Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2014
Per brief van 29 januari heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de Raad, het Europees Parlement
en de Europese Commissie in triloog op hoofdlijnen een politiek akkoord hebben bereikt
over de verordening voor het Europees Fonds Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) (Kamerstuk
21 501-32, nr. 763). In de brief heb ik aangegeven dat over een aantal zaken, waaronder een artikel
op basis waarvan de pulsvisserij in een lidstaat kan worden verhoogd, het overleg
tussen partijen zou worden voortgezet.
Dit overleg is afgelopen vrijdagavond laat afgerond met een voor Nederland zeer teleurstellende
uitkomst. Vertegenwoordigers van het Europees Parlement hebben voorstellen ingediend
tot schrappen van het door de Raad van Visserijministers vastgestelde voorstel voor
het vergroten van de pulsmogelijkheden. Gelet op het belang van het bereiken van een
algeheel akkoord over de gehele EFMZV-verordening hebben medewerkers van het Voorzitterschap
en de Europese Commissie het voorstel geaccepteerd waardoor de beoogde verhoging geen
deel meer uitmaakt van de EFMZV-verordening. Het betreft hier een onderhandelaarsakkoord,
dat nog de goedkeuring behoeft van het Europees Parlement (Visserijcommissie en vervolgens
plenair), Europese Raad voor Visserijministers en Europese Commissaris.
Ik betreur deze uitkomst zeer. Het is een grote teleurstelling dat de Nederlandse
visserijsector met dit besluit kansen wordt ontnomen om verder te verduurzamen, zeker
in het licht van het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid dat selectievere visserijmethoden
en innovatie centraal staan. Ook zijn selectievere visserijmethoden cruciaal voor
een zorgvuldige implementatie van de aanlandplicht. Ook de mogelijkheden om de bedrijfsvoering
economisch te versterken, komen door het besluit in gevaar.
Ik stel nu alles in het werk om te bezien welke opties er zijn om tot een oplossing
te komen voor deze onacceptabele gang van zaken. Ik heb daarover gistermiddag reeds
een spoedoverleg gevoerd met een brede vertegenwoordiging van de sector.
Ik zal in overleg treden met Europees Commissaris Damanaki en mijn Griekse ambtsgenoot
in zijn hoedanigheid als voorzitter van de Raad om een oplossing op zeer korte termijn
te vinden. Het gaat daarbij zowel om mogelijkheden te bezien of het onderhandelaarsakkoord
nog gewijzigd kan worden als mogelijkheden om op andere wijze een verhoging van het
aantal vergunningen voor de pulsvisserij te realiseren. Daarnaast zal ik blijven inzetten
voor een groter draagvlak voor de pulstechniek en daartoe o.a. spreken met de Franse
Minister Cuvillier.
Voor mij geldt dat er een oplossing met goedkering op Europees niveau moet worden
gevonden. Een oplossing om op nationale basis zonder Europese goedkeuring vergunningen
uit te geven acht ik geen begaanbare weg. Een nationale uitgifte zonder Europese goedkeuring zou in strijd met het
EU-recht zijn en zal direct leiden tot een infractieprocedure, aanzienlijke boetes
en het moeten intrekken van vergunningen. Een route waar niemand en zeker niet de
betrokken visserijondernemers, mee gediend is en waarschijnlijk een generieke toelating
nog veel verder wegbrengt.
In overleg met de sector zal ik bezien of voor visserijondernemingen die reeds investeringen
hebben gedaan om op de wachtlijst te komen, een financiële overbrugging kan worden
gerealiseerd vanuit het nieuwe Europese Visserijfonds.
Ik zal uw Kamer over de voortgang blijven informeren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma