32 014 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30 mei 2007

Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 22 april 2010

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

a. Vóór onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

Artikel 5:25j wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

3. In afwijking van het eerste lid is artikel 5:25ka, tweede lid, van toepassing op uitgevende instellingen als bedoeld in artikel 5:33, eerste lid, onderdeel a.

2. In het vierde lid (nieuw) wordt «artikel 5:25ka, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid» vervangen door: artikel 5:25ka, eerste lid, onderdeel a, en derde lid.

3. In het vijfde lid (nieuw) wordt «artikel 5:25ka, eerste lid, onderdelen b tot en met e, derde en vierde lid» vervangen door: artikel 5:25ka, eerste lid, onderdelen b tot en met e, vierde en vijfde lid.

b. Onderdeel A komt te luiden:

A

Artikel 5:25ka wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na «op de website» ingevoegd: in de Nederlandse of Engelse taal.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5. De uitgevende instelling houdt de overeenkomstig dit artikel op de website geplaatste informatie daarop toegankelijk, voor de toepassing van het eerste lid en derde tot en met vijfde lid gedurende tenminste een jaar.

c. Na onderdeel E wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

Aan artikel 5:45 wordt een lid toegevoegd, luidende:

11. Het vijfde lid is niet van toepassing op een melding als bedoeld in artikel 5:43a.

d. Onderdeel G komt te luiden:

G

In de bijlage bij artikel 1:79 en in de bijlage bij artikel 1:80 wordt in de numerieke volgorde van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële markten telkens «5:25ka, tweede lid» en «5:43a, eerste tot en met derde lid» ingevoegd.

B

Artikel II, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 49b, eerste lid, onderdelen a tot en met d, wordt telkens na «het adres en» ingevoegd: , indien aanwezig,.

2. In artikel 49b, tweede lid, tweede volzin, wordt «eenentwintigste dag» vervangen door: achtentwintigste dag.

3. In artikel 49b, derde lid, wordt telkens «twee werkdagen» vervangen door: drie werkdagen.

4. In artikel 49b, vierde lid, wordt «dertigste dag» vervangen door: tweeënveertigste.

5. In artikel 49b, zesde lid, wordt de zinsnede «, vierde of zevende lid» vervangen door: of vierde lid.

6. In artikel 49c, eerste lid, wordt «drie werkdagen» vervangen door: acht werkdagen.

C

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Een uitgevende instelling vermeldt binnen twaalf weken na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet haar strategie op haar website in de Nederlandse of Engelse taal.

2. In het derde lid (nieuw) wordt «vier weken» vervangen door: zestien weken.

Toelichting

Deze nota van wijziging beoogt enkele gebleken omissies in het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30 mei 2007 (Kamerstukken II 2008/09, 31 024, nrs. 13) te herstellen. De nota van wijziging wordt mede namens de Minister van Justitie ingediend.

Onderdeel A

Artikel I, onderdeel A (artikel 5:25j Wft)

In het wetsvoorstel is nog niet voorzien in een reikwijdtebepaling ten aanzien van de vermelding van de strategie door de uitgevende instelling op haar website. Het nieuwe derde lid van artikel 5:25j van de Wet op het financieel toezicht (Wft) herstelt deze omissie. De voorgestelde bepalingen voor het melden van intenties worden opgenomen in hoofdstuk 5.3. van de Wft waarin regels zijn opgenomen voor het melden van stemmen, kapitaal, zeggenschap en kapitaalbelang in uitgevende instellingen. Op grond van die bepalingen dient een ieder die de beschikking verkrijgt over ten minste drie procent van het kapitaal of ten minste drie procent van de stemmen in een uitgevende instelling als bedoeld in artikel 5:33, eerste lid, van de Wft te vermelden of hij al dan niet bezwaar heeft tegen de strategie van de uitgevende instelling. Het is logisch dat aandeelhouders, voordat zij de melding, bedoeld in artikel 5:43a doen, kennis hebben kunnen nemen van de strategie van de uitgevende instelling. Om te voorkomen dat er een discrepantie ontstaat tussen de uitgevende instellingen die hun strategie op hun website dienen te vermelden en degenen die dienen te vermelden of zij al dan niet bezwaar hebben tegen de hiervoor bedoelde strategie, wordt in onderdeel A, onder a, voorgesteld om uitgevende instellingen als bedoeld in artikel 5:33, eerste lid, onderdeel a, te verplichten de strategie op hun website te vermelden. Onder een uitgevende instelling in de zin van artikel 5:33, eerste lid, onderdeel a, wordt verstaan een naamloze vennootschap naar Nederlands recht waarvan aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, of een rechtspersoon, opgericht naar het recht van een staat die geen lidstaat is, waarvan aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 5:26, eerste lid, is verleend. Op grond van de richtlijn transparantie is de Nederlandse meldingsplicht niet van toepassing op een rechtspersoon uit een andere EU-lidstaat. In dat geval is immers de meldingsplicht van het land van herkomst van de desbetreffende rechtpersoon van toepassing.

De reikwijdte van artikel 5:25j, eerste lid, van de Wft is beperkt tot uitgevende instellingen waarvan effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt en waarvan Nederland lidstaat van herkomst is. Aansluiting bij artikel 5:25j, eerste lid, van de Wft zou er toe hebben geleid dat een belegger gehouden is aan te geven of hij al dan niet bezwaar heeft tegen de strategie van de vennootschap, terwijl deze vennootschap niet gehouden zou zijn haar strategie op de website te vermelden.

Voorts worden in artikel 5:25j enkele verwijzingen aangepast in verband met het vernummeren van enkele leden van artikel 5:25ka van de Wft.

Artikel I, onderdeel A (artikel 5:25ka Wft)

Aan het voorgestelde artikel 5:25ka, tweede lid, van de Wft wordt toegevoegd de zinsnede «in de Nederlandse of Engelse taal». Hiermee wordt aangesloten bij artikel 5:25p van de Wft waarin voorschriften zijn gegeven met betrekking tot de taal waarin de gereglementeerde informatie dient te worden opgesteld.

In het thans bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel tot Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen (PbEU L 1841, hierna: wetsvoorstel aandeelhoudersrechten) wordt voorgesteld de op de website geplaatste informatie gedurende tenminste een jaar daarop toegankelijk te houden. In dit wetsvoorstel wordt in artikel 5:25ka een nieuw tweede lid ingevoegd. Dit heeft een vernummering van enkele leden van het in het wetsvoorstel aandeelhoudersrechten voorgestelde artikel 5:25ka tot gevolg. Ingevolge artikel 5:25ka, tweede lid, van de Wft moet de uitgevende instelling de strategie publiceren op de website. Het is denkbaar dat een uitgevende instelling gedurende een aantal jaren eenzelfde strategie handhaaft. Om te voorkomen dat een uitgevende instelling met een ongewijzigde strategie haar strategie na een jaar niet meer toegankelijk zou houden, is in het vijfde lid bepaald dat de uitgevende instelling de overeenkomstig artikel 5:25ka op de website geplaatste informatie daarop toegankelijk houdt, waarbij voor de toepassing van het eerste en derde tot en met vijfde lid een termijn van gedurende tenminste een jaar geldt. Het tweede lid van artikel 5:25ka is derhalve uitgezonderd van deze bepaling, hetgeen tot gevolg heeft dat de uitgevende instelling haar strategie steeds op de website toegankelijk houdt. Met de formulering «voor de toepassing van het eerste lid en derde tot en met vijfde lid gedurende tenminste een jaar» in het nieuw voorgestelde vijfde lid, wordt beoogd aan te sluiten bij het in het wetsvoorstel aandeelhoudersrechten voorgestelde artikel 5:25ka.

Artikel I, onderdeel A (artikel 5:45 Wft)

Zoals reeds in de Memorie van Toelichting (blz 13)2 is aangegeven, dienen op grond van de bestaande regels uit hoofdstuk 5.3. van de Wft samenwerkende aandeelhouders op grond van artikel 5:45, vijfde lid, van de Wft beide een melding te doen wanneer hun gezamenlijke aandelenbezit een meldingsdrempel bereikt, over- of onderschrijdt. Een aandeelhouder hoeft op grond van artikel 5:45 niet te melden of hij bij de melding van intenties alleen of samen met andere aandeelhouders handelt. In onderdeel A, onder c, wordt dit verduidelijkt. Artikel 5:45, vijfde lid, van de Wft is niet van toepassing op de melding van intenties.

Artikel I, onderdeel G (bijlage bij artikel 1:79 en bijlage bij artikel 1:80 Wft)

Deze wijziging herstelt een verschrijving.

Onderdeel B (artikelen 49b, 49c en 49f Wet giraal effectenverkeer)

Door de toevoeging van de zinsnede «indien aanwezig» in artikel 49b, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de Wet giraal effectenverkeer (Wge) wordt de onbedoelde suggestie weggenomen dat het emailadres in alle gevallen deel zou uitmaken van de gegevens die door het centraal instituut, de aangesloten instellingen, intermediairs, instellingen in het buitenland en bewaarders van beleggingsinstellingen worden geadministreerd of aangehouden.

In het wetsvoorstel aandeelhoudersrechten werd oorspronkelijk voorgesteld een registratiedatum in Nederland vast te leggen op de eenentwintigste dag voor de dag van de algemene vergadering. Het gebruik van een registratiedatum wordt echter op grond van de voornoemde richtlijn – in beginsel – verplicht voor alle algemene vergaderingen van beursvennootschappen. In verband met het amendement van het lid Irrgang3 is de registratiedatum verlengd naar de achtentwintigste dag. Dit wordt nu ook overeenkomstig gewijzigd in de tweede volzin van artikel 49b, tweede lid.

In onderdeel B, onder 3, wordt, mede naar aanleiding van reactie van marktpartijen, voorgesteld de termijn voor beantwoording op een identificatieverzoek te verlengen van twee naar drie dagen.

In onderdeel B, onder 4, wordt in verband met de verlenging van de registratiedatum in artikel 49b, vierde lid, van de Wge een termijn van tweeënveertig dagen voorgesteld.

De in onderdeel B, onder 5, opgenomen wijziging herstelt een onjuiste verwijzing.

In het voorgestelde artikel 49c, eerste lid, is bepaald dat de uitgevende instelling de informatie op één of meerdere in haar statuten bepaalde of op haar website vermelde tijdstippen verzendt, waarvan het laatste tijdstip niet later is dan drie werkdagen voor de algemene vergadering. In onderdeel B, onder 6, wordt de termijn van drie werkdagen naar aanleiding van de reacties van marktpartijen verlengd naar acht werkdagen, mede met oog op aandeelhouders die middels een stemvolmacht wensen te stemmen.

Onderdeel C

Dit onderdeel behelst een wijziging van de in artikel V van het wetsvoorstel opgenomen overgangsregeling ten aanzien van de vermelding door een uitgevende instelling van haar strategie op haar website. In het wetsvoorstel is daar nog niet in voorzien. Overeenkomstig het advies van de Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht in haar brief van 7 oktober 20094 wordt in het nieuwe tweede lid van artikel V geregeld dat de vennootschap binnen twaalf weken na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet haar strategie op de website vermeldt. Na het verstrijken van die termijn dient een ieder die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, naar hij weet of behoort te weten, beschikt over ten minste drie procent van het kapitaal of ten minste drie procent van de stemmen in een uitgevende instelling als bedoeld in artikel 5:33, eerste lid, van de Wft of over een of meer aandelen met een bijzonder statutair recht inzake de zeggenschap in een uitgevende instelling binnen vier weken na dat tijdstip aan de AFM te melden of hij bezwaar heeft tegen de ingevolge artikel 5:25ka van de Wft op de website vermelde strategie van de uitgevende instelling. Als gevolg van de invoering van bovengenoemde overgangsregeling wordt in artikel V, derde lid (nieuw), een termijn van zestien (twaalf weken plus vier) weken voorgesteld in plaats van een termijn van vier weken.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager


XNoot
1

Kamerstukken I 2009/10, 31 746, nr. A.

XNoot
2

Kamerstukken II 2008/09, 32 014, nr. 3.

XNoot
3

Kamerstukken II 2009/10, 31 746, nr. 16.

XNoot
4

http://www.notaris.nl/subsites/commissie/pdf/7%20oktober%202009.pdf

Naar boven