32 429 G-20

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2019

Na de succesvolle G20-top in Buenos Aires op 30 november en 1 december jl., heeft Japan op 1 december 2018 het jaarlijks roulerend voorzitterschap van de G20 overgenomen van Argentinië. In navolging van het Duitse en Argentijnse voorzitterschap heeft Japan Nederland uitgenodigd om ook in 2019 weer als gastland over de volle breedte deel te nemen aan de G20. Dit betekent dat Nederland is uitgenodigd deel te nemen aan de G20-top van regeringsleiders op 28 en 29 juni in Osaka, aan alle ministeriële G20-bijeenkomsten en aan voorbereidende (ambtelijke) bijeenkomsten.

Een internationale oriëntatie hoort bij Nederland. Want, ook al is Nederland een klein land in geografische zin, we weten van oudsher dat welvaart, welzijn en veiligheid voor iedereen in ons land sterk samenhangen met wat er om ons heen gebeurt in de wereld. Daarom ziet Nederland het belang van een sterke internationale rechtsorde. Het bevorderen van de internationale rechtsorde is – uniek in de wereld – verankerd in de Nederlandse Grondwet. Nederland neemt zijn verantwoordelijkheid serieus en blijft daarom sterk gecommitteerd aan internationale samenwerking. Maar hoewel wereldwijde uitdagingen om een gezamenlijke aanpak vragen, staat internationale samenwerking ook onder druk. Wij dragen allemaal verantwoordelijkheid voor het behouden en het verbeteren van het multilateralisme en de instellingen die we in de loop van de jaren gezamenlijk hebben ontwikkeld. De G20 moet daarbij het goede voorbeeld geven.

Het kabinet is daarom verheugd dat Nederland voor het derde opeenvolgende jaar een uitnodiging heeft ontvangen.1 De G20 is een informeel forum waarin de grootste economieën van de wereld overleggen over een scala aan onderwerpen die veelal direct of indirect raken aan economische groei en ontwikkeling. Deze voor Nederland zeer relevante onderwerpen en de afspraken daarover in de G20 hebben een brede internationale impact waaronder op het Nederlands beleid en de effectiviteit daarvan. Zeker voor Nederland – als open en internationaal georiënteerde economie – is het belangrijk om aan tafel te zitten om te spreken over mondiale kwesties die ons allen voor belangrijke beleidskeuzen stellen en in veel gevallen om een gezamenlijke aanpak vragen. Het kabinet ziet de uitnodiging van Japan daarom als een uitgelezen mogelijkheid om een constructieve bijdrage te leveren aan de volle breedte van de G20 agenda.

Tijdens zijn voorzitterschap zal Japan zich inzetten voor een vrije en open, inclusieve en duurzame «human-centered future society». Wereldwijde economische groei door het bevorderen van handel en innovatie staat hierbij centraal, waarbij Japan inzet op zowel het bereiken van economische groei als het terugdringen van ongelijkheid. Op deze manier wil Japan bijdragen aan de ontwikkelingsagenda en andere mondiale uitdagingen. De Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) vormen hierbij het uitgangspunt. Tevens zal Japan aandacht besteden aan het leveren van wereldwijde publieke goederen zoals de kwaliteit van infrastructuur en internationale gezondheid en zal Japan zich inzetten voor vraagstukken als klimaatverandering en plastic afval in de zee. Onder de noemer «Society 5.0» heeft Japan een ambitieuze agenda neergelegd voor de G20 op het gebied van digitalisering en de toepassing van nieuwe technologie in een vergrijzende samenleving. In een wereld waarin digitalisering steeds meer doordringt in alle economische en maatschappelijke sectoren, streeft Japan naar betere bevordering van maatschappelijke toepassing van nieuwe technologie, zodat alle individuen actief betrokken zijn. Vergrijzende samenlevingen zullen als rode draad door gehele agenda van het Japanse G20-voorzitterschap lopen.

Binnen bovengenoemde doelstellingen zijn verschillende hoofdonderwerpen te onderscheiden. Hieronder worden deze onderwerpen kort geschetst en wordt tevens een korte kabinetsappreciatie gegeven in het licht van de Nederlandse G20-deelname in het komende jaar.

Financieel traject

Van oorsprong vormt het Financiële traject de kern van de G20; de G20 is in 2008 op het niveau van regeringsleiders bijeengeroepen als reactie op de mondiaal financiële crisis. Japan zal het komend jaar het reguliere langlopende werk van het financiële traject voortzetten, o.a. op het gebied van de beleidsuitdagingen in de mondiale economie, de financiële sector hervormingen, de internationale belastingagenda en de internationale financiële architectuur. Nederland zal in den brede benadrukken dat het van belang is voor G20 landen om hun schulden terug te brengen en in te zetten op inclusieve groei met behulp van structurele hervormingen. Nederland zal ook aandacht vragen voor lopende trajecten in andere internationale organisaties waarvoor steun van de G20 van belang is, zoals het belang van het herstel- en afwikkelkader van Centrale Tegenpartijen (CCPs) en de implementatie van afspraken op het gebied van Base Erosion Profit Shifting (BEPS) en Beneficial Ownership (BO).

In het bijzonder zal de Financial Stability Board (FSB) werken aan cyber resilience in de financiële sector en de risico’s die ontstaan door niet bancaire financiële instellingen en de OESO aan het belasten van bedrijven in de digitale economie. Het kabinet steunt de discussie hierover in de G20, aangezien het voor deze grensoverschrijdende uitdagingen van belang is om internationaal informatie uit te wisselen en waar mogelijk te werken aan een mondiale aanpak.

Japan wil daarnaast aandacht besteden aan de macro-economische gevolgen van vergrijzing en de structurele factoren achter mondiale lopende rekeningonevenwichtigheden in kaart brengen. Ook zal aandacht worden besteed aan de toenemende kosten van gezondheidszorg die mede door vergrijzing worden gedreven. Schuldhoudbaarheid van lage inkomenslanden is tevens een van de prioritaire onderwerpen binnen het financiële traject voor Japan. Nederland ondersteunt dit van harte. Ook vorig jaar, onder Argentijns voorzitterschap heeft Nederland zich hiervoor ingezet in de G20. Specifiek vindt Nederland het van belang dat zowel publieke als private crediteuren transparant zijn over hun kredietverlening, om risico’s voor schuldhoudbaarheid te kunnen monitoren.

Kwaliteit van infrastructuur investeringen is een leidend thema binnen het financiële traject. Nederland onderschrijft de doelstelling van Japan om te komen tot afspraken in G20 om tot brede principes voor goede infrastructuurinvesteringen te komen. Daarbij is het bevorderen van een goede governance van infrastructuur met als doel om transparantie in infrastructuurinvesteringen te vergroten, o.a. in aanbestedingsprocedures, budgettaire houdbaarheid te verbeteren en openbaar gebruik van infrastructuur te bewerkstelligen.

Nederland zal een actieve rol innemen in de verschillende werkgroepen van het Financiële traject. Binnen de internationale financiële architectuur werkgroep zal Nederland samen met gelijkgezinde landen inzetten op het monitoren van schuldenontwikkelingen in lage-inkomenslanden. Specifiek vindt Nederland het van belang dat crediteuren transparant zijn over hun kredietverlening, om risico’s voor schuldhoudbaarheid te kunnen monitoren. In de infrastructuur werkgroep zal Nederland zijn eigen expertise met het raamwerk van investeringen in infrastructuur delen, waaronder de ervaring met publiek-private partnerschappen met het oog om kwaliteit van infrastructuur investeringen te verhogen en transparantie en budgettaire houdbaarheid te vergroten.

In de macro-economische werkgroep zal Nederland blijvend benadrukken dat het zaak is dat landen publieke schulden terugdringen om begrotingsbuffers te herstellen en oproepen tot het doorvoeren van structurele hervormingen om het groeivermogen te versterken. Daarnaast steunt Nederland het voornemen van Japan om de achterliggende redenen voor mondiale onevenwichtigheden beter in kaart te brengen.

Handel & Investeringen

Onder dit thema wil het Japanse voorzitterschap een balans aanhouden tussen een bespreking van de actuele fricties in het wereldhandelssysteem en de WTO, waarin de VS en China hoofdrolspelers zijn, en het bespreken van andere onderwerpen zoals duurzame ontwikkeling en de impact van digitalisering op de handels- en investeringsstromen. In verlengde van dit laatste thema zal Japan een gecombineerde bijeenkomst organiseren van Handelsministers en bewindspersonen met Digitale Economie in hun portefeuille.

Nederland kan zich goed vinden in de Japanse agenda die duidelijk tracht om alle G20-deelnemers te accommoderen, en ook inhoudelijke inzet van Japan is grotendeels in overeenstemming met die van Nederland en de EU. Niettemin is het evenals in afgelopen jaren vanwege het politieke krachtenveld lastig om tot overeenstemming te komen in de G20 over stappen vooruit op de voor ons belangrijkste onderwerpen: protectionisme en unilateralisme en andere handelsverstorende maatregelen die G20-leden nemen (zoals industriële subsidies), de inhoud van WTO-hervormingen, en hoe om te gaan met de positie van ontwikkelingslanden in het handelsbestel. Daarnaast legt Japan door middel van de gezamenlijke Ministeriele bijeenkomst over Digital Economy and Trade een nuttige verbinding tussen digitale economie en handel, waarbij ook het perspectief voor ontwikkelende landen op de agenda staat. Deze verbinding staat tevens centraal in de digitale agenda voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die is aangekondigd in de nationale digitaliseringsagenda en voor de zomer zal worden gepresenteerd. Nederland zal het aankomende jaar trachten Japan te ondersteunen in het zo concreet mogelijk maken van de gezamenlijke visie van de G20 t.a.v. deze onderwerpen – dit in coördinatie met de Europese G20-leden en Europese Commissie.

Klimaat en energie

De onder het Argentijnse G20-voorzitterschap ingestelde Werkgroep voor Klimaat en Duurzaamheid wordt onder het Japanse voorzitterschap voortgezet. Daarbij wordt een aparte werkgroep voor milieu in het leven geroepen. Japan erkent het belang van het thema klimaat voor een forum als de G20, wiens leden verantwoordelijk zijn voor ongeveer 80% van de mondiale broeikasgasemissies. Dit schept een verantwoordelijkheid om de leiding te nemen in de transitie die de internationale gemeenschap zal ondergaan. In juni 2019 wordt een ministeriele bijeenkomst voorzien op het gebied van energietransitie, milieu en klimaat.

Om wereldwijd de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te halen is concrete actie van landen, ook ten aanzien van energietransitie noodzakelijk. Het Japans voorzitterschap onderkent het belang van energietransitie en bouwt daarop door met een agenda die vooral focust op doorbraaktechnologieën, waartoe ze ook waterstof en Carbon Capture, Utilization and Storage (CCUS) rekenen. Japan wil de G20 benutten om de discussie daarover internationaal verder te brengen. De Japanse ambities op dit terrein sluiten aan bij die van Nederland.

De klimaatwerkgroep zal zich richten op de maatregelen en steun die nodig zijn om de nationaal bepaalde bijdragen onder de overeenkomst van Parijs en de lange termijn klimaatstrategieën van landen te implementeren. Daarbij is aandacht voor de uitdagingen die hiermee gepaard gaan, inclusief goedwerkende markinstrumenten en financiële middelen als klimaatfinanciering, private investeringen en mobilisatie van overige financiële stromen. Dit is in lijn met de visie van het kabinet, waarin net als in 2018 het verhogen van de mondiale klimaatambities hoog op de agenda blijft staan, en de rol van Nederland als covoorzitter van het NDC-Partnership wat tot doel heeft om te komen tot ambitieuze implementatie van klimaatplannen, sluit daar goed bij aan. Verhoging van ambitie, betere samenwerking en waar nodig ondersteuning van ontwikkelingslanden bij het nemen van klimaatactie blijven belangrijke onderdelen van de Nederlandse inzet in de G20. Dit geldt ook voor de Nederlandse ambitie om klimaatadaptatie hoger op de internationale agenda te krijgen en mondiaal verder te brengen. In dat kader benadrukt het kabinet de rol die het in Nederland gevestigde Global Center on Adaptation hierbij kan spelen. Ook zal Nederland uitdrukkelijk aandacht vragen voor de impact van klimaatverandering op small island developing states (SIDS) met name de gewenste urgentie om tot regionale samenwerking te komen op het gebied van disaster management en disaster resilience. Voor het Koninkrijk der Nederlanden is dit geen theoretisch probleem; zo zijn de eilanden Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius in september 2017 getroffen door de orkanen Irma en Maria. Als gevolg daarvan wordt binnen het Koninkrijk direct ervaring opgedaan met disaster resilience en disaster management. Deze ervaringen zullen door het kabinet gedeeld worden in G20-verband.

Een ander belangrijk onderwerp voor de klimaatwerkgroep is adaptatie, zoals de initiatieven onder het Sendai Framework for Disaster Risk Reduction 2015–2030, en het Adaptation Work Program 2018–2019. Opvallend is dat het Japanse voorzitterschap voor een inclusieve benadering kiest, waarbij niet-statelijke actoren zoals bedrijven, decentrale overheden, kennisinstellingen en ngo’s betrokken worden. Het kabinet acht de bijdrage van deze actoren van groot belang voor de mondiale transitie en juicht deze keuze dan ook toe.

Efficiënt gebruik van grondstoffen en zwerfvuil op zee

(Plastic) zwerfvuil in zee, ook bekend als plastic soep, is een groeiend probleem met negatieve gevolgen voor het mariene ecosysteem maar ook met sociale, veiligheids-, economische en gezondheidsimplicaties. Bovendien zijn de bronnen en plaatsen van herkomst van zwerfvuil in zee divers en diffuus. Een internationale aanpak is noodzakelijk want de verspreiding van zwerfvuil in zeeën en oceanen blijft niet beperkt tot nationale grenzen. Nederland werkt daarom actief samen met andere landen in het Noord Oost Atlantische oceaangebied en daarnaast in VN-kader -aan dit probleem. Zwerfvuil in zee is met name afkomstig van scheepvaart, visserij, strandrecreatie en rivieren. Mondiaal gezien wordt ervan uitgegaan dat 80% van het afval in zee vanaf het land komt. In lijn met het G20 Marine Litter Actionplan uit 2017 zal onder het Japans voorzitterschap worden gewerkt aan het verder operationaliseren van maatregelen op het terrein van preventie, duurzaam afval beheer en verwerking en educatie en research. De volgende stap tijdens het Japans G20 Voorzitterschap is te komen tot een G20 Marine Plastics Litters Implementation Framework dat 4 werkstromen bevat: 1) periodieke rapportage door landen; 2) promoten van internationale samenwerking; 3) promoten van innovatie; en 4) versterken van de wetenschappelijke basis en data uitwisseling. Nederland ondersteunt deze inzet. In juni 2019 wordt tijdens een ministeriele G20 bijeenkomst op het gebied van energietransitie, milieu en klimaat ook het Marine Plastics Litter probleem besproken. Het kabinet zet in op heldere afspraken en uitwisseling van «best practises» en een inclusieve aanpak met een belangrijke rol voor bedrijven, kennisinstellingen en andere relevante organisaties.

Landbouw

Het Japanse voorzitterschap bouwt voort op het thema duurzame agrofoodsector. Onder het Duitse voorzitterschap (2017) lag het accent op water en in Argentinië (2018) op duurzaam bodembeheer. Japan neemt de nationale agrofoodketen als uitgangspunt. Dit tegen de achtergrond dat in veel G20-leden, en zeker Japan, voor de nationale productie de binnenlandse afzetmarkt groter is dan de exportmarkt. De focus van de bijeenkomst van de Ministers van landbouw in mei zal liggen op het stimuleren van boeren om kennis en nieuwe technologieën toe te passen op hun bedrijf, de ontwikkeling van nationale agrofoodketens waarin boeren een redelijk inkomen verdienen maar tegelijkertijd niet de wensen van de consument en duurzaam grondstofbeheer uit het oog worden verloren, en duurzame productiviteitsverhoging.

Het kabinet juicht het toe dat het Japanse voorzitterschap wederom duurzame agrofoodsectoren als centraal thema heeft genomen. De onderwerpen die het voorzitterschap wil aansnijden, raken aan de uitdagingen die genoemd worden in de kabinetsvisie «Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden» (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5). Met deze visie wil het kabinet een transitie op gang brengen van agrofoodsystemen die vooral gedreven worden door verlaging van de kostprijs van producten naar systemen die een verlaging van het verbruik van grondstoffen en het vermijden van verliezen (emissies) op basis van de kringlooplandbouw als uitgangspunt nemen. Nederland staat internationaal hoog aangeschreven als het gaat om efficiënte voedselproductie. Vanuit deze uitgangspositie wil het kabinet ook als het gaat om grondstoffenefficiëntie in de agrofoodsector internationaal het voortouw nemen en kringlooplandbouw agenderen in de G20.

De digitale economie: «society 5.0»

Japan heeft een ambitieuze agenda neergelegd voor de G20 op het gebied van digitalisering en de toepassing van nieuwe technologie. Het voorzitterschap bouwt daarmee voort op het werk van met name Duitsland en Argentinië op dit gebied. De Japanse ambitie kan worden samengevat onder de noemer society 5.0: een inclusieve benadering van technologie, waarbij de mens centraal staat. In een wereld waarin digitalisering steeds meer doordringt in alle economische en maatschappelijke sectoren, streeft Japan naar betere bevordering van maatschappelijke toepassing van nieuwe technologie, in het bijzonder kunstmatige intelligentie (AI), en verbinding met de SDG’s. Het voorzitterschap streeft ernaar overeenstemming te bereiken over «G20 beginselen en richtlijnen voor AI-ontwikkeling en gebruik». Dit is ook een thema waaraan door de OECD en de EU wordt gewerkt.

Het kabinet onderstreept het belang van afspraken over de ontwikkeling en het gebruik van AI. Nederland verwelkomt ook in algemene zin de aandacht van het Japanse voorzitterschap voor cybersecurity en de aandacht voor digitalisering en technologie bij het bereiken van de SDG’s. Ook de human-centered benadering kan worden verwelkomd. Deze sluit ook aan bij actuele initiatieven in EU-verband waarbij nadrukkelijk aandacht wordt gegeven aan ethische aspecten en fundamentele mensenrechten. Belangrijke randvoorwaarden voor de «society 5.0» zijn verder een uitstekende digitale infrastructuur en digitale vaardigheden en participatie door iedereen. Japan zal, als genoemd, tijdens zijn voorzitterschap ook een gezamenlijke bijeenkomst tussen de Ministers van digitale economie en handel organiseren. Om de digitale handel te faciliteren is de bevordering van grensoverschrijdende vrije uitwisseling van data en informatie met inachtneming van privacy en digitale veiligheid van groot belang.

De keuze voor prioritaire onderwerpen sluit goed aan bij de diverse Nederlandse agenda’s op dit onderwerp, zoals bijvoorbeeld de nationale digitaliseringsagenda, de nota digitale connectiviteit (Kamerstuk 26 643, nr. 547), de roadmap veilige hard- en software (Kamerstuk 26 643, nr. 535) en de National Cybersecurity Agenda (Kamerstuk 26 643, nr. 536) en de ontwikkeling van een eigen strategisch actieplan voor AI en een digitale agenda voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Werkgelegenheid

Het kabinet is verheugd dat op het gebied van werkgelegenheid ook dit jaar het thema toekomst van werk centraal zal staan. Daarbij wordt allereerst stilgestaan bij de gevolgen van demografische veranderingen. Japan vraagt in dit kader specifiek aandacht voor langer doorwerken en nieuwe mogelijkheden voor banen in een vergrijzende samenleving. Nederland heeft hier ook mee te maken, waarbij wat het kabinet betreft zaken als de hoogte van de pensioenleeftijd en een houdbaar pensioenstelsel, inclusieve arbeidsmarkt, duurzame inzetbaarheid met oog voor gezond en veilig werken en een balans tussen werk en zorg een rol spelen. Verder staat gendergelijkheid, met focus op arbeidsparticipatie van vrouwen, op de agenda. In Nederland kennen we fiscale maatregelen gericht op het bevorderen van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Ook is onlangs het partnerverlof uitgebreid. Voorts vraagt Japan aandacht voor nieuwe vormen van werk die ontstaan door technologische veranderingen en digitalisering. Hierbij gaat het om het uitwisselen van beleidservaringen over hoe om te gaan met deze nieuwe vormen van werk. In Nederland is onlangs een Commissie opgericht die in november 2019 advies zal uitbrengen hierover.

Het kabinet meent dat bovengenoemde aspecten van de toekomst van werk belangrijk zijn om in G20-verband te bespreken en zal daar waar mogelijk inzetten op concrete uitkomsten en ambitieuze vervolgafspraken.

Duurzame Ontwikkeling

Net als in voorgaande jaren vormen de SDG’s het uitgangspunt voor het ontwikkelingsperspectief van de G20. Onder Japans voorzitterschap richt de ontwikkelingswerkgroep zich op drie thema’s: het ontwikkelen van kwaliteitsstandaarden voor investeringen in infrastructuur; het verbeteren van investeringen in Human Capital, met name in onderwijs; en het ontwikkelen van uitgangspunten voor de bijdrage van kennis, technologie en innovatie aan het behalen van de SDG’s. Daarnaast grijpt het voorzitterschap de VN SDG-top in september aan om de bijdrage van de G20 aan het behalen van de SDG’s te presenteren. Verder wordt opvolging gegeven aan de G20 inzet op het aantrekken van investeringen voor Afrika. Als onderdeel van het financiële traject zal de Africa Advisory Group de voortgang van de G20 Compact with Africa blijven begeleiden. Ook in deze context zal Japan aandacht vragen voor het bevorderen van kwaliteitsstandaarden voor investeringen in infrastructuur.

Het kabinet verwelkomt de continuïteit in de ontwikkelingsagenda van de G20. Met de leidende rol voor de SDG’s, investeringen in duurzaamheid, en prioriteiten als onderwijs sluit de ontwikkelingswerkgroep aan bij de Nederlandse agenda voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Nederland kan de ruime ervaring op het gebied van investeringen in infrastructuur, inclusief onderwijs en innovatie gebruiken om een constructieve bijdrage te leveren.

Women’s Empowerment

Nederland is verheugd dat Japan in navolging op het Argentijnse voorzitterschap specifieke aandacht heeft voor empowerment van vrouwen en meisjes. Deelonderwerpen zijn hierbij leiderschap, onderwijs en arbeidsparticipatie. Dit zijn onderwerpen die nauw aansluiten bij de inzet van Nederland op economische empowerment van vrouwen. G20 landen kunnen van elkaar leren. Nederland vindt dat genderongelijkheid zich niet beperkt tot de arbeidsmarkt en vindt het belangrijk dat er gezamenlijke aandacht is voor vrouwenrechten alsook gendergelijkheid en voor het doorbreken van stereotypering in het onderwijs.

Gezondheid

De gezondheidsprioriteiten onder Japans voorzitterschap zijn universal health coverage (UHC), vergrijzing en de aanpak van gezondheidscrises (zoals Ebola) en gezondheidsveiligheid. Onder gezondheidsveiligheid valt onder meer antimicrobiële resistentie (AMR). Deze onderwerpen sluiten goed aan bij de kabinetsinzet. Onder de paraplu van UHC vallen vele onderwerpen zoals eerstelijnszorg, banen in de zorg en e-health, maar ook vraagstukken als de houdbaarheid en betaalbaarheid van de zorg.

Het kabinet is verheugd dat het onderwerp vergrijzing is toegevoegd aan de G20-agenda, aangezien een verouderende samenleving een zeer actueel onderwerp is. Speciale aandacht hierbij gaat uit naar mensen met dementie. Voor Nederland biedt deelname aan de G20 de mogelijkheid om uitdagingen rondom vergrijzing en dementie te bespreken en de samenwerking bij het omgaan met deze uitdagingen, onder andere door het delen van goede voorbeelden en ervaringen, verder te brengen.

Daarnaast vindt het kabinet het een goede keuze dat de nadruk blijft liggen op de aanpak van gezondheidscrises en AMR. AMR vormt een grote bedreiging voor de gezondheid van mens en dier. De aanpak van AMR vraagt om zowel internationale- als sectoroverstijgende samenwerking, met name tussen de gezondheids-, veterinaire-, voedsel- en milieusector (de One Health aanpak). Voor Nederland biedt deelname aan de G20 de mogelijkheid om aandacht te blijven vragen voor de aanpak van antibioticaresistentie en het belang te onderstrepen van onderzoek en ontwikkeling en infectiepreventie. Nederland wordt wereldwijd gezien als een van de landen die als voorbeeld kan dienen in de aanpak van antibioticaresistentie; het Nederlandse model kan als inspiratie dienen voor andere landen. Nederland organiseert in juni 2019 een wereldwijde conferentie over AMR, waarbij de focus ligt op internationale samenwerking bij de implementatie van het Global Action Plan. Binnen de G20 zal aan deze conferentie gerefereerd worden.

Anti-corruptie

Op het gebied van anti-corruptie wil het Japans voorzitterschap in overeenstemming met het nieuw goedgekeurde actieplan voor 2019–2021 uitvoering geven aan de eerdere resultaatgebieden. De G20-werkgroep met betrekking tot anti-corruptie zal zich binnen het kader van dit actieplan richten op drie thema’s: integriteit en transparantie in infrastructuurontwikkeling; promoten van klokkenluidersbescherming; strafbaarstelling van buitenlandse omkoping en naleving van het OESO anti-omkopingsverdrag. Het bespreekbaar maken van deze thema’s is van belang gezien het feit dat corruptie het vertrouwen van burgers in bestuur ondermijnt. Corruptie bemoeilijkt daarboven het bereiken van de SDG’s. Bovendien zijn de thema’s voor het Nederlandse bedrijfsleven belangrijk, omdat zij bijdragen aan een gelijk speelveld. Nederland kan binnen de werkgroep voorbeelden van de eigen «best practices» op deze terreinen aandragen. Het kabinet verwelkomt de continuïteit in de agenda en ziet uit naar de verdere uitwerking van deze onderwerpen in het werkprogramma van Japan.

Conclusie

Nederland heeft in 2019 weer de gelegenheid om een inhoudelijke bijdrage te leveren aan de G20 discussie over voor Nederland zeer relevante onderwerpen. Het is goed en bovendien terecht dat Nederland net als de voorgaande twee jaren bij de G20 aanwezig is.

Deze uitnodiging maakt het mogelijk om nog meer onze verantwoordelijkheid te nemen waar het gaat om de aanpak van grote internationale vraagstukken. Het kabinet wil van deze gelegenheid gebruikmaken en de hierboven geschetste inhoudelijke lijn zal daarbij leidend zijn. In aanloop naar de top van regeringsleiders in juni 2019 zal ik uw Kamer nogmaals informeren.

Mede namens de Minister-President,

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Het jaarlijks roulerend voorzitterschap van de G20 heeft de mogelijkheid om naast de vaste leden enkele andere landen uit te nodigen om deel te nemen aan de G20 activiteiten. Voor 2019 zijn, naast Nederland, Vietnam, Spanje en Singapore uitgenodigd.

Naar boven