I
In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 482a, eerste lid, onderdeel a, de zinsnede «voor een opzettelijk begaan misdrijf»
vervangen door: voor een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving levenslange gevangenisstraf is gesteld en.
III
In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 482b, derde lid, onder c, de zinsnede «artikel 482a, eerste lid, onder a» vervangen
door: artikel 482a, eerste lid, onder a of aa.
De indiener van dit amendement is van mening dat in het kader van de rechtszekerheid terughoudend dient te worden omgegaan
met herziening ten nadele van de verdachte. De indiener van dit amendement is daarom van mening dat herziening ten nadele
slechts mogelijk dient te zijn voor de aller zwaarste misdrijven.
Het toepassingbereik van herziening ten nadele moet daarom op de eerste plaats beperkt blijven tot misdrijven waarop naar
de wettelijke omschrijving levenslange gevangenisstraf is gesteld en die de dood van een ander ten gevolge hebben gehad. Bij
deze misdrijven vindt de indiener de afweging tussen de rechtszekerheid enerzijds en het belang dat een dergelijk feit niet
onbestraft dient te blijven anderzijds, het laatste belang zwaarder wegen.
Op de tweede plaats acht de indiener in het geval er sprake is van andere misdrijven waarbij weliswaar iemand opzettelijk
om het leven is gebracht, maar waarbij geen levenslange gevangenisstraf mogelijk is, de rechtszekerheid van een nog groter
belang. Herziening ten nadele zou bij deze misdrijven daarom slechts mogelijk moeten worden indien de gewezen verdachte alsnog
een geloofwaardige bekentenis aflegt. Als de gewezen verdachte zelf na jaren met een bekentenis komt, tast hij daarmee immers
ook zelf zijn rechtszekerheid aan.
Met dit amendement worden derhalve de wijzigingen uit de tweede en derde nota van wijziging met betrekking tot het voorgestelde
artikel 482a, eerste lid, onderdeel a, bijgesteld. Hierdoor wordt het toepassingbereik van deze vorm van herziening ten nadele
wederom beperkt tot misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving levenslange gevangenisstraf is gesteld en die de dood
van een ander ten gevolge hebben gehad.
Voorts wordt voor de meer omvangrijke groep delicten die thans in het wetsvoorstel zijn opgenomen in het voorgestelde artikel
482a, eerste lid, onder a («een opzettelijk begaan misdrijf dat de dood van een ander ten gevolge heeft») Sv, in de situatie
dat de verdachte na het onherroepelijk worden van de uitspraak zelf alsnog een geloofwaardige bekentenis aflegt, de mogelijkheid
opengesteld van herziening ten nadele. Ten behoeve van deze specifieke variant van herziening ten nadele wordt na onderdeel
a een onderdeel aa in het wetsvoorstel ingevoegd.