Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2014
Op 9 mei jl. heeft de Tweede Kamer verzocht om een reactie op de uitkomsten van het
recente onderzoek door de Nederlandsche Bank (DNB) naar trustkantoren, met het oog
op het Algemeen Overleg van 15 mei. Met deze brief wil ik aan dit verzoek voldoen.
Onlangs heeft DNB handhavend opgetreden naar aanleiding van geconstateerde tekortkomingen
bij de naleving van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt). De constateringen komen voort
uit twee themaonderzoeken, het eerste naar functiescheiding bij kleine trustkantoren
en het tweede naar het faciliteren van Nederlandse commanditaire vennootschapsstructuren
(CV’s).
Het onderzoek naar functiescheiding richtte zich op kleine kantoren, waarbij met «klein»
gedoeld wordt op een klein aantal medewerkers en (in bijna alle gevallen) maar één
bestuurder. De reden voor deze selectie is de premisse dat de scheiding van functies
tussen een controlerende en uitvoerende medewerker/bestuurder meer kwetsbaar is wanneer
er maar weinig mensen zijn om de functies over te verdelen. Het risico dat er onvoldoende
tegenwicht is om goede afwegingen te maken bij bijvoorbeeld cliëntacceptatie of bepaalde
transacties moet daarom bij kleine kantoren extra scherp op het netvlies staan en
passend gemitigeerd zijn.
Het onderzoek naar het faciliteren van CV’s richtte zich op zowel kleine als grotere
kantoren. De feitelijke selectie van trustkantoren is voor beide onderzoeken gemaakt
op basis van toezichtsinformatie van DNB én op de informatie die trustkantoren zelf
in hun jaarlijkse rapportages aan DNB aanleveren.
Begin mei heeft DNB de resultaten van haar optreden in een nieuwsbrief gepubliceerd.
Over de hele linie was er sprake van slecht gefundeerde afwegingen bij cliëntacceptatie
die zich hoofdzakelijk openbaarde door een gebrek aan kennis over het doel van de
structuur en de herkomst van het vermogen van de UBO. De controle op deze dossiers
bleek vaak gebrekkig of in het geheel niet te zijn uitgevoerd.
Verder signaleert DNB onaanvaardbare risico's met diensten waarbij trustkantoren het
gebruik van CV’s door klanten faciliteren. De inkomsten voor dit type dienstverlening
zijn in de regel laag maar brengen hoge risico's met zich mee. Daarom vraagt DNB zich
af waarom trustkantoren het gebruik van dergelijke structuren door hun klanten nog
faciliteren. De structuur van deze CV constructies zijn vaak complex waardoor geldstromen
die door een CV lopen buiten het blikveld blijven van het betrokken trustkantoor.
Dit duidt op een hoog risico dat de CV structuur wordt misbruikt voor witwassen en
fiscale fraude. Het invullen van de poortwachterfunctie lijkt op deze wijze niet goed
mogelijk.
De twee thema onderzoeken hebben bij vier trustkantoren geleid tot het (vrijwillig)
intrekken van de vergunning, in twee gevallen heeft DNB het voornemen om een boete
op te leggen.
De resultaten van het onderzoek vind ik verontrustend. De aard van het trustbedrijf
brengt meer dan gemiddelde risico’s met zich mee. Van het trustkantoor wordt verwacht
dat zij zich vergewissen van de identiteit en intenties van hun cliënten voordat het
trustkantoor hen toegang verleent tot de financiële markten. De integriteit van de
trustsector dient buiten enige twijfel te staan.
Ik scherp de Regeling integere bedrijfsvoering trustkantoren Wtt aan. Voorziene inwerkingtreding
is per 1 januari 2015. Zo zullen er in de toekomst aanvullende specifieke eisen worden
gesteld aan de bedrijfsvoering van het trustkantoor, de diensten die het trustkantoor
verleent en de risico's die hieraan zijn verbonden. Hiertoe wordt een onderzoeksplicht
opgenomen naar de risico’s ten aanzien van de integere bedrijfsvoering. Daarnaast
is er een onderzoeksplicht naar de dienstverlening van de trustkantoren. Tevens wordt
er naast de compliancefunctie een auditfunctie geïntroduceerd. Er wordt dus een extra
controlefunctie ingericht als onderdeel van de bedrijfsvoering.
Er sprake kan zijn van een verhoogd integriteitrisico bij trustkantoren waar het dagelijks
beleid wordt bepaald door niet meer dan één persoon. Dit heb ik onderkend in de wetgevingsbrief
financiële markten 2013 (kamerstuk 32 545, nr. 14). Met de aanscherping van de Regeling integere bedrijfsvoering Wtt wordt ondermeer
door de introductie van de auditfunctie beoogd dit risico adequaat te ondervangen.
Ik zal de aangescherpte regeling, in overleg met DNB als toezichthouder, een jaar
na inwerkingtreding evalueren.
Tot slot heeft de branchevereniging Holland Quaestor aangegeven de onderzoeksresultaten
van DNB zeer serieus te nemen. De trustsector zal elkaar gaan controleren teneinde
het imago van deze sector te verbeteren. Dit zal geschieden door middel van een certificeringsysteem.
De Minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem