32 433 Wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg

Nr. 14 MOTIE VAN HET LID JASPER VAN DIJK

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 31 januari 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de aanbeveling om een cultuurhistorische paragraaf op te nemen in gemeentelijke en provinciale structuurvisies niet is overgenomen;

overwegende, dat dit standpunt de werking van de nieuwe instrumenten Wabo en Wro miskent;

overwegende, dat voor afwijkingen van het bestemmingsplan op grond van de Wabo een omgevingsvergunning vereist is;

overwegende, dat die omgevingsvergunning slechts gehonoreerd kan worden indien de voorgestelde ruimtelijke ingreep voldoet aan «goede ruimtelijke ordening»;

van mening, dat ieder bouwinitiatief getoetst moet worden aan het bestemmingsplan, terwijl bij cultuurhistorische afwijkingen door vergunningvrij bouwen in beschermde stads- en dorpsgezichten toetsing niet meer verplicht is;

van mening, dat waar geen vergunning verplicht is, geen beroep en bezwaar door belanghebbenden mogelijk is;

verzoekt de regering in de wet op te nemen dat in gemeentelijke en provinciale structuurvisies een cultuurhistorische paragraaf wordt opgenomen, waarbij het hebben van een beeld- en kwaliteitsplan een vereiste is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jasper van Dijk

Naar boven