32 007 Voorstel van wet van het lid Jan Jacob van Dijk houdende wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht inzake de aanscherping van het toezicht bij nieuw bekostigde scholen

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID JAN DE VRIES

Ontvangen 9 april 2010

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt aan artikel 11a een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Nadat het bevoegd gezag van een niet uit de openbare kas bekostigde bijzondere school overeenkomstig artikel 5 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 54 van de Wet op het voortgezet onderwijs aan Onze Minister kennis heeft gegeven van de oprichting van de school, brengt de inspectie terstond advies uit aan burgemeester en wethouders over de vraag of deze onderwijsvoorziening een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, van de Leerplichtwet 1969.

II

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

In de Leerplichtwet 1969 wordt aan artikel 1a1, tweede lid, een volzin toegevoegd, luidende: Indien het een advies betreft als bedoeld in artikel 11a, zevende lid, van de Wet op het onderwijstoezicht, geven burgemeester en wethouders hun oordeel binnen vier weken na ontvangst van het advies.

Toelichting

Dit amendement beoogt in aanvulling op het initiatiefvoorstel een wettelijke grondslag te creëren om ook het toezicht op nieuwe niet uit de openbare kas bekostigde (particuliere) scholen aan te scherpen. Het Toezichtskader niet bekostigd onderwijs volstaat daarvoor niet en geeft onvoldoende helderheid en eenduidigheid voor scholen en ouders.

Met onderdeel I van dit amendement zal de inspectie daarom terstond na de kennisgeving van de oprichting van een niet uit de openbare kas bekostigde school burgemeester en wethouders moeten adviseren of er sprake is van een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 3, van de Leerplichtwet 1969. Overigens, moet het bevoegd gezag volgens de huidige wetgeving binnen vier weken na de oprichting van een niet uit de openbare kas bekostigde school daarvan melding doen aan de minister.

Het amendement regelt in onderdeel II ook dat burgemeester en wethouders als het gaat om een nieuwe school, hun oordeel of er sprake is van een school in de zin van de Leerplichtwet 1969 binnen vier weken na ontvangst van het inspectieadvies moeten geven. Conform de Leerplichtwet 1969 moeten burgemeester en wethouders het inspectieadvies volgen. Met dit onderdeel van het amendement wordt voorkomen dat een negatief inspectieadvies te lang zonder gevolgen blijft.

Jan de Vries

Naar boven