Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 31923 nr. D |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 31923 nr. D |
Vastgesteld 8 november 2011
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen. De commissie verzoekt de regering om deze vragen uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van beantwoording te voorzien.
Inleiding
De leden van de fractie van de PvdA namen met teleurstelling kennis van het wetsvoorstel Legkippenbesluit. Het verbod op het houden van legkippen in verrijkte kooien gaat als het aan dit wetsvoorstel ligt niet meer in op 1 januari 2017, maar op 1 januari 2021. Kippen blijven hiermee langer gehuisvest in legbatterijen. Deze leden zijn van mening dat dit ongewenst is. Naar aanleiding van het onderhavige wetsvoorstel willen de leden van de PvdA-fractie de regering een aantal vragen stellen.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennis genomen van de wijziging van het legkippenbesluit 2003. Deze leden hebben enkele vragen aan de regering. De leden van de fractie van D66 sluiten zich aan bij deze vragen.
Het lid van de fractie van de PvdD heeft met teleurstelling kennisgenomen van de inwerkingtreding van het besluit van 30 juni 2010, houdende wijziging van de overgangstermijn voor het verbod van het houden van legkippen in verrijkte kooien (Stb. 2010, 2840). Dit lid betreurt dat er voor een termijn tot 2021 is gekozen in plaats van snel een einde te maken aan het houden van legkippen in verrijkte kooien. In een poging de verfoeide kooisystemen toch te kunnen behouden, is de pluimveesector bij de aankondiging van het legbatterijverbod in 1999 direct een lobby gestart voor de verrijkte kooi. De toenmalige minister Brinkhorst liet daarop direct weten dat hij ook dit systeem ging verbieden. De gemiddelde consument denkt dat met het verbod op de «standaard kooien» per 1 januari 2012 het tijdperk van de legbatterij-eieren eindigt. Met deze wijziging houdt dit kabinet het legbatterij-ei bewust langer in stand. Het lid van de fractie van de Partij voor de Dieren heeft een aantal vragen aan de regering. De leden van de fractie van de SP sluiten zich bij deze vragen aan.
PvdA-fractie
Investeringen in de sector
De regering raakt met het verschuiven van de ingangsdatum van het verbod naar 1 januari 2021 onder anderen de innoverende ondernemers, de zogenaamde «first movers». Vanuit het principe dat afspraak afspraak is, zijn zij reeds gestart met investeren en komen zij nu in de concurrentie op een achterstand. De leden van de fractie van de PvdA vragen hoe de regering met deze ondernemers wenst om te gaan. Hoe beoordeelt de regering het verschuiven van het verbod vanuit hun invalshoek en tast dit niet de geloofwaardigheid van de regering aan?
Hoe wenst de regering het investeren in nieuwe diervriendelijke concepten en systemen in deze sector te bevorderen? Welke mogelijkheden ziet zij om de innovatie in deze sector verder aan te zwengelen en hoe beoordeelt zij de reeds ontwikkelde diervriendelijke stallen zoals het «Rondeel» huisvestingsysteem?
Kleingruppenhaltung
In Duitsland wordt momenteel een maatschappelijk debat gevoerd over de «kleingruppenhaltung».3 De introductie hiervan heeft in dit land reeds in een eerder stadium plaatsgevonden. Is de regering op de hoogte van de inhoud van dit debat en is het waar dat zowel de consumentenorganisaties, de retail en de dierenwelzijnsorganisaties zich keren tegen de introductie van de «kleingruppenhaltung»? Kan de regering aan de leden van de PvdA-fractie aangeven welke richting het politieke debat uit gaat?
Is het waar dat zelfs de sector in Duitsland op dit moment adviseert om niet meer te investeren in de» kleingruppenhaltung»?
De «kleingruppenhaltung» wordt op voorspraak van de regering in Nederland geïntroduceerd. Het is in de praktijk eerder voorgekomen, dat systemen in Nederland worden geïntroduceerd en later worden verboden. Hoe denkt de regering om te zullen gaan met mogelijke schadeclaims?
GroenLinks-fractie
Overgangstermijn
De leden van de GroenLinks-fractie hebben ten aanzien van het wetsvoorstel een aantal vragen. De einddatum voor de overgangstermijn voor bestaande verrijkte en te verrijken kooien voor legkippen wordt verlegd van 1-1-2017 naar 1-1-2021 op basis van de motie Atsma.4 De argumentatie voor de verlegging betreft de directe en indirecte schade voor de groep ondernemers die al geïnvesteerd heeft in een verrijkte of te verrijken kooi. De leden van de fractie van GroenLinks vragen welke effecten de verlenging van de overgangstermijn op het welzijn van legkippen zal hebben. Heeft de regering de schade aan het welzijn afgewogen tegen de financiële kosten voor een groep ondernemers? Hoe heeft zij die afweging gemaakt? Waarom is de overgangstermijn tot 1-1-2017 onvoldoende?
PvdD-fractie
Dierenwelzijn
Het Legkippenbesluit is genomen met het doel om het dierenwelzijn te verbeteren. De Commissie-Van Doorn heeft in haar rapport5 ook nog eens gesteld dat er ingrijpende bewegingen nodig zijn op het gebied van dierenwelzijn: «Geen vrijblijvendheid meer, maar dwingende maatregelen». Het lid van de fractie van de Partij voor de Dieren vraagt zich af waarom de regering niet de daad bij het woord voegt en zij in ieder geval de verrijkte kooi op een zo kort mogelijke termijn verbiedt. Hoe kan de regering een geloofwaardig dierenwelzijnsbeleid voeren als zij besluit om miljoenen kippen onnodig lang in een kooisysteem te houden waar al over is besloten dat het verboden moet worden? Staat dit niet haaks op de ambitie van de regering om dierenwelzijn eindelijk serieus te nemen?
Het lid van de fractie van de Partij voor de Dieren vraagt ook hoe de regering deze lange overgangstermijn in het licht van de handhaving van het Ingrepenbesluit in de Gezondheids-en Welzijnswet voor Dieren, c.q. de Wet Dieren ziet. De pluimveehouderij weet al sinds 1996 dat het verkorten van boven- of ondersnavel, het verwijderen van tenen, sporen en kammen verboden is. Echter, omdat zij hun kippen gewoon mogen blijven houden in huisvestingssystemen waar zij elkaar uit frustratie en onderlinge irritatie kapot pikken, wordt onder het mom van dierenwelzijn telkens ontheffing verleend op dit Ingrepenverbod. Hoe wil de regering dwingende maatregelen doorvoeren ten gunst van dierenwelzijn, als zij bij de kans hierop vasthoudt aan een achterhaalde huisvesting?
Hoe kan het dat in Zweden in 1988 al een verbod uitgevaardigd werd op het houden van hennen in kooien met een overgangsperiode van tien jaar en het ons anno 2011 nog niet is gelukt?
Kan de regering aangeven hoeveel legkippen er in Nederland tussen 2017 en 2021 nog in deze verrijkte kooien zullen worden gehouden? Kan de regering aangeven hoeveel antibiotica er in dit soort kooisystemen wordt gebruikt en in hoeverre dit bijdraagt aan de vorming van resistente bacteriën?
Investeringen in de sector en voorlichting consumenten
Hoe doet deze overgangstermijn recht aan de ondernemers die investeren in échte systeemdoorbraken? Zij moeten ondertussen nog jaren concurreren met legbatterij-eieren, terwijl de consument wordt gevraagd meer te betalen voor duurzame producten. Wat gebeurt er met de eieren uit dit te verbieden systeem? Hoe gaat de regering de Nederlandse consument voorlichten over het in omloop blijven van deze legbatterij-eieren? Wordt er melding gemaakt op de producten waar deze eieren in worden verwerkt, dat hier sprake is van eieren uit een productiesysteem, dat we in Nederland eigenlijk willen verbieden?
Fundamentele systeemverandering
Nederland is het land met de meeste kippen per vierkante kilometer ter wereld. Wij zien graag dat Nederland geen volger, maar een trendsetter is. Daarin past een toekomstgerichte stap richting een legbatterijvrije pluimveesector. Het lid van de fractie van de Partij voor de Dieren wil daarom weten op welke termijn de regering voornemens is een fundamentele systeemverandering in de pluimveehouderij af te dwingen zodat alle dieren gehouden kunnen worden zonder dat zij fysieke ingrepen hoeven te doorstaan.
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zien de antwoorden van de regering op bovenstaande vragen met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Kneppers-Heynert
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
De Boer
Samenstelling:
Holdijk (SGP), Kneppers-Heynert (VVD), (voorzitter), Terpstra (CDA), Noten (PvdA), (vice-voorzitter), Sylvester (PvdA), Essers (CDA) Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Schaap (VVD), Smaling (SP), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Van Boxtel (D66), Backer (D66), Vos (GL), De Lange (OSF), Schrijver (PvdA), Postema (PvdA), Vlietstra (PvdA), Van Strien (PVV), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Dijk (PVV), Ester (CU), Van Rey (VVD), Bröcker (VVD), Beckers (VVD).
Het Bundesverfassungsgericht heeft op 12 oktober 2010 beslist dat «kleingruppenhaltung» (het in kleine groepen houden van leghennen) niet langer toegestaan is in Duitsland (2 BvF 1/07).
Al het vlees duurzaam; de doorbraak naar een gezonde, veilige en gewaardeerde veehouderij in 2020, Rapport Commissie-Van Doorn, september 2011.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31923-D-n1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.