32 021 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet op de rechterlijke indeling, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de modernisering van de rechterlijke organisatie en in verband met de regeling van het klachtrecht inzake gedragingen van rechterlijke ambtenaren (Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie)

Nr. 10 MOTIE VAN HET LID HEERTS C.S.

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 17 mei 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de regering voornemens is, de wettelijke verplichting om kantonrechtspraak op te nemen in het takenpakket van alle rechtspraaklocaties te schrappen;

van mening dat, ondanks het vervallen van deze wettelijke verplichting, de goede eigenschappen van de kantonrechtspraak, zoals snelle en toegankelijke rechtspraak, onverkort behouden moeten blijven;

overwegende, dat het schrappen van deze wettelijke verplichting een stevige basis moet vormen voor een verregaande flexibilisering van de rechtspraak;

verzoekt de regering bij de verdere uitwerking van de herziening van de gerechtelijke kaart aandacht te besteden aan de versterking van de goede eigenschappen van de kantonrechtspraak en dit als voorbeeld te laten dienen voor de andere sectoren binnen de rechtspraak,

en gaat over tot de orde van de dag.

Heerts

Teeven

Van Vroonhoven-Kok

Naar boven