32 429 G-20

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2019

Op 28 en 29 juni aanstaande zal in Osaka de eerstvolgende G20-top plaatsvinden. Zoals uw Kamer eerder is meegedeeld in de brief van 18 december 2018 (Kamerstuk 32 429, nr. 11), is Nederland door het Japanse voorzitterschap weer als gastland uitgenodigd om aan deze G20-top en alle voorbereidende bijeenkomsten op ministerieel en ambtelijk niveau deel te nemen. Namens Nederland zullen tijdens de top in Osaka de Minister-President en de Minister van Financiën aanwezig zijn. De avond voorafgaand aan de top zal een gezamenlijk diner plaatsvinden van de Ministers van Financiën en de Ministers van Gezondheid. Tijdens dit diner zal gesproken worden over Universal Health Coverage.

Japan heeft een vrije en open, inclusieve en duurzame «human-centered future society» tot hoofdthema van haar voorzitterschap benoemd. Wereldwijde economische groei door het bevorderen van handel en innovatie staat hierbij centraal, waarbij Japan inzet op zowel het bereiken van economische groei als het terugdringen van ongelijkheid. Vergrijzende samenlevingen lopen als rode draad door gehele agenda van het Japanse G20-voorzitterschap. Tijdens de top zullen de G20 leiders hierover in verschillende inhoudelijke sessies met elkaar van gedachten wisselen, teneinde tot een gezamenlijke G20 verklaring te komen.

De kabinetsinzet met betrekking tot de Nederlandse G20 deelname in brede zin is uw Kamer reeds in februari toegekomen (Kamerstuk 32 429, nr. 12). Deze geldt onverkort en zal leidend zijn voor de Nederlandse inbreng tijdens de top. In deze brief wordt uw Kamer, mede namens de Minister-President, kort geïnformeerd over een aantal recente discussies in G20-verband.

Financiële traject

Onder het Financieel traject van de G20 vallen drie werkgroepen die zich in de aanloop naar de G20 top van regeringsleiders hebben geconcentreerd op het voorbereidende werk op het gebied van mondiale economische ontwikkelingen, internationale financiële architectuur en infrastructuurinvesteringen. Japan heeft het reguliere langlopende werk van het financiële traject voortgezet en heeft daarnaast accenten geplaatst door het op de agenda zetten van de effecten van vergrijzing, het belang van kwalitatief goede infrastructuurprojecten, schuldhoudbaarheid in lage inkomenslanden en mondiale onevenwichtigheden.

De door de Framework Working Group (FWG) geformuleerde vooruitzichten voor de mondiale economie zijn voorzichtig positief, met zicht op herstel van de economische groei na de periode van zwakkere groei eind 2018. Nederland onderstreept in de werkgroep dat de onderliggende fundamenten sterk zijn en de lichte groeiafname volgt op een periode van groei boven potentie. De werkgroep ziet ook de verschillende risico’s die negatieve impact kunnen hebben op de groei, waaronder de toename van de handelsspanningen. Nederland benadrukt dat zorgen over een ongelijk speelveld dienen te worden geadresseerd binnen het multilaterale stelsel door hervorming van de WTO. Daarnaast is het van belang dat landen blijven werken aan het herstellen van begrotingsbuffers zodat zij in staat zijn toekomstige groeischokken op te vangen. Nederland waardeert de aandacht van het Japanse voorzitterschap voor de macro-economische implicaties van vergrijzing en mondiale onevenwichtigheden. Nederland zal de gevolgen van vergrijzing voor de schuldhoudbaarheid en de noodzaak tot nadere analyse over de oorzaken van mondiale onevenwichtigheden benadrukken.

Nederland onderschrijft tevens het belang van schuldhoudbaarheid, zowel in de discussie over infrastructuurinvesteringen als in den brede. Transparantie, goede rapportagestandaarden en het inzichtelijk maken van voorwaardelijke verplichtingen en financieringen buiten de balans zijn essentieel voor het transparant en gezond houden van de overheidsschulden, alsmede voor het promoten van infrastructuur als aantrekkelijke investering voor private partijen – het overkoepelende doel van de Infrastructure Working Group (IWG). De werkgroep heeft een zestal vrijwillige en niet-bindende principes geformuleerd die de kwaliteit van infrastructuurinvesteringen internationaal omhoog kunnen brengen. Nederland benadrukt het belang van good governance om tot kwalitatief goede infrastructuur te komen en steunt de inzet van het Japanse voorzitterschap hierin. Ook de aandacht voor risico’s rondom de schuldhoudbaarheid in lage inkomenslanden is een onderwerp waarop de werkgroep International Financial Architecture veel werk heeft gedaan. We verwelkomen in dat kader de principes voor schuldhoudbaarheid die zijn ontwikkeld door het Institute of International Finance ten behoeve van transparantie van schulden en de houdbaarheid van private financiering. Ook het afronden van de vrijwillige zelfbeoordeling van de G20 Operational Guidelines for Sustainable Financing en de daaruit volgende beleidsopties ziet Nederland als een stap in de goede richting.

Handel & Investeringen

De G20 is een forum voor informele dialoog dat goed benut kan worden om de spanningen in het multilaterale handelssysteem te bespreken. Nederland zet erop in dat de G20-leiders tijdens de top een duidelijk signaal afgeven van samenwerking om deze spanningen te laten afnemen en het wereldhandelssysteem te versterken. Het zal naar verwachting echter lastig zijn om hier met de G20-leden consensus over te bereiken. Samen met de Europese Commissie vraagt Nederland aandacht voor het hervormen en versterken van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), in het bijzonder het geschillenbeslechtingsmechanisme, en op het uitbreiden van de WTO-regels om beter om te kunnen gaan met internationale marktverstoringen die worden veroorzaakt door industriële subsidies en andere vormen van overheidssteun. In dit kader steunen Nederland en de EU ook verlenging van het Global Forum on Steel Excess Capacity op basis van een duidelijk en inhoudelijk mandaat. Daarnaast legt Japan door middel van de gezamenlijke Ministeriele bijeenkomst over Digital Economy and Trade een nuttige verbinding tussen digitale economie en handel. Digitalisering leidt tot snel groeiende handel in diensten, data en zaken als e-commerce. Handelsregels moeten hierop worden aangepast1. Nederland benut de G20 voorts om de positie van ontwikkelingslanden in het wereldhandelssysteem te agenderen en dialoog met de ontwikkelingslanden hierover te zoeken.

Digitalisering

Het Japanse voorzitterschap heeft een ambitieuze agenda op het gebied van digitalisering neergelegd, waarbij gestreefd wordt naar verbetering van de toepassing van nieuwe technologieën voor maatschappelijke uitdagingen en een mensgerichte aanpak bij Artificiële Intelligentie (AI). Tegen die achtergrond zet het voorzitterschap in op een viertal doelen: bereiken van overeenstemming over «G20 beginselen en richtlijnen voor AI-ontwikkeling en gebruik» waarbij de mens centraal staat; versterken van digitale veiligheid; verspreiden van het eigen concept van Data Free Flow with Trust (DFFT) en het inzetten van digitalisering bij het bereiken van de Sustainable Development Goals (SDGs) en het bevorderen van inclusiviteit.

Nederland verwelkomt de aandacht van het Japanse voorzitterschap voor deze thema’s en de verbinding van de digitale agenda met nieuwe technologieën bij het bereiken van de SDGs. Nederland onderstreept ook het belang van afspraken over de ontwikkeling en het gebruik van AI. Ten aanzien van de ethische aspecten van AI, sluit de Japanse inzet aan bij initiatieven in EU-verband en de OESO. Zo wordt met betrekking tot AI door de G20 vooral gewezen op de principes van betrouwbare AI. Nederland kan het Japanse concept voor DFFFT steunen onder de juiste voorwaarden met betrekking tot o.a. privacy en veiligheid en met erkenning van bestaande nationale en internationale regels op dit terrein. Met betrekking tot bijdrage van digitalisering aan het bereiken van de SDGs stelt het Japanse voorzitterschap een vrijwillig Digitaal Actieplan voor, waaraan landen kunnen bijdragen.

Klimaat & energie

De Japanse ambities op het terrein van klimaat en energietransitie sluiten goed aan bij de Nederlandse inzet, die in het teken staat van het halen van de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Japan stelt daarbij innovatie en energieonafhankelijkheid centraal in de energietransitie en richt zich daarbij in bijzonder doorbraaktechnologieën als waterstof en Carbon Capture, Utilization and Storage (CCUS). Daartoe heeft het Japanse voorzitterschap een G20 Energie-innovatie actieplan voorgesteld.

De klimaatwerkgroep heeft zich onder Japans voorzitterschap gericht op onderwerpen als adaptatie, innovatie en implementatie van NDC’s en klimaatfinanciering. Daarbij is aandacht voor de uitdagingen die hiermee gepaard gaan, inclusief goedwerkende markinstrumenten en financiële middelen als klimaatfinanciering, private investeringen en mobilisatie van overige financiële stromen. Dit is in lijn met de visie van het kabinet, waarin net als in 2018 het verhogen van de mondiale klimaatambities hoog op de agenda blijft staan. De rol van Nederland als covoorzitter van het NDC-Partnership wat tot doel heeft ontwikkelingslanden te ondersteunen met ambitieuze implementatie van klimaatplannen, sluit daar goed bij aan. In lijn met het hoofdthema heeft Japan ruimte geboden voor de betrokkenheid van jeugd, waarvoor Nederland in de klimaatwerkgroep ook aandacht had gevraagd.

De Nederlandse inzet in de G20 richt zich dan ook op verhoging van klimaatambitie, betere samenwerking en waar nodig ondersteuning van ontwikkelingslanden bij het nemen van klimaatactie. Een ander belangrijk onderwerp voor de klimaatwerkgroep is adaptatie, zoals de initiatieven onder het Sendai Framework for Disaster Risk Reduction 2015–2030, en het Adaptation Work Program 2018–2019. Daarbij benadrukt Nederland de rol die het in Nederland gevestigde Global Center on Adaptation kan spelen om klimaatadaptatie hoger op de internationale agenda te krijgen en mondiaal verder te brengen.

Ook in de context van duurzame agrofoodketens laat Japan het klimaat terugkomen. Duurzame ketens die efficiëntie en productiviteit vergroten, kunnen bijdragen aan de strijd tegen voedselonzekerheid, het verbeteren van de grondstoffenefficiëntie en het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en het verlies aan biodiversiteit. Het belang van het gebruik van en toegang tot geavanceerde technologieën zoals informatie- en communicatietechnologie (ICT), artificiële intelligentie (AI) en robotica voor de ontwikkeling van duurzame agrofoodketens wordt breed onderschreven. Nederland verwelkomt dan ook de inzet om internationale onderzoekssamenwerking om klimaatvriendelijke technologieën op te schalen en de toepassing ervan te versnellen ten behoeve van duurzame landbouw. Met een expliciete verwijzing in het landbouwcommuniqué naar het belang van grondstoffenefficiëntie voor duurzame agrofoodketens, is de Nederlandse inzet om kringlooplandbouw internationaal te agenderen, geslaagd.

Het G20 communiqué kan bijdragen aan lange termijn zekerheid en voorspelbaarheid als belangrijke voorwaarden om publieke en private financiering een meer duurzame richting te geven. Het kabinet zet zich tijdens de G20 top in voor een ambitieuze boodschap, waarmee de G20 leiderschap toont op het gebied van klimaat. Ook hier is het wel de vraag of voor deze ambitie consensus kan worden gevonden.

Efficiënt gebruik van grondstoffen en zwerfvuil op zee

(Plastic) zwerfvuil in zee, ook bekend als plastic soep, is een groeiend probleem met negatieve gevolgen voor het mariene ecosysteem maar ook met sociale, veiligheids-, economische en gezondheidsimplicaties. In lijn met het G20 Marine Litter Actionplan uit 2017 is onder het Japanse voorzitterschap gewerkt aan het verder operationaliseren van maatregelen op het terrein van preventie, duurzaam afval beheer en verwerking, educatie en research. Japan zet daarbij in op een G20 Marine Plastic Litter Implementation Framework dat erop gericht is om zwerfvuil op zee op mondiaal niveau aan te pakken. Nederland ondersteunt deze inzet; het is van belang dat het groeiende momentum wordt vastgehouden. Nederland zet daarbij in op heldere afspraken en uitwisseling van informatie over «best practises» en zal aandacht vragen voor het belang van goede indicatoren en duidelijkheid over het gebruik van de door landen verzamelde data.

Werkgelegenheid

Het centrale thema op het terrein van werkgelegenheid is de toekomst van werk. Binnen dit thema wordt door het Japanse voorzitterschap specifiek aandacht besteed aan vergrijzende samenlevingen, gendergelijkheid en nieuwe vormen van werk. Na de G20 top zullen de Ministers van sociale zaken en werkgelegenheid deze onderwerpen verder bespreken op hun bijeenkomst begin september. Nederland zal hier inzetten op de volgende prioriteiten: het belang van een houdbaar pensioenstelsel, een inclusieve arbeidsmarkt en duurzame inzetbaarheid, verdere inzet om de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen te verhogen, en het delen van ervaringen over een hernieuwd evenwicht tussen diversiteit aan arbeidscontracten en het bieden van sociale bescherming, als gevolg van de toenemende variëteit in vormen van werk.

Conclusie

Het kabinet hecht eraan dat tijdens de G20-top in Osaka concrete afspraken worden gemaakt over volgende stappen richting een vrije en open, inclusieve en duurzame samenleving, waarbij wereldwijde economische groei en het terugdringen van ongelijkheid centraal staan. Daarbij dienen de multilaterale instellingen en de geldende internationale afspraken in acht genomen te worden. Nederland heeft daar, als open en internationaal georiënteerde economie, groot belang bij. Het kabinet zet zich ervoor in om een constructieve bijdrage te leveren en het Japanse voorzitterschap waar mogelijk te ondersteunen teneinde de G20-top in Osaka tot een succesvol einde te brengen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Zie ook de Digitale Agenda voor BHOS [PM].

Naar boven