32 384 Evaluatie Wet toezicht trustkantoren

Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2014

Op 9 mei jl. heeft de Tweede Kamer verzocht om een reactie op de uitkomsten van het recente onderzoek door de Nederlandsche Bank (DNB) naar trustkantoren, met het oog op het Algemeen Overleg van 15 mei. Met deze brief wil ik aan dit verzoek voldoen.

Onlangs heeft DNB handhavend opgetreden naar aanleiding van geconstateerde tekortkomingen bij de naleving van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt). De constateringen komen voort uit twee themaonderzoeken, het eerste naar functiescheiding bij kleine trustkantoren en het tweede naar het faciliteren van Nederlandse commanditaire vennootschapsstructuren (CV’s).

Het onderzoek naar functiescheiding richtte zich op kleine kantoren, waarbij met «klein» gedoeld wordt op een klein aantal medewerkers en (in bijna alle gevallen) maar één bestuurder. De reden voor deze selectie is de premisse dat de scheiding van functies tussen een controlerende en uitvoerende medewerker/bestuurder meer kwetsbaar is wanneer er maar weinig mensen zijn om de functies over te verdelen. Het risico dat er onvoldoende tegenwicht is om goede afwegingen te maken bij bijvoorbeeld cliëntacceptatie of bepaalde transacties moet daarom bij kleine kantoren extra scherp op het netvlies staan en passend gemitigeerd zijn.

Het onderzoek naar het faciliteren van CV’s richtte zich op zowel kleine als grotere kantoren. De feitelijke selectie van trustkantoren is voor beide onderzoeken gemaakt op basis van toezichtsinformatie van DNB én op de informatie die trustkantoren zelf in hun jaarlijkse rapportages aan DNB aanleveren.

Begin mei heeft DNB de resultaten van haar optreden in een nieuwsbrief gepubliceerd. Over de hele linie was er sprake van slecht gefundeerde afwegingen bij cliëntacceptatie die zich hoofdzakelijk openbaarde door een gebrek aan kennis over het doel van de structuur en de herkomst van het vermogen van de UBO. De controle op deze dossiers bleek vaak gebrekkig of in het geheel niet te zijn uitgevoerd.

Verder signaleert DNB onaanvaardbare risico's met diensten waarbij trustkantoren het gebruik van CV’s door klanten faciliteren. De inkomsten voor dit type dienstverlening zijn in de regel laag maar brengen hoge risico's met zich mee. Daarom vraagt DNB zich af waarom trustkantoren het gebruik van dergelijke structuren door hun klanten nog faciliteren. De structuur van deze CV constructies zijn vaak complex waardoor geldstromen die door een CV lopen buiten het blikveld blijven van het betrokken trustkantoor. Dit duidt op een hoog risico dat de CV structuur wordt misbruikt voor witwassen en fiscale fraude. Het invullen van de poortwachterfunctie lijkt op deze wijze niet goed mogelijk.

De twee thema onderzoeken hebben bij vier trustkantoren geleid tot het (vrijwillig) intrekken van de vergunning, in twee gevallen heeft DNB het voornemen om een boete op te leggen.

De resultaten van het onderzoek vind ik verontrustend. De aard van het trustbedrijf brengt meer dan gemiddelde risico’s met zich mee. Van het trustkantoor wordt verwacht dat zij zich vergewissen van de identiteit en intenties van hun cliënten voordat het trustkantoor hen toegang verleent tot de financiële markten. De integriteit van de trustsector dient buiten enige twijfel te staan.

Ik scherp de Regeling integere bedrijfsvoering trustkantoren Wtt aan. Voorziene inwerkingtreding is per 1 januari 2015. Zo zullen er in de toekomst aanvullende specifieke eisen worden gesteld aan de bedrijfsvoering van het trustkantoor, de diensten die het trustkantoor verleent en de risico's die hieraan zijn verbonden. Hiertoe wordt een onderzoeksplicht opgenomen naar de risico’s ten aanzien van de integere bedrijfsvoering. Daarnaast is er een onderzoeksplicht naar de dienstverlening van de trustkantoren. Tevens wordt er naast de compliancefunctie een auditfunctie geïntroduceerd. Er wordt dus een extra controlefunctie ingericht als onderdeel van de bedrijfsvoering.

Er sprake kan zijn van een verhoogd integriteitrisico bij trustkantoren waar het dagelijks beleid wordt bepaald door niet meer dan één persoon. Dit heb ik onderkend in de wetgevingsbrief financiële markten 2013 (kamerstuk 32 545, nr. 14). Met de aanscherping van de Regeling integere bedrijfsvoering Wtt wordt ondermeer door de introductie van de auditfunctie beoogd dit risico adequaat te ondervangen. Ik zal de aangescherpte regeling, in overleg met DNB als toezichthouder, een jaar na inwerkingtreding evalueren.

Tot slot heeft de branchevereniging Holland Quaestor aangegeven de onderzoeksresultaten van DNB zeer serieus te nemen. De trustsector zal elkaar gaan controleren teneinde het imago van deze sector te verbeteren. Dit zal geschieden door middel van een certificeringsysteem.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven