32 013 Toekomst financiële sector

31 980 Parlementaire Enquête Financieel Stelsel

Nr. 211 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2019

Op 20 februari 2019 vond het plenair debat plaats over de staat van de financiële sector tien jaar na de start van de financiële crisis (Handelingen II 2018/19, nr. 56, items 5 en 9). Daar heb ik een aantal toezeggingen gedaan. Eén daarvan was de toezegging aan het lid Alkaya (SP) om een overzicht te sturen van de aanbevelingen van de commissie De Wit en hoe hieraan opvolging is gegeven. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Bijlage: Opvolging aanbevelingen

Aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie Onderzoek Financieel Stelsel (de Wit I)

Aanbeveling

Opvolging

Verbeter informatievoorziening macro-economische risico’s

Er vindt een veelvoud aan risicoanalyses plaats. Voorbeelden hiervan zijn de jaarlijkse rapportages binnen het Europees Semester, zoals de landenrapporten die ieder voorjaar worden opgesteld door de Europese Commissie. Ook de jaarlijkse Artikel-IV-rapportage van het IMF bevat een analyse van risico’s. Daarnaast publiceert het Europees Comité voor Systeemrisico's (ESRB) ieder kwartaal een zogeheten «Risk Dashboard», met kwantitatieve en kwalitatieve indicaties van risico’s in de financiële sector. Nationaal gaat DNB ieder half jaar in haar «Overzicht Financiële Stabiliteit» in op ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op financiële stabiliteit en ook is er de Risicorapportage Financiële markten van het CPB.1

Zorgdragen voor naleving Code Banken

De naleving van de Code Banken wordt jaarlijks gemonitord door een door de Nederlandse Vereniging van Banken aan te wijzen onafhankelijke commissie. De monitoringcommissie doet tenminste eenmaal per jaar verslag van haar bevindingen. Deze bevindingen, waaronder aanbevelingen tot aanvulling en aanscherping2, worden openbaar gemaakt.

Aanvulling en aanscherping Code banken met betrekking tot risicomanagement

De Code banken bevat diverse principes over het risicobeleid en de audit binnen banken. Onderdeel hiervan is onder meer versterking van de interne auditfunctie.

Aanvulling en aanscherping Code Banken met betrekking tot beloningsbeleid

De Code banken bevat diverse principes over het beloningsbeleid bij banken. Daarnaast zijn de aanbevelingen tot aanvulling en aanscherping van het beloningsbeleid met de introductie van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen wettelijk verplicht, zoals de introductie van publicatieverplichtingen en beperkingen aan vertrek-, retentie-, welkomst- en tekenvergoedingen.

Beloningsbeperkingen bij staatsteun

Er is in de Wet op het financieel toezicht in artikel 1:128 een verbod op variabele beloning alsmede een bevriezing van de vaste beloning bij staatssteun geïntroduceerd voor beleidsbepalers en het echelon onder de beleidsbepalers. Ook vereist de Commissie in gevallen van staatssteun aan banken een plafond voor de beloning van het management. Daarnaast is in de artikelen 1:126 en 1:127 van de Wet op het financieel toezicht een wettelijke verplichting tot aanpassing (malus) en terugvordering (claw back) geïntroduceerd van variabele beloningen van iedereen die werkzaam is bij een financiële instelling indien er bijvoorbeeld sprake is van verantwoordelijkheid voor gedragingen die ertoe hebben geleid dat de financiële positie van de onderneming aanmerkelijk is verslechterd.

Versterking raad van commissarissen

Er is in de Wet op het financieel toezicht in artikel 3:8 en 4:9 een geschiktheidstoets voor leden van het toezichthoudend orgaan geïntroduceerd. Voor bepaalde ondernemingen, onder meer banken, geldt een limitering van het aantal toezichthoudende functies dat een persoon kan vervullen.

Cultuur- en gedragsverandering in de financiële sector noodzakelijk

Deze aanbeveling richt zich bovenal tot de sector zelf en de individuele financiële instellingen. De bancaire sector heeft hiertoe diverse stappen gezet, waaronder de introductie van het pakket «Toekomstgericht Bankieren» bestaande uit een maatschappelijk statuut, de Code Banken en de aan de bankierseed of -belofte verbonden Gedragsregels. Daarnaast is in de Wet op het financieel toezicht ten behoeve van een goede governance en gezonde cultuur onder meer een eed- of belofte en tuchtrecht, de algemene zorgplicht voor financiële dienstverleners en het provisieverbod geïntroduceerd.

Code(s) voor andere financiële instellingen wenselijk

Deze aanbeveling richt zich tot andersoortige financiële instellingen dan banken, zoals verzekeraars, pensioenfondsen en vermogensbeheerders. Verzekeraars hebben de Gedragscode Verzekeraars geïntroduceerd. Pensioenfondsen kennen eveneens een eigen code (Code Pensioenfondsen). Voor vermogensbeheerders geldt de DUFAS Code Vermogensbeheerders.

Verantwoord aandeelhouderschap

Thans is in de Tweede Kamer het wetsvoorstel ter implementatie van de Europese richtlijn bevordering aandeelhoudersbetrokkenheid aanhangig (Kamerstuk 35 058). Het wetsvoorstel beoogt langetermijnwaardecreatie van beursvennootschappen te stimuleren door de betrokkenheid van aandeelhouders bij de corporate governance van beursvennootschappen verder te vergroten en de transparantie tussen beursvennootschappen en beleggers te bevorderen. Daarnaast is het voor vennootschappen op basis van het huidige recht reeds mogelijk om aandeelhouders die langere tijd in hun onderneming hebben geïnvesteerd te belonen met extra stemrecht of extra dividend.

Regelgeving bij voorkeur mondiaal of Europees, indien nodig en mogelijk nationaal

Regelgeving voor banken wordt in sterke mate op mondiaal niveau geïnitieerd in het Bazels Comité voor Bankentoezicht en de Financial Stability Board. Een groot deel van de prudentiële regelgeving voor banken en verzekeraars is volledig geharmoniseerd op Europees niveau. Het Single Supervisory Mechanism zorgt voor een geharmoniseerde toepassing.

Geleidelijke verhoging minimum kapitaalseisen met cyclusreserve

In de afgelopen jaren zijn de minimum kapitaaleisen sterk verhoogd:

– de risicogewogen eisen zijn hoger dan vóór de crisis;

– het recent afgesproken bankenpakket bevat een ongewogen eis, die vóór de crisis nog niet bestond;

– de contracyclische kapitaalbuffer is geïntroduceerd;

– indien banken niet aan de minima voldoen gelden restricties, bijv. aan dividenduitkeringen.

Afstand nutsbankactiviteiten en zakenbankactiviteiten binnen een instelling

Het Europese BSR-voorstel (Bank Structural Reform Regulation) voorzag in de afscheiding van handelsactiviteiten met als doel de afwikkelbaarheid van banken te vergroten. Dit is in 2014 op hoofdlijnen gesteund door het toenmalige kabinet. Het is de Raad gelukt om in juni 2015 hierover een akkoord te bereiken. In de jaren daarna is het niet gelukt om binnen het Europees parlement tot één positie te komen. De Europese Commissie heeft daarop aangegeven het voorstel in te trekken. Volgens de Europese Commissie zouden de stabiliteitsdoelen van het voorstel ook middels andere voorstellen worden bereikt. Zo heeft de SRB in haar beoordeling van de afwikkelbaarheid van banken de bevoegdheid om wezenlijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid weg te laten nemen. Zij kan via de toezichthouders wijzigingen eisen in de structuren van entiteiten om complexiteit te verminderen teneinde ervoor te zorgen dat kritieke functies juridisch en operationeel van andere functies kunnen worden afgesplitst.3

Beoordeling financiële stabiliteit bij overnames en fusies

De toezichthouder heeft de bevoegdheid om fusies en overnames van banken te beoordelen en al dan niet goed te keuren. Daarbij moeten toezichthouders op grond van de richtlijn kredietinstellingen (CRD) oog hebben voor onder meer: reputatie; gezonde en prudente bedrijfsvoering; de financiële soliditeit van de voorgenomen fusie of overname; of de bank zal kunnen voldoen en blijven voldoen aan de prudentiële vereisten; of geld wordt of werd witgewassen; en of terrorisme wordt of werd gefinancierd. Hierin staat niet expliciet «financiële stabiliteit» genoemd.

Uitbreiding interventie-instrumentarium («interventieladder»)

Het interventie-instrumentarium voor falende banken en beleggingsondernemingen is met de implementatie van de BRRD volledig herzien. Per 1 januari 2019 is een herziening van het interventie-instrumentatrium voor verzekeraars in werking getreden.

Europees depositogarantiestelsel met risicogerelateerde, ex ante financiering

In de EU is afgesproken dat alle nationale DGSen tot en met 2024 minimaal 0,8% van alle gedekte deposito’s opbouwen. Naar verwachting zullen alle nationale DGSen dit jaar al 0,4% hebben opgebouwd. De komende jaren bouwen zij dit verder op middels jaarlijkse bijdragen van banken.

Nederland is in de Europese onderhandelingen voorstander van stappen die leiden tot het doorbreken van de wisselwerking tussen banken en overheden. Het vergroten van de slagkracht van de nationale DGSen die banken zelf vullen, draagt daaraan bij. Zo kan voorkomen worden dat nationale overheden moeten bijspringen om tekorten van een nationaal DGS te dichten. Een European Deposit Insurance Scheme (EDIS) is onderdeel van de gesprekken rondom voltooiing van de bankenunie.4

Bankenheffing

Er is een bankenbelasting geïntroduceerd en in 2016 is een evaluatie uitgevoerd.5

Verzwaarde parlementaire controle op de hervorming van de financiële sector

Deze aanbeveling richt zich tot de Kamer.

Transparantie van buitenparlementaire beïnvloeding en lobbyactiviteiten

Deze aanbeveling richt zich tot de Kamer. Om de transparantie van het beleids- en wetgevingsproces te vergroten, de publieke participatie te verbeteren en een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van regelgeving wordt veel regelgeving op het terrein van de financiële markten openbaar geconsulteerd via het internet. Voor zover partijen

daar geen bezwaar tegen maken, worden de reacties die in dat verband worden gegeven openbaar gemaakt zodat deze voor een ieder inzichtelijk worden. Het resultaat van de consultatie en de eventuele verwerking daarvan in het conceptvoorstel wordt in de memorie van toelichting bij het conceptvoorstel beschreven.

Toezicht op Europees niveau versterken

Voor de Eurozone en lidstaten die willen deelnemen is gezamenlijk toezicht ingericht. De grootste banken uit de Eurozone vallen nu onder het directe toezicht van de Europese Centrale Bank (ECB). Op alle andere banken in de Eurozone houdt de ECB indirect toezicht via de nationale toezichthouders. Dit Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (Single Supervisory Mechanism) zorgt dat op alle banken in de Eurozone vergelijkbaar toezicht van kracht is.

Meer transparantie in de uitvoering van het toezicht

Met de Wet transparant toezicht financiële Markten krijgen de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB) meer mogelijkheden om informatie te delen over het toezicht op afzonderlijke instellingen. Dit draagt bij aan transparanter toezicht op de financiële markt. Voorts zijn de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer om het toezicht door DNB en de AFM te beoordelen uitgebreid.

Nauwere samenwerking toezichthouders en ombudsman financiële dienstverlening

Per 1 januari 2013 is een nieuwe vormgeving van Kifid gerealiseerd via aanpassing van statuten, regelgeving en bedrijfsvoering. Deze nieuwe private vormgeving met publiekrechtelijke waarborgen behelst onder meer dat voortaan de instemming van de Minister vereist is met de begroting en wijzigingen in de samenstelling van het bestuur. Ook zijn eisen opgenomen met betrekking tot de onafhankelijkheid van het bestuur van geschilleninstanties en de deskundigheid van het orgaan. Daarnaast is opgenomen dat de geschilleninstantie aan de AFM en DNB de informatie zal verstrekken die zij nodig hebben voor de uitoefening van de in de wet omschreven taken.

Toezicht op buiten toezicht vallende instellingen en markten

Er is in Europees verband onder meer toezichtregelgeving geïntroduceerd voor het toezicht op onder meer Centrale tegenpartijen (EMIR), alternatieve beleggingsinstellingen (AIFMD), Money Market Funds en bepaalde Securitisaties (STS).

Toezicht en handhavingsinstrumenten verbeteren

In de afgelopen jaren is toezichts- en handhavingsinstrumentarium uitgebreid.

Vergroten reikwijdte toezicht: optrekken financiële grens vergunningsplicht

Per 1 januari 2012 is de grens voor de vergunningplicht van aanbieders van beleggingsobjecten, aanbieders van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen en de prospectusplicht verhoogd van € 50.000 naar € 100.000. Hierdoor is de reikwijdte vergroot.

Interne verbetering van de toezichthouders

Toezichthouders hebben nieuwe methodieken ingevoerd om hun toezicht vorm te geven. Zo werkt DNB sinds 2012 met het risico-georiënteerde FOCUS!.

Aansprakelijkheid toezichthouders aanpassen

In de Wet op het financieel toezicht is in artikel 1:25d een aansprakelijkheidsbeperking ingevoerd voor AFM en DNB.

Verbetering taak van accountants

Op 1 januari 2019 heb ik de Commissie toekomst accountancysector ingesteld. Deze commissie o.l.v. prof. mr. A.T. Ottow zal onderzoek doen naar de vraag hoe de kwaliteit van controles duurzaam verbeterd kan worden en uiterlijk december 2019 advies uitbrengen.

Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel (de Wit II)

Verlaag dekking depositogarantiestelsel en verbeter communicatie over garantie

De huidige dekking sluit aan bij internationale aanbevelingen rondom de dekkingsgraad en is Europees geharmoniseerd.6

Maak kwaliteit van banken inzichtelijk

Ingevolge het Besluit transparant toezicht financiële markten zal DNB kerncijfers van banken met zetel in Nederland op haar website publiceren.

Herkapitalisatie conform kapitaalverstrekkingsfaciliteit

Dit interventie-instrument is vervangen door het instrumentarium uit de BRRD.

Maak garantieregeling onderdeel totaalpakket

Dit interventie-instrument is vervangen door het instrumentarium uit de BRRD.

Ontwikkelen van een speciale crisisstructuur voor een financiële crisis

Met het Europese Single Resolution Mechanism is een bijzondere Europese structuur voor interventies in de bancaire sector geïntroduceerd.

Opzetten grensoverschrijdend toezicht met mechanisme voor burden sharing

Met de invoering van de Bankenunie en het Single Supervisory Mechanism is Europees toezicht door de Europese Centrale Bank geïntroduceerd, met het Single Resolution Mechanism, het Single Resolution Fund en het European Stability Mechanism is een vorm van burden sharing geïntroduceerd. Het is aan de Europese Commissie om te beoordelen of er bij eventuele maatregelen voor de bankensector sprake is van staatssteun en zo ja of het geoorloofde steun is. Daarbij eist ook de Europese Commissie sinds 2013 «burden sharing» (lastendeling).

Benoem de afzonderlijke verantwoordelijkheden van DNB ten tijde van een crisis en breng daarin een duidelijke scheiding aan

DNB heeft een statutaire regeling ingevoerd ter zake van de scheiding van taken en verantwoordelijkheden als toezichthouder en als afwikkelingsautoriteit.

Aanpassing comptabiliteitswet voor financiële transacties

De Comptabiliteitswet is dienovereenkomstig aangepast.

Een informatieprotocol ten behoeve van informatievoorziening voorafgaand aan te nemen crisismaatregelen

Er is een informatieprotocol opgesteld waarover overleg met de Vaste Kamercommissie met Financiën plaatsvindt.

Verplichting voor de regering tot het achteraf verstrekken van een «verantwoordingsmemorandum» in het geval van een schending van het budgetrecht

Deze aanbeveling is gerelateerd aan het voornoemde informatieprotocol.

De informatiepositie van de Kamer ten aanzien van financiële maatregelen dient ook onafhankelijk van de regering te worden versterkt

Aanbeveling richt zich tot de Kamer.

Nadere invulling van het begrip toezichtvertrouwelijkheid in meer materiële zin

De reikwijdte van begrip toezichtvertrouwelijkheid is onderwerp van voortdurend gesprek met de toezichthouders.

Supranationale financiële stabiliteitstoets bij ingrijpende wijzigingen bij systeemrelevante instellingen

De BRRD voorziet in een regeling voor de beoordeling van de gevolgen van ingrijpende wijzigingen voor de afwikkelbaarheid. De beoordeling geschiedt bij grensoverschrijdende banken(groepen) door de Single Resolution Board.

Regeling voor voorkomen patstelling mededingings-toezichthouder en prudentieel toezichthouder

Er zijn afspraken gemaakt tussen resolutieautoriteiten en mededingingsautoriteiten over de werkwijze in crisissituaties, wat de kans op een patstelling verkleint.

Scheiding van nuts- en zakenbankactiviteiten

Het Europese BSR-voorstel (Bank Structural Reform Regulation) voorzag in de afscheiding van handelsactiviteiten met als doel de afwikkelbaarheid van banken te vergroten. Dit is in 2014 op hoofdlijnen gesteund door het toenmalige kabinet. Het is de Raad gelukt om in juni 2015 hierover een akkoord te bereiken. In de jaren daarna is het niet gelukt om binnen het Europees parlement tot één positie te komen. De Europese Commissie heeft daarop aangegeven het voorstel in te trekken. Volgens de Europese Commissie zouden de stabiliteitsdoelen van het voorstel ook middels andere voorstellen worden bereikt. Zo heeft de SRB in haar beoordeling van de afwikkelbaarheid van banken de bevoegdheid om wezenlijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid weg te laten nemen. Zij kan via de toezichthouders wijzigingen eisen in de structuren van entiteiten om complexiteit te verminderen teneinde ervoor te zorgen dat kritieke functies juridisch en operationeel van andere functies kunnen worden afgesplitst.3

Ringfencing van buitenlandse activiteiten

Partijen van buiten de EU zijn over het algemeen verplicht om op zelfstandig niveau en in de EU te voldoen aan de Europese prudentiële eisen. Ook bevat het recent overeengekomen bankenpakket meerdere waarborgen voor lidstaten waar banken zich vestigen.

Onderzoek hogere kapitaaleisen

In de afgelopen jaren zijn de minimum kapitaaleisen sterk verhoogd, onder meer door de invoering van richtlijn kapitaalvereisten (CRDIV) (zie hierboven).

Onderzoek bindend raamwerk voor interventies

Met de BRRD is een geharmoniseerd Europees raamwerk voor interventies geïntroduceerd.

Banken moeten in gesprek over opstelling in crisistijd

Aanbeveling richt zicht tot de sector.

Aanpassingen Wet op de parlementaire enquête 2008

Aanbeveling richt zich tot de kamer.

X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07 nr. 1509.

X Noot
2

Kamerstuk 32 013, nr. 20.

X Noot
3

Kamerstuk CXXV, nr. J.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1556.

X Noot
5

Kamerstuk 32 545, nr. 44.

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1547.

Naar boven