32 565 XVI Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten, die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Tevens wordt in onderdeel B een actueel beeld gegeven van de uitgaven onder het Budgettair Kader Zorg (BKZ) en van de financiering van de zorgsector in het jaar 2010.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

De mutaties in deze suppletoire begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven of binnen de premie-uitgaven, uit overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, uit financieringsverschuivingen tussen premiemiddelen en begrotingsmiddelen en uit middelen die generaal aan de VWS-begroting zijn toegevoegd, dan wel middelen die generaal vrijvallen.

De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Najaarsnota 2010, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt.

Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:

  • 1. Naast de beleidsmatig relevante mutaties worden de mutaties toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag voor de programma-uitgaven op doelstellingsniveau hoger is dan 3% van de vastgestelde begroting of groter dan € 3 miljoen. Eveneens kunnen bedragen onder deze norm worden toegelicht als blijkt dat het totaal van de post «overige mutaties» de € 3 miljoen overschrijdt.

  • 2. De apparaatsuitgaven in de beleidsartikelen zijn in relatie tot de beleidsuitgaven gering van omvang. Daarom worden alleen verschillen die groter zijn dan 10% van de vastgestelde begroting toegelicht.

  • 3. Mutaties die afzonderlijk lager zijn dan deze normen en/of die betrekking hebben op interne verrekeningen binnen de administratie van VWS, staan gesaldeerd toegelicht met de algemene tekst «Overige mutaties». Hierdoor kan dat saldo op de post «overige mutaties» uiteindelijk hoger zijn dan de bovengenoemde criteria.

  • 4. Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven;

Voor wat betreft de premie-uitgaven en -ontvangsten worden in principe alleen mutaties die groter zijn dan € 10 miljoen toegelicht. In enkele gevallen is om beleidsmatige redenen van deze regel afgeweken en zijn ook kleinere mutaties toegelicht.

In paragraaf 2 wordt het beleid met betrekking tot de begrotingsuitgaven- en ontvangsten besproken.

In paragraaf 3 volgt de artikelsgewijze toelichting van de begrotingsmutaties.

Paragraaf 4 bevat het beleid met betrekking tot de premie-uitgaven en de wijzigingen daarvan.

2. HET BELEID MET BETREKKING TOT DE BEGROTINGSUITGAVEN EN -ONTVANGSTEN

Tijdens de behandeling van de 1e suppletoire begroting 2010 zijn geen amendementen of moties aangenomen.

In paragraaf 2.1 worden de onderwerpen vermeld waarvoor deze begrotingswet de wettelijke basis vormt.

2.1. Wettelijke basis

In deze paragraaf worden de onderwerpen vermeld waarvoor deze begrotingswet de wettelijke basis vormt. Dit betreft:

Artikel 42

Eerstelijnscentra in nieuwbouwgebieden

In 2009 en in 2010 is € 3,0 miljoen per jaar beschikbaar gesteld voor de tijdelijke subsidievoorziening voor geïntegreerde eerstelijnscentra in grootschalige nieuwbouwgebieden. De hieronder genoemde centra hebben hiervoor een verzoek ingediend.

 

Bedragen x € 1 000

Stichting Gezondheidscentrum Broekpolder            

300

Gezondheidscentra Haarlemmermeer (2009+2010)                     

600

Stichting Zorg in De Grootte Wielen                          

133

Stichting Gezondheidscentrum Nesselande Noord  

266

Stichting Gezondheidszorg 3B                                   

260

Stichting Haagse Gezondheidscentra (2009+2010)

404

Stichting Gezondheidscentrum Noorderdok/Vizier (2009+2010)

600

Stichting Gezondheidscentrum Vleuterweide Julius (2009+2010)

600

Stichting Gezondheidscentra De Akkers (2009+2010)

276

Stichting Wijk zorgcentrum Leidse Rijn (2009+2010)

487

Stichting Leidse Rijn Julius Gezondheidscentra (locatie Terweide) (2009+2010)

369

Stichting Gezondheidscentrum Schuygraaf (2009+2010)

463

Stichting Gezondheidscentra Brandevoort

300

Coöperatie ZorgPoort UA

91

Stichting Coople

202

Buiten deze genoemde centra is er ook voor andere centra de mogelijkheid een subsidieverzoek in te dienen. De voorwaarden zijn beschreven in de brief «Geïntegreerde eerstelijnscentra in VINEX-gebieden» van 15 mei 2009 (Tweede Kamer 2008–2009, 29 247, nr. 92).

VWS-projecten inzake Caribisch Nederland

De Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verleent diensten aan de Nederlandse departementen. De basis voor deze dienstverlening van de RCN aan de departementen wordt gevormd door het instellingsbesluit van de RCN. De door deze rijksdienst voor VWS gemaakte kosten worden aan het departement in rekening gebracht. Het betreft personeelskosten, materiële kosten en kosten als gevolg van opdrachten en andere kleinere uitgaven.

Opzetten Zorgverzekeringskantoor

Om het Zorgverzekeringskantoor, dat het Zorgverzekeringsbesluit BES per 1 januari 2011 zal gaan uitvoeren, vorm te kunnen geven, is in 2010 € 565 000 voor de procesinrichting, de informatievoorziening, de communicatie, de zorginkoop, het inrichten van de financiële en bestuurlijke administratie, het opleiden van de medewerkers en de werving van personeel ter beschikking gesteld. Deze bijdrage is verleend aan het Zorgkantoor in oprichting via de Rijksdienst Caribisch Nederland.

Zorgkosten Saba en Sint Eustatius

Saba en Sint Eustatius hebben op basis van de publiekrechtelijke ziektekostenverzekering te maken met zorgkosten en financiële tekorten. Vooruitlopend op de transitie van 10 oktober 2010 is op basis van bestuurlijke afspraken hiervoor een bedrag van € 2,54 miljoen aan het Zorgverzekeringskantoor in oprichting verstrekt via de Rijksdienst Caribisch Nederland.

Verbetering beeldvormende techniek ziekenhuis Bonaire

In 2010 is een subsidie verstrekt van € 418 938 aan het ziekenhuis «Fundashon Mariadal» op Bonaire ten behoeve van het verbeteren van de radiologiekamer binnen het ziekenhuis.

Het voornemen is om in 2010 de volgende subsidies te verstrekken:

Verbetering kwaliteit zorgvoorzieningen op Saba en Sint Eustatius

Indien op korte termijn met de eilandbesturen overeenstemming wordt bereikt over de privatisering van de zorg is het voornemen om een subsidie van maximaal € 1 miljoen te verstrekken aan de stichting op Saba, die zorg op Saba zal aanbieden en maximaal € 400 000 te verstrekken aan de stichting op Sint Eustatius, die de zorg op Sint Eustatius zal aanbieden, om te kunnen investeren in de verbetering van het aanbod van de zorg op Saba en Sint Eustatius. Concreet gaat het hierbij ondermeer om het opzetten van een nieuwe private zorgorganisatie, het in eigendom verkrijgen van de ziekenhuizen op Saba en Sint Eustatius, het investeren in beeldvormende techniek, het opzetten van een huisartsen informatiesysteem en het opzetten van verpleegkundige diabeteszorg.

Verbetering kwaliteit zorg ziekenhuis Bonaire

VWS wil in 2010 een subsidie verstrekken van € 150 000 aan het ziekenhuis «Fundashon Mariadal» op Bonaire. Met deze subsidie wordt een impuls gegeven aan de realisatie en de in standhouding van een basis aan medische faciliteiten, waardoor de medische basiszorg in het ziekenhuis op Bonaire op een kwalitatief verantwoorde wijze kan worden vormgegeven.

Realisatiedagverblijf voor ouderen

Het voornemen bestaat om in 2010 een investeringssubsidie van € 65 000 te verstrekken aan de «Chapelpiece Health and Recreational Centre». Hiermee kan een dagverblijf voor ouderen met 8 à 10 plaatsen worden gerealiseerd.

Zorgkosten Bonaire

Indien alsnog zou worden besloten om ook met Bonaire afspraken te maken over eventuele bijdragen aan de zorguitgaven en financiële tekorten op Bonaire, dan is daarvoor een bedrag van maximaal € 1,5 miljoen gereserveerd. Deze bijdrage zal vervolgens worden verleend door het Zorgverzekeringskantoor in oprichting via de Rijksdienst Caribisch Nederland.

Over de werkelijk in 2010 verleende subsidies zult u in de Slotwet worden geïnformeerd.

Artikel 43

Frictiekosten

Om in de verplegende en verzorgende sector een zelfstandige positie te verkrijgen zijn de organisaties Sting, Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) en Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (VenVN) een fusietraject aangegaan. Dit leidt in de overgangsperiode tot frictiekosten. De volledige verplichting van € 1 364 miljoen is in 2010 aangegaan. De bijdrage van VWS aan de frictiekosten geschiedt conform de ingediende liquiditeitsprognose.

3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING VAN DE BEGROTINGSMUTATIES

Beleidsartikel 41 Volksgezondheid

41.1 Algemene doelstelling

Een goede volksgezondheid, waarbij mensen gezond leven en zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid.

41.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

667 450

176 514

843 964

– 15 264

828 700

      

Uitgaven

679 697

180 946

860 643

– 55 831

804 812

      

Programma-uitgaven

670 800

179 925

850 725

– 55 485

795 240

1. Meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl

44 535

– 6 648

37 887

– 816

37 071

2. Het voorkomen van gezondheidsschade door onveilig voedsel en onveilige producten

84 621

– 785

83 836

– 2 977

80 859

3. Het voorkomen van gezondheidsschade door ongevallen

5 497

– 44

5 453

67

5 520

4. De vermijdbare ziektelast neemt af door een goede bescherming tegen infectieziekten en chronische ziekten

338 006

159 562

497 568

– 50 742

446 826

5. Er is een doelmatig systeem van openbare gezondheidszorg-voorzieningen dat bijdraagt aan een betere volksgezondheid

182 809

26 795

209 604

– 484

209 120

6. Het bevorderen van ethisch verantwoord handelen in de gezondheidszorg en bij het medisch wetenschappelijk onderzoek

15 332

1 045

16 377

– 533

15 844

      

Apparaatsuitgaven

8 897

1 021

9 918

– 346

9 572

      

Ontvangsten

21 653

– 7 963

13 690

4 142

17 832

      

41.3 Operationele doestellingen

Er zijn zes operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. Meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl;

  • 2. Het voorkómen van gezondheidsschade door onveilig voedsel en onveilige producten;

  • 3. Het voorkómen van gezondheidsschade door ongevallen;

  • 4. De vermijdbare ziektelast neemt af door een goede bescherming tegen infectieziekten en chronische ziekten;

  • 5. Er is een doelmatig systeem van openbare gezondheidszorgvoorzieningen dat bijdraagt aan een betere volksgezondheid;

  • 6. Het bevorderen van ethisch verantwoord handelen in de gezondheidszorg en bij het medisch wetenschappelijk onderzoek.

41.3.1 Meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl

Stand 1e suppletoire begroting

37 887

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. Als gevolg van het controversieel verklaren van de wijziging van de Drank- en Horecawet zijn middelen niet tot besteding gekomen. Daarnaast is besloten de gemeente Nijmegen niet tegemoet te komen in de kosten voor de inrichting van heroïne behandelplaatsen.

– 1 084

2. Overige mutaties

268

Stand 2e suppletoire begroting

37 071

41.3.2 Het voorkomen van gezondheidsschade door onveilig voedsel en onveilige producten

Stand 1e suppletoire begroting

83 836

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Actualisatie van beleidsvoornemens op het terrein van voedsel- en productveiligheid ter invulling van de taakstellende onderuitputting op de VWS-begroting.

– 2 500

2. Overige mutaties

– 477

Stand 2e suppletoire begroting

80 859

41.3.3 Het voorkomen van gezondheidsschade door ongevallen

Stand 1e suppletoire begroting

5 453

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Overige mutaties

67

Stand 2e suppletoire begroting

5 520

41.3.4 De vermijdbare ziektelast neemt af door een goede bescherming tegen infectieziekten en chronische ziekten

Stand 1e suppletoire begroting

497 568

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Als gevolg van een overeenkomst met GlaxoSmithKline (GSK) over het niet afnemen van een restant deel van de vaccins tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) komt een bedrag van € 21 miljoen niet tot besteding.

– 21 000

2. Overboeking van het Budget Kader Zorg (BKZ). De middelen voor de aanschaf van HPV-Vaccins zijn op het BKZ gereserveerd. De feitelijke betaling loopt echter via de begroting. Met behulp van voorliggende ijklijnmutatie wordt de betaling mogelijk gemaakt.

6 000

3. De compensatie voor de transitiekosten van het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) liep normaliter via de opdrachtgever. Inhoudelijk gezien ligt het meer voor de hand om deze boeking via de eigenaar te laten lopen. Vandaar dat er een overboeking van artikel 41 OD 4 naar artikel 98 (Strategisch onderzoek NVI) plaatsvindt.

– 8 000

4. Betreft een overboeking naar het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Bedrijven ontvangen compensatie voor het fokverbod dat aan hen in het kader van Q-koorts is opgelegd. De ministeries van LNV en VWS dragen gezamenlijk bij aan deze compensatie. Hiermee is naar huidige inzichten een totaalbedrag van € 5 miljoen gemoeid. Omdat de feitelijke kosten onder meer afhankelijk zijn van bezwaar- en beroepprocedures kan de omvang nog wijzigen.

– 2 500

5. De Gezondheidsraad heeft geadviseerd een humaan vaccin tegen Q-koorts beschikbaar te stellen. Om voorbereid te zijn op aanloopkosten wordt een voorziening getroffen.

1 000

6 De voorliggende onderuitputting is grotendeels toe te schrijven aan vrijval van middelen op de volgende onderwerpen: Nederlands Vaccin Instituut (– € 14,9 miljoen) en antivirale middelen (– € 3,9 miljoen). Het restant omvat een breed scala aan diverse kleine posten.

– 25 885

7. Overige mutaties

– 357

Stand 2e suppletoire begroting

446 826

41.3.5 Er is een doelmatig systeem van openbare gezondheidszorgvoorzieningen dat bijdraagt aan een betere volksgezondheid

Stand 1e suppletoire begroting

209 604

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Het betreft hier de overheveling van middelen van artikel 42 OD 3 naar artikel 41 OD 5 in verband met de implementatie van ICD-10 (een uniform classificatiesysteem voor ziekenhuizen) door het RIVM.

1 024

2. De bevoorschotting van de programma’s van ZonMw vindt plaats op basis van reële liquiditeitenprognoses. Deze prognoses zijn lager dan voor 2010 was geraamd.

– 1 500

3. Afgelopen voorjaar zijn extra middelen uitgetrokken naar aanleiding van de bevindingen van de stuurgroep Zwangerschap en geboorte. Een deel van de daarin opgenomen voornemens is dit jaar niet tot besteding gekomen.

– 1 050

4. Overige mutaties

1 042

Stand 2e suppletoire begroting

209 120

41.3.6 Het bevorderen van ethisch verantwoord handelen in de gezondheidszorg en bij het medisch wetenschappelijk onderzoek

Stand 1e suppletoire begroting

16 377

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Een deel van de middelen die bestemd waren voor de personele uitbreiding bij de CCMO is dit jaar niet besteding gekomen.

– 400

2. Overige mutaties

– 133

Stand 2e suppletoire begroting

15 844

41.4 Apparaatsuitgaven

Stand 1e suppletoire begroting

9 918

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Betreft verschillende posten op het gebied van personele en materiële uitgaven.

– 346

Stand 2e suppletoire begroting

9 572

41.5 Ontvangsten

Stand 1e suppletoire begroting

13 690

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Diverse ontvangstenmeevallers artikel 41.

4 142

Stand 2e suppletoire begroting

17 832

Beleidsartikel 42 Gezondheidszorg

42.1 Algemene doelstelling

Een goed werkend en innoverend zorgstelsel, gericht op een optimale combinatie van kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid voor de burger.

42.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

7 460 126

178 444

7 638 570

5 571 289

13 209 859

      

Uitgaven

7 472 005

239 277

7 711 282

5 541 349

13 252 631

      

Programma-uitgaven

7 463 695

239 156

7 702 851

5 539 965

13 242 816

1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

1 796

2 446

4 242

– 290

3 952

2. Zorgaanbieders worden gestimuleerd om het door de burger gewenste zorgaanbod te realiseren

1 297 034

15 818

1 312 852

– 6 375

1 306 477

3. Zorgverzekeraars bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijke zorg aan

6 164 865

220 892

6 385 757

5 545 130

11 930 887

4. De burgers van de BES-eilanden kunnen gebruik maken van voorzieningen voor zorg en welzijn

0

0

0

1 500

1 500

      

Apparaatsuitgaven

8 310

0

8 310

1 384

9 815

      

Ontvangsten

77 162

0

77 162

7 294

106 215

42.3 Operationele doelstellingen

Er zijn vier operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt;

  • 2. Zorgaanbieders worden gestimuleerd om het door de burger gewenste zorgaanbod te realiseren;

  • 3. Zorgverzekeraar bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijk zorg aan;

  • 4. De burgers van de BES-eilanden kunnen gebruik maken van voorzieningen voor zorg en welzijn.

42.3.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

Stand 1e suppletoire begroting

4 242

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Herschikking van middelen over de operationele doelstellingen van artikel 42 (OD 1, OD 2 en OD 3) ter invulling van de taakstellende onderuitputting op de VWS begroting.

– 290

Stand 2e suppletoire begroting

3 952

42.3.2 Zorgaanbieders worden gestimuleerd om het door de burger gewenste zorgaanbod te realiseren

Stand 1e suppletoire begroting

1 312 852

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Actualisatie van beleidsvoornemens op het terrein van de curatieve zorg ter invulling van de taakstellende onderuitputting op de VWS begroting.

– 3 000

2. Fonds Economische Structuurversterking: toekennen raming nieuw project «Lifelines en Health».

13 200

3. Fonds Economische Structuurversterking: aanpassing van het kasritme voor TI-Pharma.

– 5 065

4. Hogere uitgaven subsidieregeling Landelijk Schakelpunt. Deze regeling biedt een subsidie aan zorgaanbieders voor de aansluiting van hun zorginformatiesysteem op het Landelijk Schakelpunt voor de uitwisseling van medicatiegegevens en huisartswaarneemgegevens. Nadat het beroep op de regeling eerder achterbleef bij de verwachtingen, is in de eerste helft van 2010 een groot aantal aanvragen binnengekomen, waardoor de geraamde middelen ontoereikend zijn. De regeling is per 1 juli 2010 beëindigd.

16 900

5. De uitgaven voor de zorgkosten van illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen zijn door verschillende oorzaken lager dan geraamd. Een deel van deze ruimte (circa € 15 miljoen) is te herleiden tot een meevaller op de voor ziekenhuiszorg beschikbaar gestelde middelen, het restant van de onderschrijding heeft hoofdzakelijk betrekking op de voor AWBZ-zorg beschikbaar gestelde middelen.

– 34 679

6. Herschikking van middelen over de operationele doelstellingen van artikel 42 (OD 1, OD 2 en OD 3) ter invulling van de taakstellende onderuitputting op de VWS begroting.

1 600

7. Overige mutaties

4 669

Stand 2e suppletoire begroting

1 306 477

42.3.3 Zorgverzekeraar bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijk zorg aan

Stand 1e suppletoire begroting

6 385 757

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Bijstelling van de uitgavenraming Zorgtoeslag naar aanleiding van de actuele ramingen van het Centraal Planbureau.

– 214 399

2. Afwikkeling Algemene Kas Ziekenfondswet

Bij de invoering van de Zorgverzekeringswet op 1 januari 2006 is tevens de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet1van kracht geworden. Deze wet bepaalt dat de Ziekenfondswet wordt ingetrokken (artikel 2.1.1) en dat het saldo van de Algemene Kas Ziekenfondswet naar de situatie op 1 januari 2010 ten bate of ten laste van ’s Rijks schatkist komt (artikel 2.1.11).

In de begrotingstukken 2006 is als raming van dit saldo een bedrag van

€ 5,5 miljard negatief gemeld. Uiteindelijk is het saldo per 1 januari 2010 uitgekomen op een bedrag van € 5 773,6 miljoen negatief. Dit bedrag moet nu – in twee stappen – ten laste van de begroting van VWS worden gebracht.

1. Hiervan wordt allereerst via de bijstelling in deze suppletoire begroting een bedrag van € 5 733,7 miljoen verantwoord op de VWS-begroting (artikel 42). De uitgaven van het Rijk worden met € 5 733,7 miljoen verhoogd, waardoor het rijksvermogen met eenzelfde bedrag daalt, terwijl de inkomsten van de Algemene Kas Ziekenfondswet eveneens met € 5 733,7 miljoen worden verhoogd. Van het bestaande negatieve saldo van € 5 773,6 miljoen in de Algemene Kas blijft dan nog € 39,9 miljoen negatief over.

2. De tweede stap is dat – eveneens via de bijstelling in deze suppletoire begroting- het eerdergenoemde bedrag van € 39,9 miljoen op de VWS-begroting (artikel 42) wordt verantwoord. Met dit bedrag kunnen de uitstaande vorderingen en verplichtingen van de Algemene Kas Ziekenfondswet, die op 1 januari 2010 nog niet afgehandeld waren als gevolg van onvermijdbare factoren in de structuur van het zorgstelsel, worden afgewikkeld. Het gaat hierbij dus om een reservering ter afwikkeling van «oude» vorderingen en verplichtingen die ontstaan zijn vóór 2006, namelijk in de ziekenfondsperiode. Per saldo wordt zo voor een bedrag van € 5 773,6 miljoen ten laste van de VWS-begroting (artikel 42) gebracht, waardoor het saldo van de Algemene Kas Ziekenfondswet nihil wordt. Zo wordt voldaan aan de bovengenoemde wettelijke bepaling van artikel 2.1.1 Zvw.

In de periode tot 1 januari 2016 zullen de nog uitstaande vorderingen en verplichtingen van de Algemene Kas Ziekenfondswet worden afgewikkeld.

Het ministerie van VWS zal zich hierover jaarlijks via zijn jaarverslag verantwoorden.

De bovengenoemde boekingen hebben geen effecten op relevante budgettaire variabelen in 2010. Bij de mutaties wordt de verplichtingen = kassystematiek gevolgd, waarbij de verhoging van het verplichtingenbudget uitsluitend wordt gebruikt voor het administratief afhandelen van deze technische mutatie.

Het negatieve saldo van de Algemene Kas Ziekenfondswet is ontstaan in een aantal jaren voorafgaand aan 2006. Tijdens deze periode is jaarlijks het negatieve saldo ten laste van het EMU-saldo gebracht. De betaling van het Rijk aan de Algemene Kas Ziekenfondswet in 2010 is neutraal voor het EMU-saldo; het is immers een uitgave èn een ontvangst van de overheid. Het is niet relevant voor de uitgaventoetsing, want het is een onderlinge betaling binnen de collectieve sector en die leidt dan ook niet tot een mutatie van de overheidsschuld. Die schuld wordt bepaald als de schuld van het Rijk plus de schuld van Algemene Kas Ziekenfondswet, en in het saldo van deze twee verandert niets.

5 773 635

3. Desaldering. Aan de zogenaamde private en semipublieke zogeheten B3-ambulancediensten worden via de begroting van VWS middelen verstrekt ten behoeve van de ouderenregelingen. Over oude jaren worden tevens middelen teruggevorderd bij de B3-instellingen. Uitgaven en ontvangsten worden gedesaldeerd.

3 322

4. Overboeking van artikel 42 OD 3 naar artikel 98 OD 1 ten behoeve van de uitvoeringskosten van het CVZ met betrekking tot wanbetalers en onverzekerden. De uitvoeringskosten in het kader van de aanpak van wanbetalers en onverzekerden worden verantwoord op artikel 98 OD 1..

– 8 822

5. Op dit uitgavenartikel worden de uitvoeringskosten in het kader van de aanpak van wanbetalers geraamd. Bij verschillende met de aanpak betrokken partijen (het CVZ, het CJIB en de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen) hebben zich in 2010 meevallers in de uitvoeringskosten voorgedaan, waardoor zich in totaal een meevaller van

€ 17 miljoen voordoet.

– 17 000

6. In de ambulancesector zijn met de private en de semipublieke zogeheten B3-instellingen akkoorden gesloten die voorzien in een overgangsregeling met betrekking tot ouderenregelingen. De bekostiging hiervan vindt plaats via de begroting. Om te voorzien in dekking van deze akkoorden vindt een overheveling plaats van de BKZ-middelen voor ambulancevervoer naar de begroting.

11 100

7. Het betreft hier de overheveling van middelen van artikel 42 OD 3 naar artikel 41 OD 5 in verband met de implementatie van ICD-10 (een uniform classificatiesysteem voor ziekenhuizen) door het RIVM.

– 1 024

8. Herschikking van middelen over de operationele doelstellingen van artikel 42 (OD 1, OD 2 en OD 3) ter invulling van de taakstellende onderuitputting op de VWS begroting.

– 1 310

9. Overige mutaties

– 372

Stand 2e suppletoire begroting

11 930 887

XNoot
1

Kamerstukken II 2004–2005, 30 124, nr. 2

42.3.4 De burgers van de BES-eilanden kunnen gebruik maken van voorzieningen voor zorg en welzijn

Stand 1e suppletoire begroting

0

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. De BES-eilanden zijn per 10-10-2010 als openbare lichamen onderdeel geworden van Nederland. De minister van VWS draagt vanaf de transitiedatum de verantwoordelijkheid voor de rijkstaken op het terrein van zorg en welzijn op de BES-eilanden. De zorgkosten, beheerskosten en zorgontwikkelingskosten vallen onder het Budgettair Kader Zorg, maar worden op de begroting verantwoord.

1 500

Stand 2e suppletoire begroting

1 500

42.4 Apparaatsuitgaven

Stand 1e suppletoire begroting

8 431

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Betreft verschillende posten op het gebied van personele en materiële uitgaven.

1 384

Stand 2e suppletoire begroting

9 815

42.5 Ontvangsten

Stand 1e suppletoire begroting

98 921

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. In het kader van de uitvoering van de wet wanbetalers wordt een bestuursrechtelijke premie aan de wanbetaler opgelegd. In deze bestuursrechtelijke premie is een opslag van 30% opgenomen, die bestemd is voor dekking van de met de aanpak gemoeide uitvoeringskosten. Uit gegevens van het CVZ is gebleken dat de opbrengst lager is dan geraamd, daar tegenover staan ook fors lagere uitvoeringskosten (€ 17 miljoen, zie de toelichting aan de uitgavenkant).

– 11 900

2. De ontvangsten als gevolg van de aan wanbetalers opgelegde bestuursrechterlijke premie worden toegevoegd aan het Zorgverzekeringsfonds.

Met Financiën is voor het jaar 2010 afgesproken dat op basis van gegevens van het CVZ ten aanzien van dat deel van de ontvangsten dat betrekking heeft op de opslag van 30% in de bestuursrechterlijke premie de ontvangstenraming op de VWS-begroting met eenzelfde bedrag verlaagd kan worden.

– 20 900

3. Desaldering van de FES-raming van het project «Lifelines en Health».

13 200

4. Desaldering van de FES-raming van TI-Pharma.

– 5 065

5. Terugontvangsten opleidingsfonds. De hogere terugontvangsten zijn het gevolg van de vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche uit eerdere jaren.

23 000

6. Desaldering. Aan de zogenaamde private en semipublieke zogeheten B3-ambulancediensten worden via de begroting van VWS middelen verstrekt ten behoeve van de bekostiging van de ouderenregelingen. Over oude jaren worden tevens middelen teruggevorderd bij de B3-instellingen. Uitgaven en ontvangsten worden gedesaldeerd.

3 322

7. Overige mutaties

5 637

Stand 2e suppletoire begroting

106 215

Beleidsartikel 43 Langdurige zorg

43.1 Algemene doelstelling

Zorgen dat voor mensen met een langdurige of chronische aandoening van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard zorg van goede kwaliteit beschikbaar is en dat deze zorg tegen voor de samenleving aanvaardbare maatschappelijke kosten wordt geleverd.

43.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

5 988 637

18 685

6 007 322

76 033

6 083 355

      

Uitgaven

5 990 885

19 339

6 010 224

56 940

6 067 164

      

Programma-uitgaven

5 986 884

18 484

6 005 368

55 543

6 060 911

1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

63 181

– 2 695

60 486

– 1 160

59 326

2. Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar

138 745

14 512

153 257

220

153 477

3. De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goede zorg)

166 452

– 34 833

131 619

8 626

140 245

4. De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar

5 618 506

41 500

5 660 006

47 857

5 707 863

      

Apparaatsuitgaven

4 001

855

4 856

1 397

6 253

      

Ontvangsten

0

0

0

9 780

9 780

43.3 Operationele doelstellingen

Er zijn vier operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt;

  • 2. Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar;

  • 3. De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goed zorg);

  • 4. De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar.

43.3.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

Stand 1e suppletoire begroting

60 486

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Ombuigingsmaatregelen. Dit betreft actualisatie van diverse beleidsvoornemens.

– 1 550

2. Benodigde middelen om het werkprogramma 2010 van Zichtbare Zorg uit te kunnen voeren.

1 300

3. Hogere uitgaven als gevolg van vaststelling subsidies eerdere jaren Fonds PGO.

1 300

4. Overige mutaties

– 2 210

Stand 2e suppletoire begroting

59 326

43.3.2 Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar

Stand 1e suppletoire begroting

153 257

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Herschikking van middelen over de operationele doelstellingen van artikel 43 OD 2, OD 3 en OD 4 als gevolg van de afspraken bij voorjaarsbesluitvorming over de invulling van de taakstellende onderuitputting en interne herschikking op de begroting.

– 4 371

2. Overige mutaties

4 591

Stand 2e suppletoire begroting

153 477

43.3.3 De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goede zorg)

Stand 1e suppletoire begroting

131 619

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Herschikking van middelen over de operationele doelstellingen van artikel 43 OD 2, OD 3 en OD 4 als gevolg van de afspraken bij voorjaarsbesluitvorming over de invulling van de taakstellende onderuitputting en interne herschikking op de begroting.

4 161

2. Dit betreft meerkosten van de herindicaties door de Bureaus Jeugdzorg in het kader van de pakketmaatregel begeleiding in de AWBZ.

900

3. Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 98 OD 3 in verband met toevoeging aan de Verzameluitkering VWS. Betreft subsidie Frieslab gemeente Leeuwarden.

– 267

4. Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 98 OD 3 in verband met toevoeging aan de Verzameluitkering VWS. Betreft inhuur projectleider pilot gezamenlijke beoordeling gemeente Leeuwarden.

– 62

5. Overige mutaties

3 894

Stand 2e suppletoire begroting

140 245

43.3.4 De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar

Stand 1e suppletoire begroting

5 660 006

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Op basis van Zvw-zorggebruik, AWBZ-indicaties en Wmo-zorggebruik wordt door het CAK geïnventariseerd wie er recht hebben op een algemene tegemoetkoming in het kader van de Wtcg. Voorlopige gegevens wijzen er op dat het voor de tegemoetkomingen benodigde bedrag € 50 miljoen hoger is dan eerder geraamd.

30 700

2. Het beschikbare bedrag voor de algemene tegemoetkomingen in het kader van de Wtcg dient jaarlijks geïndexeerd te worden met de zogenoemde tabelcorrectiefactor. In verband hiermee wordt de raming met € 5 miljoen bijgesteld.

5 000

3. Bijstelling van de uitgavenraming BIKK naar aanleiding van de actuele ramingen van het Centraal Planbureau.

7 900

4. Herschikking van middelen over de operationele doelstellingen van artikel 43 OD 2, OD 3 en OD 4 als gevolg van de afspraken bij voorjaarsbesluitvorming over de invulling van de taakstellende onderuitputting en interne herschikking op de begroting.

210

5. Betreft een bijstelling van de raming van de Tegemoetkoming Buitengewone Uitgaven (TBU). De TBU kende in de jaren 2006 tot en met 2008 een overschrijding. Hierdoor zijn in 2010 hogere uitgaven bij deze regeling te verwachten.

4 391

6. Overige mutaties

– 344

Stand 2e suppletoire begroting

5 707 863

43.4 Apparaatsuitgaven

Stand 1e suppletoire begroting

4 856

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Betreft verschillende posten op het gebied van personele en materiële uitgaven.

1 397

Stand 2e suppletoire begroting

6 253

43.5 Ontvangsten

Stand 1e suppletoire begroting

0

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Hogere terugontvangsten als gevolg van vaststelling van subsidies over eerdere jaren.

4 640

2. Dit betreft terugvordering van onder andere de egalisatiereserve van de subsidie «bijdragen aan derden» van het voormalige Fonds PGO.

5 140

Stand 2e suppletoire begroting

9 780

Beleidsartikel 44 Maatschappelijke ondersteuning

44.1 Algemene doelstelling

Alle burgers participeren in de samenleving.

44.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

300 718

57 858

358 576

– 16 829

341 747

      

Uitgaven

304 071

– 12 135

291 936

– 16 829

275 107

      

Programma-uitgaven

300 174

– 12 135

288 039

– 17 213

270 826

1. Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden

27 645

– 70

27 575

709

28 284

2. Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning

81 370

0

81 370

– 4 792

76 578

3. Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning

74 348

– 9 000

65 348

929

66 277

4. Burgers met (psycho)sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning

116 811

– 3 065

113 746

– 14 059

99 687

      

Apparaatsuitgaven

3 897

0

3 897

384

4 281

      

Ontvangsten

0

0

0

23 100

23 100

44.3 Operationele doelstellingen

Er zijn vier operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden;

  • 2. Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning;

  • 3. Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning;

  • 4. Burgers met (psycho)sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning.

44.3.1 Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden

Stand 1e suppletoire begroting

27 575

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Desaldering in verband met nabetaling aan het NIZW als gevolg van een herziene subsidievaststelling over 2006.

1 413

2. Overige mutaties

– 704

Stand 2e suppletoire begroting

28 284

44.3.2 Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning

Stand 1e suppletoire begroting

81 370

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Onderbesteding mantelzorgcompliment (€ 4 miljoen) en verschillende kleine posten.

– 4 950

2. Overige mutaties

158

Stand 2e suppletoire begroting

76 578

44.3.3 Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning

Stand 1e suppletoire begroting

65 348

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Overige mutaties

929

Stand 2e suppletoire begroting

66 277

44.3.4 Burgers met (psycho)sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning

Stand 1e suppletoire begroting

113 746

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Overboeking naar het Gemeentefonds. Betreft restmiddelen van de brede doeluitkering «Maatschappelijke Opvang». Vanaf 2010 is deze uitkering een decentralisatie-uitkering en overgeheveld naar het Gemeentefonds.

– 10 300

2. Overige mutaties

– 3 759

Stand 2e suppletoire begroting

99 687

44.4 Apparaatsuitgaven

Stand 1e suppletoire begroting

3 897

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Betreft verschillende posten op het gebied van personele en materiële uitgaven.

384

Stand 2e suppletoire begroting

4 281

44.5 Ontvangsten

Stand 1e suppletoire begroting

0

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft aangegeven dat niet alle beschikbare middelen tot besteding zijn gekomen. Het betreft voornamelijk minder mantelzorgcomplimenten en een klein gedeelte minder uitvoeringskosten SVB in verband met het verstrekken van minder mantelzorgcomplimenten.

13 687

2. Desaldering in verband met nabetaling aan het NIZW als gevolg van een herziene subsidievaststelling over 2006.

1 413

3. Ontvangsten meevaller. Betreft afrekening uitvoering mantelzorgcompliment.

8 000

Stand 2e suppletoire begroting

23 100

Beleidsartikel 46 Sport

46.1 Algemene doelstelling

Een sportieve samenleving waarin zowel veel aan sport wordt gedaan als van sport wordt genoten.

46.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

89 386

– 30 335

59 051

12 750

71 801

      

Uitgaven

144 186

– 14 972

129 214

– 14 822

114 392

      

Programma-uitgaven

141 890

– 15 042

126 848

– 15 084

111 764

1. Mensen sporten en bewegen meer voor hun gezondheid

27 894

– 7 764

20 130

– 1 724

18 406

2. Via de sport ontmoeten mensen elkaar, doen mensen mee aan maatschappelijke activiteiten en gaan mensen respectvol met elkaar om

81 682

– 9 433

72 249

– 12 626

59 623

3. De topsport in Nederland staat symbool voor ambitie, is een bron van ontspanning en draagt bij aan ons nationale imago in binnen- en buitenland

32 314

2 155

34 469

– 734

33 735

      

Apparaatsuitgaven

2 296

70

2 366

262

2 628

      

Ontvangsten

870

0

870

500

1 370

46.3 Operationele doelstellingen

Er zijn drie operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. Mensen sporten en bewegen meer voor hun gezondheid;

  • 2. Via de sport ontmoeten mensen elkaar, doen mensen mee aan maatschappelijke activiteiten en gaan mensen respectvol met elkaar om;

  • 3. De topsport in Nederland staat symbool voor ambitie, is een bron van ontspanning en draagt bij aan ons nationale imago in binnen- en buitenland.

46.3.1 Mensen sporten en bewegen meer voor hun gezondheid

Stand 1e suppletoire begroting

20 130

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Door vertraging van verschillende projecten binnen het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen is onderuitputting ontstaan.

– 550

2. Overige mutaties

– 1 174

Stand 2e suppletoire begroting

18 406

46.3.2 Via de sport ontmoeten mensen elkaar, doen mensen mee aan maatschappelijke activiteiten en gaan mensen respectvol met elkaar om

Stand 1e suppletoire begroting

72 249

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Verrekening met het Gemeentefonds. Dit betreft het restant 2010 voor de «Impuls Brede Scholen».

– 8 128

2. Ombuigingsmaatregelen. Dit betreft ruimte binnen de middelen voor de «Impuls Brede Scholen en Cultuur» vanwege lagere deelname aan de derde tranche.

– 4 000

3. Als gevolg van lagere kosten bij de afrekening van allerlei projecten in het kader van de BOS-regeling is incidenteel ruimte ontstaan.

– 678

4. Overige mutaties

180

Stand 2e suppletoire begroting

59 623

46.3.3 De topsport in Nederland staat symbool voor ambitie, is een bron van ontspanning en draagt bij aan ons nationale imago in binnen- en buitenland

Stand 1e suppletoire begroting

34 469

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Overboeking van artikel 46 OD 3 naar artikel 98 OD 3 in verband met toevoeging aan de Verzameluitkering VWS. Betreft Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven.

– 365

2. Overboeking van artikel 46 OD 3 naar artikel 98 OD 3 in verband met toevoeging aan de Verzameluitkering VWS. Betreft bijdrage aan de gemeenten Amsterdam, Utrecht en Middelburg in verband met de organisatie van de Giro D'Italia in Nederland.

– 750

3. Overige mutaties

381

Stand 2e suppletoire begroting

33 735

46.4 Apparaatsuitgaven

Stand 1e suppletoire begroting

2 366

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Betreft verschillende posten op het gebied van personele en materiële uitgaven.

262

Stand 2e suppletoire begroting

2 628

46.5 Ontvangsten

Stand 1e suppletoire begroting

870

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Overige mutaties

500

Stand 2e suppletoire begroting

1 370

Beleidsartikel 47 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II

47.1 Algemene doelstelling

De erfenis van WO II is afgewikkeld en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WO II, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven.

47.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

368 480

4 579

373 059

4 997

378 056

      

Uitgaven

369 245

4 579

373 824

4 608

378 432

      

Programma-uitgaven

368 336

4 323

372 659

4 593

377 252

1. Een kwalitatief goed en doelmatig stelsel van materiële en immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen WO II in een situatie van afbouw

359 001

4 579

363 580

4 495

368 075

2. De herinnering aan WO II blijft levend en veel mensen – waaronder specifieke subgroepen zoals bijvoorbeeld jeugdigen – zijn zich bewust van de betekenis van WO II

9 335

– 256

9 079

98

9 177

      

Apparaatsuitgaven

909

256

1 165

15

1 180

      

Ontvangsten

0

0

0

0

0

47.3 Operationele doelstellingen

Er zijn twee operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. Een kwalitatief goed en doelmatig stelsel van materiële en immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen WO II in een situatie van afbouw;

  • 2. De herinnering aan WO II blijft levend en veel mensen – waaronder specifieke subgroepen zoals bijvoorbeeld jeugdigen – zijn zich bewust van de betekenis van WO II.

47.3.1 Een kwalitatief goed en doelmatig stelsel van materiele en immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen WO II in een situatie van afbouw

Stand 1e suppletoire begroting

363 580

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Loonbijstelling tranche 2010, kader Rijksbegroting in enge zin.

4 495

Stand 2e suppletoire begroting

368 075

47.3.2 De herinnering aan WO II blijft levend en veel mensen – waaronder specifieke subgroepen, zoals bijvoorbeeld jeugdigen – zijn zich bewust van de betekenis van WO II

Stand 1e suppletoire begroting

9 079

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Loonbijstelling tranche 2010, kader Rijksbegroting in enge zin.

98

Stand 2e suppletoire begroting

9 177

47.4 Apparaatsuitgaven

Stand 1e suppletoire begroting

1 165

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Betreft verschillende posten op het gebied van personele en materiële uitgaven.

15

Stand 2e suppletoire begroting

1 180

47.5 Ontvangsten

Stand 1e suppletoire begroting

0

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Overige mutaties

0

Stand 2e suppletoire begroting

0

Niet-beleidsartikel 98 Algemeen

98.1 Algemene doelstelling

In dit niet-beleidsartikel worden de uitgaven beschreven die niet specifiek aan een van de beleidsdoelstellingen uit de voorgaande beleidsartikelen zijn toe te rekenen. Het gaat hierbij om ministeriebrede programma- en apparaatsuitgaven.

98.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

299 172

36 170

335 342

47 772

383 114

      

Uitgaven

303 719

36 722

340 441

29 772

370 213

      

Programma-uitgaven

99 517

11 257

110 774

13 225

123 999

1. Beheer en toezicht stelsel

89 992

1 290

91 282

11 412

102 694

2. Internationale samenwerking bevorderen

9 525

9 967

19 492

369

19 861

3. Verzameluitkering VWS

0

0

0

1 444

1 444

      

Apparaatsuitgaven

204 202

25 465

229 667

16 547

246 214

      

Ontvangsten

4 080

4 361

8 441

3 070

11 511

98.3 Operationele doelstellingen op programma-uitgaven

Er zijn drie operationele doelstellingen op dit niet-beleidsartikel:

  • 1. Beheer en toezicht stelsel;

  • 2. Internationale samenwerking bevorderen;

  • 3. Verzameluitkering VWS.

Daarnaast worden op dit artikel de apparaatsuitgaven geraamd van de Inspectie Gezondheidszorg, Sociaal en Cultureel Planbureau, Raad voor Maatschappelijke ontwikkeling, Raad voor Volksgezondheid en Zorg, de Gezondheidsraad, Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek, Strategisch onderzoek RIVM, Strategisch onderzoek NVI, Inspectie Jeugdzorg en Personeel en materieel kernministerie.

98.3.1 Beheer en toezicht stelsel

Stand 1e suppletoire begroting

91 282

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Overboeking van artikel 42 OD 3 naar artikel 98 OD 1 ten behoeve van de uitvoeringskosten van het CVZ met betrekking tot wanbetalers en onverzekerden. De uitvoeringskosten in het kader van de aanpak van wanbetalers en onverzekerden worden verantwoord op artikel 98 OD 1..

8 822

2. Overige mutaties

2 590

Stand 2e suppletoire begroting

102 694

98.3.2 Internationale samenwerking bevorderen

Stand 1e suppletoire begroting

19 492

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Overige mutaties

369

Stand 2e suppletoire begroting

19 861

98.3.3 Verzameluitkering VWS

Stand 1e suppletoire begroting

0

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 98 OD 3 in verband met toevoeging aan de Verzameluitkering VWS. Betreft subsidie Frieslab gemeente Leeuwarden.

267

2. Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 98 OD 3 in verband met toevoeging aan de Verzameluitkering VWS. Betreft inhuur projectleider pilot gezamenlijke beoordeling gemeente Leeuwarden

62

3. Overboeking van artikel 46 OD 3 naar artikel 98 OD 3 in verband met toevoeging aan de Verzameluitkering VWS. Betreft Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven.

365

4. Overboeking van artikel 46 OD 3 naar artikel 98 OD 3 in verband met toevoeging aan de Verzameluitkering VWS. Betreft bijdrage aan de gemeenten Amsterdam, Utrecht en Middelburg in verband met de organisatie van de Giro D'Italia in Nederland.

750

Stand 2e suppletoire begroting

1 444

98.4 Apparaatsuitgaven

Stand 1e suppletoire begroting

229 667

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Desaldering ontvangst Sociaal en Cultureel Planbureau voor het verrichten van externe opdrachten ten behoeve van de kosten van inhuur van personeel.

1 500

2. Overboeking van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Betreft jaarlijkse bijdrage aan de Gezondheidsraad.

1 054

3. Desaldering ontvangst Gezondheidsraad voor het verrichten van extra werkzaamheden.

570

4. Desaldering ontvangst van het Centraal Informatiepunt Beroepen gezondheidszorg (CIBG) ten behoeve van kosten ICT-beheer.

1 000

5. Overboeking naar het ministerie van Verkeer & Waterstaat (V&W). Het ICT-beheer van VWS wordt uitgevoerd door een shared serviceorganisatie bij V&W.

– 4 508

6. Ombuigingsmaatregelen. Er is voor gekozen om een deel van de eigenaarsbijdrage voor het RIVM op te schorten.

– 1 000

7. Overboeking van artikel 41 OD 4 naar artikel 98 (Strategisch onderzoek NVI). De compensatie voor de transitiekosten van het NVI liep normaliter via de opdrachtgever. Inhoudelijk gezien ligt het meer voor de hand om deze boeking via de eigenaar te laten lopen.

8 000

8. Betreft verschillende posten op het gebied van personele en materiële uitgaven.

3 188

9. Lagere uitgaven voor voormalige VWS-medewerkers die aanspraak maken op een wachtgelduitkering of gebruik maken van FPU-suppletie. Daarnaast gaat het om lagere kosten voor abonnementen woon-werkverkeer en apparaatskosten UWV, ABP en Belastingdienst.

– 1 000

10. Om de in het jaarplan 2010 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg genoemde ontwikkeling, het onderhoud en de actualisering van kwaliteitsindicatoren in de verschillende sectoren van de zorg te kunnen uitvoeren zijn deze middelen noodzakelijk.

3 800

11. Het RIVM heeft te kampen met frictiekosten als gevolg van diverse uitplaatsings- en verandertrajecten. Hiervoor ontvangt het RIVM compensatie.

2 500

12. Overige mutaties

1 443

Stand 2e suppletoire begroting

246 214

98.5 Ontvangsten

Stand 1e suppletoire begroting

8 441

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Desaldering ontvangst van het Centraal Informatiepunt Beroepen gezondheidszorg (CIBG) ten behoeve van kosten ICT-beheer.

1 000

2. Desaldering ontvangst Sociaal en Cultureel Planbureau voor het verrichten van externe opdrachten ten behoeve van de kosten van inhuur van personeel.

1 500

3. Desaldering ontvangst Gezondheidsraad.

570

Stand 2e suppletoire begroting

11 511

Niet-beleidsartikel 99 Nominaal en Onvoorzien

99.1 Algemene doelstelling

Dit is een technisch, administratief artikel, waarop middelen voor de loon- en prijsbijstelling worden geparkeerd voordat ze worden overgeheveld naar de desbetreffende beleidsartikelen. Ook worden hierop de onvoorziene uitgaven geraamd. Daarnaast worden op dit artikel de taakstellingen geboekt, voordat deze worden verdeeld over de beleidsartikelen.

99.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

– 46 855

– 32 850

– 79 705

100 705

21 000

      

Uitgaven

– 46 855

– 32 850

– 79 705

79 705

0

      

Programma-uitgaven

– 46 855

– 32 850

– 79 705

79 705

0

1. Loonbijstelling

175

30 000

30 175

– 30 175

0

2. Prijsbijstelling

12 685

– 64

12 621

– 12 621

0

3. Onvoorzien

79

0

79

– 79

0

4. Taakstelling

– 59 794

– 62 786

– 122 580

122 580

0

      

Ontvangsten

4 200

800

5 000

– 3 485

1 515

99.3 Operationele doelstellingen

Er zijn vier operationele doelstellingen op dit niet-beleidsartikel:

  • 1. Loonbijstelling;

  • 2. Prijsbijstelling;

  • 3. Onvoorzien;

  • 4. Taakstelling.

99.3.1 Loonbijstelling

Stand 1e suppletoire begroting

30 175

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Toedeling aan de artikelen van de reservering die bij 1e suppletoire begroting is gemaakt voor het verwachte knelpunt als gevolg van de inhouding van de loonbijstelling tranche 2010.

– 30 142

2. Inzet van resterende middelen uit prijsbijstelling tranche 2009 voor dekking van taakstellingen op de VWS-begroting (artikel 99 OD 4).

– 33

Stand 2e suppletoire begroting

0

99.3.2 Prijsbijstelling

Stand 1esuppletoire begroting

12 621

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Inzet van resterende middelen uit prijsbijstelling tranche 2009 voor dekking van taakstellingen op de VWS-begroting (artikel 99 OD 4).

– 12 621

Stand 2e suppletoire begroting

0

99.3.3 Onvoorzien

Stand 1e suppletoire begroting

79

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Inzet van resterende middelen uit prijsbijstelling tranche 2009 voor dekking van taakstellingen op de VWS-begroting (artikel 99 OD 4).

– 79

Stand 2e suppletoire begroting

0

99.3.4 Taakstelling

Stand 1e suppletoire begroting

– 122 580

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Inzet van resterende middelen uit prijsbijstelling tranche 2009 voor dekking van taakstellingen op de VWS-beroting.

12 733

2. Invulling van de bij eerste suppletoire begroting 2010 verhoogde taakstellende onderuitputting.

46 275

3. Invulling van de taakstellende onderuitputting uit de VWS-begroting.

63 572

Stand 2e suppletoire begroting

0

99.3.5 Ontvangsten

Stand 1e suppletoire begroting

5 000

Mutaties 2esuppletoire begroting:

 

1. Bij de voorjaarsbesluitvorming 2010 is de ontvangstenraming met € 5 miljoen verhoogd. Hiervan wordt circa € 3,5 miljoen bij tweede suppletoire wet ingevuld.

– 3 485

Stand 2e suppletoire begroting

1 515

4. HET BELEID MET BETREKKING TOT DE ZORGUITGAVEN

Deze paragraaf geeft een overzicht van de ontwikkeling van de uitgaven en ontvangsten in de zorgsector in het lopende jaar. De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Najaarsnota 2010, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt.

De gepresenteerde mutaties zijn bijstellingen ten opzichte van de standen die zijn opgenomen in de 1e suppletoire begroting 2010.

Voor de beoordeling in hoeverre bijstellingen nodig zijn ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2010, is mede gebruik gemaakt van de informatie van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Met betrekking tot de CVZ-informatie aangaande de AWBZ geldt dat deze voornamelijk is gebaseerd op een extrapolatie van de tot en met juni aan zorginstellingen betaalde voorschotten. Voor wat betreft de CVZ-informatie aangaande de Zvw gaat het om de opgaven van de uitgaven Zvw van de zorgverzekeraars over het eerste half jaar van 2010. De opgaven van de schade met betrekking tot de Zvw over het eerste half jaar bevatten nog voor een belangrijk deel schattingen van de zorgverzekeraars inzake de tot nog te ontvangen declaraties met betrekking tot het eerste half jaar. De schadecijfers en de extrapolatie daarvan naar een jaar zijn dan ook met onzekerheden omgeven. Van de NZa zijn gegevens ontvangen over de instellingsbudgetten. De gegevens van het CVZ en NZa geven bij enkele zorgsectoren aanleiding om de raming van de uitgaven onder het Budgettair Kader Zorg (BKZ) bij te stellen.

4.1 Bijstellingen van de uitgaven en ontvangsten in 2010

De netto-BKZ-uitgaven zijn de bruto-BKZ-uitgaven verminderd met de BKZ-ontvangsten, te weten de opbrengsten eigenrisico onder de Zvw, eigenbetalingen AWBZ en overige ontvangsten. De netto-BKZ-uitgaven namen bij de 1e suppletoire begroting toe met € 903,6 miljoen, bij de 2e suppletoire begroting nemen deze ten opzichte van de VWS begroting toe met € 1 178,6 miljoen. Ten opzichte van de 1e suppletoire begroting nemen de BKZ-uitgaven bij de 2e suppletoire begroting dus met € 275 miljoen toe. Dit betreft het saldo van verschillende mutaties.

De ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten wordt in tabel 1 toegelicht. De belangrijkste mutaties worden vervolgens kort toegelicht. Voor een uitgebreide toelichting van de BKZ-mutaties op de VWS-artikelen wordt verwezen naar paragraaf 4.2.

Tabel 1 Mutaties in de bruto- en netto-BKZ-uitgaven 2010 (bedragen x € 1 000 000)
 

2010

Bruto-BKZ-uitgaven stand VWS ontwerpbegroting 2010

59 734,4

Mutaties gemeld in de 1e suppletoire begroting 2010

813,6

Bruto-BKZ-uitgaven stand 1esuppletoire begroting 2010

60 548,0

  

Nieuwe mutaties

318,9

Actualisering zorguitgaven

318,6

Intertemporele compensatie medisch specialisten

33,0

Doorwerking korting medisch specialisten

– 28,7

Hepatitis B

– 10,0

Uitzonderingen op PGB-stop 2010

13,0

Algemene tegemoetkomingen Wtcg

30,7

IJklijnmutaties

– 17,9

Overig

– 19,8

  

Bruto-BKZ-uitgaven stand 2esuppletoire begroting 2010

60 866,9

  

BKZ-ontvangsten stand VWS ontwerpbegroting 2010

2 975,2

Mutaties gemeld in de 1e suppletoire begroting 2010

– 90,0

BKZ-ontvangsten stand 1esuppletoire begroting 2010

2 885,2

  

Nieuwe mutaties

43,9

Terugontvangsten opleidingsfonds

23,0

IJklijnmutaties

20,9

  

BKZ-ontvangsten stand 2esuppletoire begroting 2010

2 929,1

  

Netto-BKZ-uitgaven stand VWS ontwerpbegroting 2010

56 759,2

Netto-BKZ-uitgaven stand 1esuppletoire begroting 2010

57 662,8

Netto-BKZ-uitgaven stand 2esuppletoire begroting 2010

57 937,8

  

Mutatie netto-BKZ-uitgaven

 

1esuppletoire begroting 2010 t.o.v. VWS ontwerpbegroting 2010

903,6

2esuppletoire begroting 2010 t.o.v. 1esuppletoire begroting 2010

275,0

2esuppletoire begroting 2010 t.o.v. VWS ontwerpbegroting 2010

1 178,6

Ontwikkeling in de bruto-BKZ-uitgaven

Actualisering zorguitgaven

Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn de uitgaven geactualiseerd. Uit deze actualisering volgt per saldo een aanvullende tegenvaller van € 318,6 miljoen in 2010. Deze bestaat voornamelijk uit hogere -dan bij de 1e suppletoire begroting 2010 aangekondigde- tegenvallers bij de ziekenhuizen (€ 120,3 miljoen), ZBC's (€ 65,5 miljoen), AWBZ-instellingen die zorg in natura leveren (€ 100 miljoen kapitaallasten en € 83,3 miljoen nieuwe capaciteit), de persoonsgebonden budgetten (€ 74 miljoen) en minder uitgaven bij de medisch specialisten (€ 117,4 miljoen).

Intertemporele compensatie medisch specialisten

De NZa heeft de korting van medisch specialisten van € 512 miljoen gedifferentieerd in de tarieven verwerkt. Een deel van de korting in 2010 slaat echter neer in 2011. Daarom vindt een intertemporele compensatie plaats van € 33 miljoen van 2010 naar 2011.

Doorwerking korting medisch specialisten

De afname van de overschrijding bij de ziekenhuizen ten opzichte van de stand begroting 2011 is vanaf 2010 en latere jaren groter in verband met de doorwerking van de korting medisch specialisten (circa € 30 miljoen in 2010 en circa € 50 miljoen in 2011). Hierdoor is de toename van deze overschrijding ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2010 minder groot dan in de ontwerpbegroting 2011 werd verwacht. Door deze korting hebben ziekenhuizen minder inkomsten voor hun medisch specialisten in loondienst omdat ook de tarieven voor medisch specialisten in loondienst neerwaarts zijn bijgesteld.

Hepatitis B

Als gevolg van het besluit om (uiterlijk) per 1 januari 2012 de vaccinatie tegen Hepatitis B toe te voegen aan het RVP valt in 2010 € 10 miljoen vrij.

Uitzonderingen op PGB-stop 2010

Het betreft de middelen voor uitzonderingsgevallen op het handhaven van het pgb-subsidieplafond vanaf 1 juli 2010. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Van der Veen c.s. (Kamerstuk 32 123 XVI, nr.149).

Algemene tegemoetkomingen Wtcg

Op basis van Zvw-zorggebruik, AWBZ-indicaties en Wmo-zorggebruik wordt door het CAK geïnventariseerd wie er recht hebben op een algemene tegemoetkoming in het kader van de Wtcg. Voorlopige gegevens wijzen er op dat het voor de tegemoetkomingen benodigde bedrag € 30,7 miljoen hoger is dan eerder is geraamd.

IJklijnmutaties

Dit betreft het saldo van diverse mutaties tussen het BKZ en de andere uitgavenkaders (RGB-eng en SZA). Er zijn middelen naar de VWS-begroting overgeheveld voor de Ouderenregeling ambulances, voor de meerkosten voor het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) en voor de HPV-vaccins.

Overig

Deze post is het saldo van verschillende mutaties.

Ontwikkeling in de BKZ-ontvangsten

Terugontvangsten Opleidingsfonds

Betreft terugontvangsten uit hoofde van vaststelling van subsidies voor de zogenaamde eerste en tweede tranche die in eerdere jaren zijn verleend.

IJklijnmutaties

De ontvangsten als gevolg van de aan wanbetalers opgelegde bestuursrechterlijke premie worden toegevoegd aan het Zorgverzekeringsfonds.

Met Financiën is voor het jaar 2010 afgesproken dat op basis van gegevens van het CVZ ten aanzien van dat deel van de ontvangsten die betrekking hebben op de opslag van 30% in de bestuursrechterlijke premie de ontvangstenraming op de VWS-begroting verlaagd kan worden onder gelijktijdige verhoging van de ontvangsten op dit artikel.

Werkelijke kader/BKZ

Het werkelijke kader/BKZ is door het kabinet Balkenende IV vastgesteld in het coalitieakkoord. Gedurende een kabinetsperiode verandert dit kader in principe niet meer, afgezien van ijklijnmutaties (verschuivingen van uitgaven tussen de verschillende kaders), nominale bijstellingen en technische bijstellingen.

De nominale bijstellingen is het aanpassen van het kader aan de ontwikkeling van de prijs nationale bestedingen (pNB). Hierdoor beweegt het kader mee met een hogere of lagere prijsontwikkeling. Sinds het opstellen van het coalitieakkoord is de verwachte prijsontwikkeling licht gedaald, waardoor het kader lager uitvalt. Daarnaast is het kader naar beneden aangepast als gevolg van ijklijnmutaties en technische bijstellingen. In het aanvullende Beleidsakkoord van maart 2009 heeft het kabinet Balkenende IV daarnaast vastgelegd dat vanaf de ontwerpbegroting 2009 de uitgavenkaders ook gecorrigeerd worden voor macro-economische ontwikkelingen. Dit houdt in dat het kader aangepast wordt aan het verschil tussen de ontwikkeling van de pNB en de daadwerkelijke ontwikkeling van de lonen en prijzen in de zorg (dit is de zogenaamde ruilvoet).

Als gevolg van alle hierboven genoemde ontwikkelingen is het kader voor 2010 € 344 miljoen lager dan ten tijde van de ontwerpbegroting 2010.

Tabel 2 geeft de ontwikkeling van de uitgaven en ontvangsten onder het BKZ weer.

Tabel 2 Ontwikkeling van het BKZ 2010 (bedragen x € 1 000 000)
 

Bruto BKZ uitgaven

BKZ ontvangsten

Netto BKZ uitgaven

Werkelijk kader/BKZ

Overschrijding (+) / onderschrijding (–)

 

(Bruto)

(Eigen betalingen)

(Netto)

  
 

a

b

c=a-b

d

e=c-d

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

59 734

2 975

56 759

57 416

– 656

Stand 1e suppletoire begroting 2010

60 548

2 885

57 663

57 110

553

Stand 2esuppletoire begroting 2010

60 867

2 929

57 938

57 071

867

      

Mutatie netto-BKZ-uitgaven

     

1esuppletoire begroting 2010 t.o.v. VWS ontwerpbegroting 2010

814

– 90

904

– 306

1 209

2esuppletoire begroting 2010 t.o.v. 1esuppletoire begroting 2010

319

44

275

– 39

314

2esuppletoire begroting 2010 t.o.v. VWS ontwerpbegroting 2010

1 132

– 46

1 179

– 344

1 523

* Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal

Als gevolg van ijklijn- en technische mutaties, een daling van de verwachte loon- en prijsontwikkeling en de tegenvallers die volgen uit de actualisering van de zorguitgaven, zijn de bruto-BKZ-uitgaven (€ 1 132 miljoen), -ontvangsten (– € 46 miljoen) en dus ook netto-BKZ-uitgaven (€ 1 179 miljoen) toegenomen.

Ten opzichte van het werkelijk kader/BKZ is er sprake van een overschrijding van het kader van € 867 miljoen. Ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2010 is dat een verslechtering van de kadertoetsing van € 1 523 miljoen.

4.2 Toelichting mutaties per artikel

De onderstaande tabellen geven een cijfermatig overzicht per artikel. Tabel 3 geeft de mutaties vanaf de stand ontwerpbegroting 2010 tot aan de 2e suppletoire begroting 2010 op artikelniveau weer. Relevante mutaties worden in tabel 4 verder toegelicht.

Tabel 3 Premiegefinancierde zorguitgaven per artikel 2010 (bedragen x € 1 000 000)
 

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

Stand VWS 1e suppletoire begroting 2010

Stand VWS 2e suppletoire begroting 2010

41 Volksgezondheid

107,8

92,1

86,9

42 Gezondheidszorg

33 346,8

34 016,3

34 340,2

43 Langdurige zorg

22 484,6

23 041,1

23 597,6

44 Maatschappelijke ondersteuning

178,0

178,0

180,7

99 Nominaal en onvoorzien

934,8

631,6

39,3

Wmo (Gemeentefonds)

1 626,6

1 544,6

1 544,6

Opleidingsfonds (begroting VWS)

839,7

845,0

845,0

Wtcg (begroting VWS)

499,3

515,4

551,1

BES-eilanden (begroting VWS)

0,0

0,0

1,5

Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven

36,8

3,9

0,0

Totaal

60 054,4

60 868,0

61 186,9

Tabel 4 Zorguitgaven per artikel

41 Volksgezondheid (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

107,8

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

– 15,7

Stand1esuppletoire begroting 2010

92,1

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

1. Actualisering zorguitgaven

– 5,0

2. Nominale tranche 2010

– 0,2

Stand 2esuppletoire begroting 2010

86,9

Toelichting mutaties:

1. Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn na het verschijnen van de 1e suppletoire begroting 2010 de zorguitgaven geactualiseerd. Uit deze actualisering volgt voor 2010 een meevaller van € 5 miljoen.

2. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2010–2015. De tranche 2010 wordt nu toebedeeld aan de sectoren.

42 Gezondheidszorg (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

33 346,8

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

669,5

Stand 2esuppletoire begroting 2010

34 016,3

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

1. Actualisering zorguitgaven

66,3

2. Intertemporele compensatie korting medisch specialisten

33,0

3. Doorwerking korting medisch specialisten

– 28,7

4. Chronische keten dbc's

– 13,9

5. Niet indexeren vrije beroepsbeoefenaren

57,5

6. Nominale tranche 2010

205,8

Overige mutaties

3,9

Stand 2esuppletoire begroting 2010

34 340,2

Toelichting mutaties:

  • 1. Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn na het verschijnen van de 1e suppletoire begroting 2010 de zorguitgaven geactualiseerd. Uit deze actualisering volgt per saldo voor 2010 een tegenvaller van € 66,3 miljoen. Deze tegenvaller bestaat voornamelijk uit hogere uitgaven bij de ziekenhuizen (€ 120,3 miljoen) en ZBC’s (€ 65,5 miljoen) en minder uitgaven bij de medisch specialisten (€ 117,4 miljoen) dan gemeld in de 1e suppletoire begroting.

  • 2. De NZa heeft de korting van medisch specialisten van € 512 miljoen gedifferentieerd in de tarieven verwerkt. Een deel van de korting in 2010 slaat echter neer in 2011. Daarom vindt een intertemporele compenstaie plaats van € 33 miljoen van 2010 naar 2011.

  • 3. De afname van de overschrijding bij de ziekenhuizen ten opzichte van de stand begroting 2011 is vanaf 2010 en latere jaren groter in verband met de doorwerking van de korting medisch specialisten (circa € 30 miljoen in 2010 en circa € 50 miljoen in 2011). Hierdoor is de toename van deze overschrijding ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2010 minder groot dan in de ontwerpbegroting 2011 werd verwacht. Door deze korting hebben ziekenhuizen minder inkomsten voor hun medisch specialisten in loondienst omdat ook de tarieven voor medisch specialisten in loondienst neerwaarts zijn bijgesteld.

  • 4. De geraamde uitgaven voor de keten dbc’s zijn vanaf 2010 neerwaarts bijgesteld omdat de keten dbc hartfalen vooralsnog niet van start gaat, de keten COPD op 1 juli 2010 is gestart en de POH pas met ingang van 1 januari 2011 via de ketens gefinancierd kan worden. De bedragen waarmee de keten dbc’s neerwaarts zijn bijgesteld zijn teruggeboekt naar de sectoren (extramurale zorg, eerstelijnssectoren en ziekenhuizen en nominaal en onvoorzien) waaruit de bedragen voor de keten dbc’s vorig jaar zijn onttrokken.

  • 5. In de begroting 2010 stond aangekondigd dat VWS voor alle vrije beroepsbeoefenaren (medisch specialisten, huisartsen, kraamzorg, verloskunde, paramedici, tandheelkunde en apothekers) het tarief voor de tweede helft van 2009 en voor heel 2010 niet zou indexeren. Dit betreft een technische overheveling naar artikel 99.

  • 6. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2010–2015. De tranche 2010 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van artikel 99).

43 Langdurige zorg (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

22 484,6

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

556,5

Stand 1esuppletoire begroting 2010

23 041,1

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

1. Actualisering zorguitgaven

257,3

2. Uitzonderingen op PGB-stop in 2010

13,0

3. Nominale tranche 2010

287,0

Overige mutaties

– 0,8

Stand 2esuppletoire begroting 2010

23 597,6

Toelichting mutaties:

  • 1. Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn na het verschijnen van de 1e suppletoire begroting 2010 de zorguitgaven geactualiseerd. Uit deze actualisering volgt per saldo voor 2010 een tegenvaller van € 257,3 miljoen. Deze tegenvaller bestaat uit hogere uitgaven bij de zorg in natura door AWBZ-instellingen ((€ 100 miljoen kapitaallasten en € 83,3 miljoen nieuwe capaciteit) en pgb (€ 74 miljoen).

  • 2. Het betreft de middelen voor uitzonderingsgevallen op het handhaven van het pgb-subsidieplafond vanaf 1 juli 2010. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Van der Veen c.s. (Kamerstuk 32 123 XVI, nr.149).

  • 3. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2010–2015. De tranche 2010 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van artikel 99).

44 Maatschappelijke ondersteuning (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

178,0

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

0,0

Stand 1esuppletoire begroting 2010

178,0

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

1. Nominale tranche 2010

2,7

Stand 2esuppletoire begroting 2010

180,7

Toelichting mutaties:

  • 1. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2010–2015. De tranche 2010 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van artikel 99).

99 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

934,8

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

– 303,2

Stand 1esuppletoire begroting 2010

631,6

Mutaties tot en met de 2e suppletoire begroting 2010

 

1. HPV-vaccinatie

– 6,0

2. Hepatitis B

– 10,0

3. BES-eilanden

– 1,5

4. Niet indexeren vrije beroepsbeoefenaren

– 57,5

5. Chronische keten dbc's

13,9

6. Nominaal tranche 2010

– 491,7

Overige mutaties

– 39,5

Stand 2esuppletoire begroting 2009

39,3

Toelichting mutaties:

  • 1. Met de leverancier is een contract afgesloten voor de jaarlijkse aanschaf van HPV-vaccins. Deze worden rechtstreeks via het NVI aangeschaft en lopen dus niet via het RVP. De opdrachtverlening hierdoor verloopt via het RIVM/CIb. Daardoor moet het benodigd budget worden overgeheveld naar de VWS-begroting.

  • 2. Als gevolg van het besluit om (uiterlijk) per 1 januari 2012 de vaccinatie tegen Hepatitis B toe te voegen aan het RVP valt in 2010 € 10 miljoen vrij.

  • 3. De BES-eilanden worden per 10 oktober 2010 als openbare lichamen onderdeel van Nederland. Rijksbreed is afgesproken dat het voorzieningenniveau op de BES-eilanden gefaseerd verbeterd zal worden richting Nederlands niveau. De minister van VWS draagt per 10 oktober 2010 de verantwoordelijkheid voor de rijkstaken op het terrein van zorg en welzijn op de BES-eilanden. De zorgkosten, beheerskosten en zorgontwikkelingskosten van de burgers op de BES-eilanden vallen vanaf de transitiedatum onder het Budgettair Kader Zorg. De totale uitgaven ten behoeve van de BES-eilanden worden via operationele doelstelling 42.4 «De burgers van de BES-eilanden kunnen gebruik maken van voorzieningen voor zorg en welzijn» op de VWS-begroting verantwoord.

  • 4. In de begroting 2010 stond aangekondigd dat VWS voor alle vrije beroepsbeoefenaren (medisch specialisten, huisartsen, kraamzorg, verloskunde, paramedici,tandheelkunde en apothekers) het tarief voor de tweede helft van 2009 en voor heel 2010 niet zou indexeren. Dit betreft een technische overheveling van artikel 42.

  • 5. De geraamde uitgaven voor de keten dbc’s zijn vanaf 2010 neerwaarts bijgesteld omdat de keten dbc hartfalen vooralsnog niet van start gaat, de keten COPD op 1 juli 2010 is gestart en de POH pas met ingang van 1 januari 2011 via de ketens gefinancierd kan worden. De bedragen waarmee de keten dbc’s neerwaarts zijn bijgesteld zijn teruggeboekt naar de sectoren (extramurale zorg, eerstelijnssectoren en ziekenhuizen en nominaal en onvoorzien) waaruit de bedragen voor de keten dbc’s vorig jaar zijn onttrokken.

  • 6. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2010–2015. De tranche 2010 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van artikel 99).

99 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1 000 000)

Ontvangsten

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

2 975,2

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

– 120,0

Stand 1esuppletoire begroting 2010

2 855,2

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

1. Ontvangsten wanbetalers

20,9

Stand 2esuppletoire begroting 2010

2 876,1

Toelichting mutaties:

  • 1. De ontvangsten als gevolg van de aan wanbetalers opgelegde bestuursrechterlijke premie worden toegevoegd aan het Zorgverzekeringsfonds.

Met Financiën is voor het jaar 2010 afgesproken dat op basis van gegevens van het CVZ ten aanzien van dat deel van de ontvangsten die betrekking hebben op de opslag van 30% in de bestuursrechterlijke premie de ontvangstenraming op de VWS-begroting verlaagd kan worden onder gelijktijdige verhoging van de ontvangsten op dit artikel.

Wmo (Gemeentefonds, op de begroting van BZK) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

1 626,6

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

– 82,0

Stand 1esuppletoire begroting 2010

1 544,6

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

n.v.t.

 

Stand 2esuppletoire begroting 2010

1 544,6

Toelichting mutaties:

n.v.t.

Opleidingsfonds (op de begroting van VWS) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

839,7

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

5,3

Stand 1esuppletoire begroting 2010

845,0

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

n.v.t

 

Stand 2esuppletoire begroting 2010

845,0

Toelichting mutaties:

n.v.t

Opleidingsfonds (op de begroting van VWS) (bedragen x € 1 000 000)

Ontvangsten

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2009

0,0

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

30,0

Stand 1esuppletoire begroting 2010

30,0

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

1. Terugontvangsten

23,0

Stand 2esuppletoire begroting 2010

53,0

Toelichting mutaties:

  • 1. Betreft terugontvangsten uit hoofde van vaststelling van subsidies voor de zogenaamde eerste en tweede tranche die in eerdere jaren zijn verleend.

Wtcg (op de begroting van VWS) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

499,3

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

16,1

Stand 1esuppletoire begroting 2010

515,4

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

1. Algemene tegemoetkomning Wtcg

30,7

Overige mutaties

5,0

Stand 2esuppletoire begroting 2010

551,1

Toelichting mutaties:

  • 1. Op basis van Zvw-zorggebruik, AWBZ-indicaties en Wmo-zorggebruik wordt door het CAK geïnventariseerd wie er recht hebben op een algemene tegemoetkoming in het kader van de Wtcg. Voorlopige gegevens wijzen er op dat het voor de tegemoetkomingen benodigde bedrag € 30,7 miljoen hoger is dan eerder is geraamd.

BES-eilanden (op de begroting van VWS) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

0,0

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

n.v.t.

Stand 1esuppletoire begroting 2010

0,0

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

1. BES-eilanden

1,5

Stand 2esuppletoire begroting 2010

1,5

Toelichting mutaties:

  • 1. De BES-eilanden worden per 10 oktober 2010 als openbare lichamen onderdeel van Nederland. Rijksbreed is afgesproken dat het voorzieningenniveau op de BES-eilanden gefaseerd verbeterd zal worden richting Nederlands niveau. De minister van VWS draagt per 10 oktober 2010 de verantwoordelijkheid voor de rijkstaken op het terrein van zorg en welzijn op de BES-eilanden. De zorgkosten, beheerskosten en zorgontwikkelingskosten van de burgers op de BES-eilanden vallen vanaf de transitiedatum onder het Budgettair Kader Zorg. De totale uitgaven ten behoeve van de BES-eilanden worden via operationele doelstelling 42.4 «De burgers van de BES-eilanden kunnen gebruik maken van voorzieningen voor zorg en welzijn» op de VWS-begroting verantwoord.

Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven (o.a. op de begroting van Financiën) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

36,8

Mutaties gemeld in de 1esuppletoire begroting 2010

– 32,9

Stand 1esuppletoire begroting 2010

3,9

Mutaties tot en met de 2esuppletoire begroting 2010

 

1. Nominale tranche 2010

– 3,6

Overige mutaties

– 0,3

Stand 2esuppletoire begroting 2009

0,0

Toelichting mutaties:

  • 1. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2010–2015. De tranche 2010 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van artikel 99).

Naar boven