31 923 Inwerkingtreding van het besluit van 30 juni 2010, houdende wijziging van de overgangstermijn voor het verbod van het houden van legkippen in verrijkte kooien (Stb. 2010, 284)

F NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Vastgesteld 15 december 2011

1. Inleiding

Op 2 december 2011 werd van de regering de Memorie van Antwoord ontvangen inzake het onderhavige wetsvoorstel. Eerder uitten de leden van de fractie van de PvdA hun teleurstelling over het wetsvoorstel legkippenbesluit. Kippen blijven langer leggen in legbatterijen en dat is wat deze leden betreft een ongewenste situatie. Naar aanleiding van de reactie van de regering willen de leden van de PvdA-fractie de regering aanvullend de volgende vragen stellen. De leden van de GroenLinks-fractie sluiten zich bij deze vragen aan.

2. Doelstellingen regering bij nieuwe diervriendelijke concepten en systemen

De regering geeft in de beantwoording aan het investeren in nieuwe diervriendelijke concepten en systemen in deze sector langs diverse wegen te bevorderen. Deze leden nemen daarmee kennis van de inspanningen van de regering. Kan de regering echter ook aangeven welke resultaten, SMART doelstellingen, de regering met deze inspanningen wenst te bereiken? Hoe verhouden deze doelstellingen zich tot de Europese besluitvorming? Monitort de regering of deze doelstellingen enigszins worden gehaald? Hoe verhouden de doelstellingen zich tot de tot nog toe gepleegde inspanningen? Als deze doelstellingen achter blijven, is de regering dan voornemens de investeringen op te schroeven? Of ziet de regering andere mogelijkheden om uit te komen op de geformuleerde doelstellingen, zo vragen deze leden.

3. invoering duurzame stalontwerpen

De regering geeft in de beantwoording aan, dat er twee innovatieve integraal duurzame stalontwerpen voor de legpluimveehouderij voor consumptie-eieren zijn ontwikkeld, waaronder het Rondeel. De eerste praktijkversies van deze innovatieve systemen zijn gerealiseerd. De verdere uitrol is mede afhankelijk van de vraag vanuit de markt en de consument. Welke inspanningen pleegt de regering om deze innovatieve systemen verder uit te rollen en bekend te maken bij marktpartijen en consumenten zodat er sprake kan zijn van een effectieve investering? Zijn er concrete afspraken gemaakt met betrekking tot de invoering? Is de regering van mening dat er langs deze weg wordt aangesloten bij de aanbevelingen van de Commissie van Doorn?

4. Beleidsvacuüm Kleingruppenhaltung

De regering geeft aan, dat er in Duitsland een beleidsvacuüm is ontstaan aangezien de Kleingruppenhaltung niet wordt verboden terwijl er echter ook geen formele regeling functioneert. Is de verdere doorontwikkeling van de Kleingruppenhaltung door dit beleidsvacuüm on hold is gezet? En wat betekent dit voor de invoering van de Kleingruppenhaltung in Nederland? Acht de regering het denkbaar dat er alsnog een verbod op de Kleingruppenhaltung komt en wat betekent dat eventueel voor de Nederlandse pluimveesector?

De leden van de commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zien met belangstelling de antwoorden van de regering op de door hen gestelde vragen tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Kneppers-Heynert

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

De Boer

Naar boven