32 512 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht in verband met de bevoegdheid tot aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen van bestuurders en dagelijks beleidsbepalers

Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID SCHOUW

Ontvangen 7 december 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt aan artikel 135 een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Indien aandelen van de vennootschap of met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, behoeft de vergoeding ter gelegenheid van het vertrek van een bestuurder die meer bedraagt dan het vaste deel van het jaarsalaris de goedkeuring van de algemene vergadering. Het ontbreken van de goedkeuring van de algemene vergadering tast de vertegenwoordigingbevoegdheid van degene of degenen die de vergoeding namens de vennootschap is of zijn overeengekomen, niet aan.

II

Artikel III komt te luiden:

Artikel III

Artikel 2:135, lid 9 is niet van toepassing op een vergoeding van een bestuurder bij ontslag die is overeengekomen voor de inwerkingtreding van deze wet.

Toelichting

Volgens best practice bepaling II.2.8 uit de Corporate Governance Code bedraagt de vergoeding bij ontslag maximaal eenmaal het vaste deel van het jaarsalaris. Indien het maximum van eenmaal het jaarsalaris voor een bestuurder die in zijn eerste benoemingstermijn wordt ontslagen kennelijk onredelijk is, komt deze bestuurder in dat geval in aanmerking voor een ontslagvergoeding van maximaal tweemaal het jaarsalaris, zo bepaalt de Code.

50% van de beurs-NV’s passen deze best practice bepaling niet toe.1 Dit is geoorloofd, met dien verstande dat de vennootschap de afwijking moet motiveren. In toenemende mate komt die motivering erop neer dat ondernemingen slechts aangeven dat zij een eigen regeling hanteren zonder daarbij aan te geven waarom ze de bepaling niet toepassen.2

Ook in Groot-Brittannië overweegt de regering vennootschappen aan te zetten tot betere verantwoording over vertrekregelingen en tegelijk het draagvlak ervoor te vergroten. Overwogen wordt om vertrekregelingen die meer bedragen dan het vaste deel van het jaarsalaris aan de goedkeuring van de AVA te onderwerpen.3 Dit amendement is gebaseerd op het Britse voorstel. De reikwijdte is beperkt tot beurs-NV’s op wie de Corporate Governance Code van toepassing is.

Het nieuwe lid beperkt niet de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de personen die de ontslagvergoeding overeenkomen. Het getuigt niettemin van verstandig beleid wanneer de door het nieuwe artikellid bestreken ontslagvergoedingen slechts voorwaardelijk zullen worden overeengekomen in afwachting van de goedkeuring door de AVA.

Het amendement gaat gepaard met een overgangsbepaling op grond waarvan bestaande contracten worden gerespecteerd. De nieuwe bepaling is dus slechts van toepassing op vertrekvergoedingen die worden overeengekomen of gewijzigd ná de invoering van de wet. Dit laat onverlet dat best practice bepaling II.2.8 op deze vertrekregelingen onverkort van toepassing is.

Schouw


X Noot
1

D. Akkermans, H. van Ees, R. Hooghiemstra, Corporate Governance in Nederland, 2011, p. 11 (www.commissiecorporategovernance.nl/page/downloads/2011_Rapportage_CGIC.pdf ).

X Noot
2

Rapport Monitoring Commissie Corporate Governance, 2012, p. 12 (www.commissiecorporategovernance.nl/page/downloads/Rapport_MCGC_2011.pdf ) en het rapport van Akkermans, Van Ees en Hooghiemstra, p. 25 e.v.

Naar boven