De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel H, komen in artikel 24 de aanduiding
«1.» en het tweede lid te vervallen.
Toelichting
In het voorgestelde artikel 24, eerste lid van dit wetsvoorstel
wordt conform de artikelen 4, derde en vierde lid, en 5, zesde lid, van de
PSO-verordening (EG 1370/2007) vastgelegd dat de concessieverlener een
concessie voor beperkte duur verleent.
Artikel 4, vierde lid, derde alinea van deze verordening biedt de
mogelijkheid een langere concessieduur vast te stellen voor zover
kapitaalafschrijvingen met betrekking tot uitzonderlijke
infrastructuurinvesteringen, rollend materieel of voertuigen zulks
rechtvaardigen en het openbaredienstcontract via een eerlijke
aanbestedingsprocedure is gegund. Ten behoeve van de transparantie moet de
bevoegde instantie in dat geval uiterlijk één jaar na de sluiting van het
contract, het openbaredienstcontract en de elementen die de verlenging ervan
rechtvaardigen, aan de Commissie doen toekomen.
In het wetsvoorstel is aanvullend op de regeling van artikel 4,
vierde lid, derde alinea van de PSO-verordening in artikel 24, tweede lid
bepaald dat dergelijke concessies ten hoogste vijfentwintig jaar mogen duren.
Dit is een nationale kop op Europese regelgeving. Een langere termijn is in de
meeste gevallen onwenselijk gelet op het belang van marktwerking. Maar juist om
deze reden betreft dit een uitzondering in de PSO-verordening die goed
gemotiveerd dient te worden. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om gecombineerde
aanbesteding van de bouw en exploitatie van nieuwe of substantiële uitbreiding
van bestaande spoorlijnen. Dergelijke projecten zijn alleen haalbaar als
hiervoor een voldoende lange concessieduur geldt. Vijfentwintig jaar zal
doorgaans volstaan maar dat is niet op voorhand te zeggen. Voorgesteld wordt
daarom in dit amendement om voor dergelijke gevallen geen maximum duur van de
concessie vast te stellen. De transparantie is al voldoende geregeld doordat
dergelijke contracten aan de Europese Commissie moeten worden voorgelegd.
Dit amendement laat het voorgestelde tweede lid van artikel 24 van
het wetsvoorstel vervallen.
Slob
Wiegman-Van Meppelen Scheppink