nr. 131
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 59
Ontvangen 17 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 2.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.3a
1. Indien voor een ontwikkelingsgebied een provinciaal inpassingsplan
wordt vastgesteld, stellen, in afwijking van artikel 2.3, eerste lid, voor
dat gebied provinciale staten een gebiedsontwikkelingsplan vast.
2. Artikel 2.3 is van overeenkomstige toepassing op een ingevolge
het eerste lid vastgesteld gebiedsontwikkelingsplan, met dien verstande dat:
a. in het eerste en tweede lid in plaats van «de gemeenteraad»
wordt gelezen: provinciale staten;
b. in het eerste en vierde lid in plaats van «bestemmingsplan»
telkens wordt gelezen: inpassingsplan;
c. in het vijfde en achtste lid in plaats van «burgemeester
en wethouders» telkens wordt gelezen: gedeputeerde staten;
d. in het zesde lid in plaats van «Burgemeester en wethouders»
wordt gelezen: Gedeputeerde staten;
e. in het tiende lid in plaats van «gemeente» wordt gelezen:
provincie.
Toelichting
Niet valt uit te sluiten dat een milieuontwikkelingsgebied een (boven)regionaal
schaalniveau kent, waardoor de provincie eerder dan de gemeente in aanmerking
kan komen als bevoegd gezag voor het vaststellen van een gebiedsontwikkelingsplan,
al dan niet in samenhang met een provinciaal inpassingsplan. Juist of ten
minste ook bij (milieu)ontwikkelingsgebieden kan sprake zijn van gemeentegrensoverschrijdende
situaties.
Met deze toevoeging ontstaat een consistent geheel van provinciale bevoegdheden
met betrekking tot hoofdstuk 2: afdeling 1, 6 en 7, zoals dit ook voor gemeenten
geldt.
Wiegman-van Meppelen Scheppink