingeschreven of was ingeschreven bij die instelling, school of afdeling. Op grond van de eerste volzin kunnen uitsluitend diplomagegevens worden verstrekt die zijn behaald voor onderwijs van die instelling, school of afdeling.
3. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt aan een instelling of school als bedoeld in artikel 24n of aan het College voor examens indien betrokkene een waardedocument heeft behaald bij die instelling, die school of dat college. Op grond van de eerste volzin kunnen uitsluitend diplomagegevens worden verstrekt van waardedocumenten die zijn afgegeven door die instelling, die school of dat college.
4. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt aan een instelling of school als bedoeld in artikel 24n of aan het College voor examens ten behoeve van de aanmelding, inschrijving of examinering van betrokkene.
5. Op grond van het vierde lid kunnen uitsluitend diplomagegevens worden verstrekt van:
a. de waardedocumenten, bedoeld in artikel 24n, onder a tot en met d en f tot en met k, indien het betreft een instelling als bedoeld in artikel 24n, onder a, i, j of k,
b. de waardedocumenten, bedoeld in artikel 24n, onder b, c, f, g en h, indien het betreft een instelling als bedoeld in artikel 24n, eerste lid, onder b,
c. de waardedocumenten, bedoeld in artikel 24n, onder c, f, g en h, indien het betreft een school, instelling of afdeling als bedoeld in artikel 24n, eerste lid, onder c, f of g,
d. de waardedocumenten, bedoeld in artikel 24n, onder c, d, f, g en h, indien het betreft het College voor examens.
6. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt aan Onze Minister en de inspectie voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van hun wettelijke taken. Voor zover het betreft het gebruik door Onze Minister voor de begrotings- en beleidsvoorbereiding, worden de diplomagegevens op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn. Artikel 24f, zevende en achtste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
7. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt aan:
a. Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als beheerder van een register als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om inschrijving in dat register;
b. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als beheerder van het Informatiesysteem Inburgering, bedoeld in artikel 47, eerste lid, van de Wet inburgering ten behoeve van de beoordeling van de aanwezigheid van een vrijstelling van de inburgeringsplicht;
c. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 30, eerste lid, 30a, eerste en tweede lid, 30b, 30d en 31 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
8. Uit het diplomaregister wordt desgevraagd aan betrokkene een elektronisch document met diplomagegevens verstrekt, dat is beveiligd tegen wijzigingen en waarvan kan worden vastgesteld dat het is afgegeven door Onze Minister.
9. De verstrekking van gegevens uit het diplomaregister geschiedt elektronisch.
10. In afwijking van het negende lid geschiedt de verstrekking van gegevens op grond van het eerste of achtste lid schriftelijk indien betrokkene hierom verzoekt.
11. Voor de elektronische verstrekking van gegevens op grond van het eerste tot en met zesde lid is geen vergoeding verschuldigd. Onze Minister kan regels stellen over de vergoeding die verschuldigd is voor de elektronische verstrekking van gegevens op grond van het zevende en achtste lid en voor de schriftelijke verstrekking van gegevens op grond van het tiende lid.
Diplomagegevens worden tot 60 jaar na de maand van afgifte van het laatst behaalde waardedocument of, indien dat eerder is, tot het overlijden van betrokkene bewaard in het diplomaregister in een vorm die het mogelijk maakt betrokkene te identificeren.
1. Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels omtrent de autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van persoonsgegevens uit het diplomaregister.
2. Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming als bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens die in elk geval is belast met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het diplomaregister.
1. Onze Minister houdt gedurende twintig jaren volgend op de verstrekking van gegevens uit het diplomaregister met uitzondering van de verstrekking op grond van artikel 24q, eerste lid of zesde lid, tweede volzin, aantekening van de verstrekking, tenzij de verstrekking van gegevens in de genoemde periode anderszins is te herleiden uit het diplomaregister.
2. Onze Minister deelt aan de betrokkene mede of hem betreffende gegevens gedurende twintig jaren voorafgaande aan het verzoek uit het diplomaregister zijn verstrekt aan een overheidsorgaan, een onderwijsinstelling of een andere derde. Onze Minister kan volstaan met een in algemene termen gestelde mededeling omtrent de verstrekkingen.
In artikel 103b, tweede lid, onder g, wordt «en de uitslag van het eindexamen of deeleindexamen» vervangen door: , de uitslag van het eindexamen of deeleindexamen en de datum waarop deze uitslag is bepaald.
In artikel 2.3.6a, tweede lid, onder f, wordt «de behaalde certificaten,» vervangen door: de behaalde certificaten en de data waarop de certificaten zijn behaald, alsmede.
Aan artikel 47, tweede lid, van de Wet inburgering wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel c van dat lid door een puntkomma, een onderdeel d toegevoegd, luidend:
d. aan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de gegevens, bedoeld in artikel 24o, tweede lid, onder e, van de Wet op het onderwijstoezicht ten behoeve van het diplomaregister.
In de begripsbepaling van «persoonsgebonden nummer» in artikel 1 van de Leerplichtwet 1969 wordt «persoonsgebonden nummer als bedoeld in artikel 24a, onderdeel c, van de Wet op het onderwijstoezicht» vervangen door: persoonsgebonden nummer als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht.
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:
a
De laatste twee leden van artikel 10.16b worden vernummerd tot vijfde en zesde lid.
b
In artikel 10.20a, eerste lid, onderdeel a, wordt na «betreffen,» ingevoegd: waaronder begrepen een institutionele fusie als bedoeld in artikel 16.16, eerste lid, en een bestuurlijke fusie als bedoeld in artikel 16.16, tweede lid,.
c
Artikel 16.19, eerste lid, komt te luiden:
1. In geval van een fusie als bedoeld in artikel 16.16 worden het lichaam dat of de rechtspersoon die de desbetreffende instelling na de fusie, bedoeld in artikel 16.16, in stand houdt, geacht met onmiddellijke ingang te zijn opgenomen in de bijlage van deze wet en wordt het lichaam of de rechtspersoon waardoor de fusie, bedoeld in artikel 16.16, is verricht, geacht vanaf dat tijdstip niet langer in de bijlage van deze wet te zijn opgenomen.
1. Onze Minister neemt de gegevens die zijn opgenomen in het Centraal register inschrijving hoger onderwijs, bedoeld in artikel 7.52 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zoals luidend op 1 januari 2011, het basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht, het Informatiesysteem Inburgering, bedoeld in artikel 47 van de Wet inburgering en het Examen Organisatie Systeem met gegevens over staatsexamens op in het diplomaregister, voor zover het betreft waardedocumenten en diplomagegevens als bedoeld in de artikelen 24n en 24o van de Wet op het onderwijstoezicht zoals luidend na de inwerkingtreding van deze wet.
2. Bij de toepassing van het eerste lid, vervangt Onze Minister de nummers die in het Centraal register inschrijving hoger onderwijs aan de studenten zijn toegekend door een persoonsgebonden nummer als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht zoals luidend na de inwerkingtreding van deze wet.
3. Bij de toepassing van het eerste lid wordt met het propedeutisch examen van een opleiding hoger beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 24n, onder a, van de Wet op het onderwijstoezicht, gelijkgesteld het propedeutisch examen, bedoeld in artikel 7.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zoals luidend op 31 augustus 2002.
4. Bij de toepassing van het eerste lid worden met het afsluitend examen van een opleiding hoger onderwijs, bedoeld in artikel 24n, onder a, van de Wet op het onderwijstoezicht, gelijk gesteld de examens, bedoeld in de artikelen 7.20 en 7.20a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zoals luidend op 31 augustus 2002.
A
Indien artikel V, onderdeel D, van de Wet 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001, 681) in werking is getreden, komt artikel 24o, tweede lid, onder a, van de Wet op het onderwijstoezicht te luiden als volgt:
a. in geval van een opleiding, opgenomen in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: de gegevens, bedoeld in artikel 7.52, tweede lid, onder e en m, van die wet;.
B
Indien artikel V, onderdeel D, van de Wet 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001, 681) in werking is getreden, wordt artikel 7.52, tweede lid, onder m, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek vervangen door:
m. het jaar, de maand en de aard van het examen op grond van deze wet; en.
Indien het bij koninklijke boodschap van 31 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en enige andere wetten in verband met de invoering van geïntegreerd toezicht en de gewijzigde rol van de Inspectie van het onderwijs bij het toezichtproces (Kamerstukken II 2009/10, 32 193) tot wet wordt verheven en de daarin opgenomen wijziging van artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht, eerder dan of tegelijk met deze wet in werking treedt, wordt artikel I, onderdeel A, van deze wet vervangen door:
A
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel m door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidend:
n. persoonsgebonden nummer: burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer of, bij ontbreken daarvan, door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32587-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.