32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 78 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2015

Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over de voortgang van de implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijke Visserijbeleid, zoals u door mijn voorganger periodiek is toegezegd. Ik zal hierbij specifiek ingaan op verschillende aspecten van de aanlandplicht, op de ontwikkelingen rond de pulsvisserij, de stand van zaken rond het voornemen van België om Natura 2000-gebieden aan te wijzen en op de ontwikkelingen rond het visserijfonds. Daarnaast ga ik ook in op de toezeggingen die gedaan zijn in het algemeen overleg van

14 oktober jl. Het gaat daarbij om de toezegging uw Kamer te informeren over de voortgang rond voorstellen voor een nieuwe technische maatregelen en de stand van zaken van de onderhandelingen tussen de Europese Unie en Mauritanië en Liberia. Ik stuur u hierbij tevens het halfjaarlijkse overzicht van alle protocollen tussen de Europese Unie en externe landen1.

Aanlandplicht

Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik met u gesproken over de aanlandplicht en aangegeven dat met het afgesproken stappenplan het Nederland is gelukt rek en ruimte te vinden om vissers de ruimte en tijd te geven om zich aan te passen en werkendewijs ervaring op te doen met de aanlandplicht. Via een online-document op rijksoverheid.nl worden vissers nader geïnformeerd over de wijze waarop de aanlandplicht vanaf januari 2016 voor hen gaat gelden. In deze brief geef ik invulling aan de toezeggingen u nog te informeren over de controle en technische maatregelen en zeedagen.

Controle

Tijdens de begrotingsbehandeling is door het lid Lodders gevraagd naar mogelijke verschillen in controle van de aanlandplicht tussen lidstaten.

De controleverordening voor het gemeenschappelijk visserijbeleid is bedoeld om te garanderen dat de regels van dit gemeenschappelijke beleid worden nageleefd. Het toezicht op de regels is echter een nationale verantwoordelijkheid. De Europese Commissie ziet er op toe dat de lidstaten de controle goed oppakken. Een overzicht van verschillen in aanpak is niet beschikbaar.

De uitleg in vier talen die de NVWA op verzoek van de vissers beschikbaar heeft gesteld is opgesteld met het doel aan controleurs uit andere lidstaten uit te kunnen leggen hoe de werkwijze qua registratie van Nederland functioneert en dat dit een door de Europese Commissie goedgekeurde werkwijze betreft. Registratie is zoals gezegd een nationale bevoegdheid is en kan daarmee verschillen tussen lidstaten.

Omdat juist met betrekking tot de aanlandplicht het heel belangrijk is dat een gelijk speelveld behouden blijft, wordt er over de controle op de aanlandplicht intensief gesproken tussen controlediensten van de verschillende landen. De regionale groepen willen toe naar een geharmoniseerd controleregime voor de aanlandplicht. Hierover vindt veelvuldig overleg plaats. Zoals ik tijdens de begrotingsbehandeling heb aangegeven, zijn als eerste belangrijke stap afspraken gemaakt over hoe vissers aan boord hun bijvangsten moeten registreren.

Technische maatregelen en zeedagen

Zoals toegezegd tijdens het AO Landbouw- en Visserijraad van 14 oktober jl. informeer ik u hierbij over de wijzigingen in technische maatregelen. De huidige technische maatregelen zijn te gedetailleerd en hebben niet het gewenste effect, namelijk het beschermen van jonge vis en kwetsbare soorten. De huidige verordening technische maatregelen sluit bovendien niet goed aan bij het huidige Gemeenschappelijk Visserijbeleid. De aanlandplicht legt de verantwoordelijkheid voor een meer selectieve visserij grotendeels bij de vissers. Hierbij passen naar mijn mening geen gedetailleerde netvoorschriften meer, maar is een meer resultaatgerichte regelgeving op zijn plaats. Uit een verkenning die door de wetenschappers van IMARES is uitgevoerd blijkt dat de behoefte hieraan bij Nederlandse vissers groot is.

Europees Visserij Fonds

Met deze voortgangsrapportage bied ik u tevens het jaarverslag van het Europees Visserij Fonds (EVF) over 2014 aan. Dit is conform de toezegging uit 2013 dat de jaarverslagen van alle Europese fondsen naar uw Kamer worden gestuurd. Dit jaarverslag is op 9 juli 2015 goedgekeurd door de Europese Commissie.

In het Wetgevingsoverleg (WGO) Jaarverslag 2014 en 1e suppletoire begroting 2015 van 25 juni 2015 is door mijn voorganger toegezegd om in het najaar uw Kamer te informeren over de voortgang van de verbetermaatregelen die bij EVF in gang zijn gezet (Kamerstuk 34 200 XIII, nr. 10).

Begin 2014 is er door de Europese Commissie een betalingsonderbreking ingesteld vanwege geconstateerde tekortkomingen door de Auditdienst Rijk inzake het beheer van het fonds en een hoog foutenpercentage. Daardoor verliep voor een deel van de EU-bijdrage aan het EVF de termijn en hierdoor heeft Nederland een correctie van € 5,3 miljoen gekregen. Nederland heeft hierover uitvoerig overleg gehad met de Europese Commissie en heeft verdere correcties weten te voorkomen alsook dat de betalingsonderbreking is opgeheven. Nederland heeft nog in diverse overleggen met de Europese Commissie getracht om de € 5,3 miljoen aan EU-bijdrage te behouden, maar de Europese Commissie bleek hiertoe niet bereid. Er is overeenstemming bereikt over het vervolgtraject.

Inmiddels heeft Eurocommissaris Vella in een gesprek met mijn voorganger aangegeven de herstelacties als voldoende te beschouwen om nieuwe declaraties uit te kunnen betalen en dat de betalingsonderbreking zal worden opgeheven. Nederland verwacht daarom binnenkort het formele besluit van de Europese Commissie voor het opheffen van de betalingsonderbreking.

Pulsvisserij

Afgelopen maanden hebben sector, kennisinstellingen en het Ministerie van Economische Zaken (EZ) nauw samengewerkt om het draagvlak voor pulsvisserij internationaal te vergroten met als doel definitief toelating te krijgen voor deze innovatieve visserijtechniek. Dit heeft geholpen bij het verder aanscherpen van de kennisagenda. De aanscherping van de kennisagenda en de uitvoering daarvan is belangrijk in het kader het proefproject dat begin 2014 is gestart om met behulp van pulsvisserij de invoering van de aanlandplicht te faciliteren en de overgebleven kennislacunes hieromtrent in te vullen. In dat kader zet EZ momenteel een meerjarige effectstudie uit. Draagvlak voor de pulsvisserij is essentieel omdat, als de pulsvisserij bij de herziening van de Verordening Technische Maatregelen niet volledig wordt toegelaten, overeenstemming op regionaal niveau nodig is om te bepalen onder welke voorwaarde de pulsvisserij plaats mag vinden. Internationaal is er waardering voor de huidige transparante aanpak en daarmee lijkt het draagvlak toe te nemen. Ik zal, in goede samenwerking met de sector en kennisinstellingen, doorgaan op de ingeslagen weg en (inter)nationale stakeholders nauw blijven betrekken bij het pulsdossier.

Natura 2000 België

Onlangs heeft België aangegeven voornemens te zijn in een aantal gebieden op het Belgische deel van de Noordzee visserijbeperkende maatregelen te nemen op basis van Natura 2000-wetgeving. Het Belgische deel van de Noordzee is een belangrijk visgebied voor veel Nederlandse vissers.

Ik heb inmiddels de plannen en onderbouwing ontvangen. De meeste maatregelen zijn goed onderbouwd en de maatregelen zijn proportioneel. Eén van de maatregelen, het uitbreiden van de 3 mijlszone waarin beperkingen gelden voor grotere visserijschepen naar 4,5 mijl, is volgens ons nog onvoldoende onderbouwd. Dit hebben wij te kennen gegeven tijdens de informele bijeenkomsten die België omtrent dit onderwerp heeft belegd. Nederland werd daar overigens gesteund door andere lidstaten, die ook van mening waren dat er onvoldoende onderbouwing lag voor uitbreiding naar de 4,5 mijlszone. België gaat proberen de maatregel verder te onderbouwen. Ik zal uw Kamer hierover op de hoogte houden.

Visserijpartnerschapsovereenkomsten Liberia en Mauritanië

  • In de bijlage vindt u overzicht met daarin de stand van zaken rond de visserijpartnerschapsovereenkomsten. In mijn brief van 13 oktober (Kamerstuk 21 501-32, nr. 880) heb ik u geïnformeerd over de nieuwe protocollen die in het kader van deze partnerschapovereenkomsten zijn afgesloten en mijn voornemen om hier mee in te stemmen. De Raad heeft op 10 november jl. ingestemd met ondertekening van het protocol met Mauritanië en zal naar verwachting op 23 november instemmen met het protocol met Liberia. Hiermee kunnen de protocollen, na instemming van het partnerland, in voorlopige werking worden gesteld. Definitieve goedkeuring volgt na instemming van het Europese Parlement.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven