nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID WEEKERS
Ontvangen 2 december 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
In onderdeel A wordt aan artikel 107a een lid toegevoegd, luidende:
5. Lid 3 is niet van toepassing op een vennootschap die dochtermaatschappij
is van een vennootschap waarop lid 3 van toepassing is.
II
In onderdeel B wordt aan artikel 134a een lid toegevoegd, luidende:
3. Lid 1 is niet van toepassing op een vennootschap die dochtermaatschappij
is van een vennootschap waarop lid 1 van toepassing is.
III
Onderdeel C, punt 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vijfde en zesde
lid worden twee leden ingevoegd, luidende:.
2. Na het derde lid van artikel 135 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Lid 2 is niet van toepassing op een vennootschap die dochtermaatschappij
is van een vennootschap waarop lid 2 van toepassing is.
IV
In onderdeel D wordt aan artikel 144a een lid toegevoegd, luidende:
3. Lid 1 is niet van toepassing op een vennootschap die dochtermaatschappij
is van een vennootschap waarop lid 1 van toepassing is.
Toelichting
Het wetsvoorstel leidt tot het volgende. Als een naamloze vennootschap één
(of meer) dochtervennootschap(pen) heeft die ook een naamloze vennootschap
zijn – dit doet zich bijvoorbeeld voor als die dochtervennootschap een
bank- of een verzekeringsbedrijf is – dan is het standpuntrecht niet
alleen van toepassing op de ondernemingsraad van de NV-houdstermaatschappij,
doch ook op de ondernemingsraad van de NV-dochtermaatschappij. De ondernemingsraad
van de NV-dochtermaatschappij en die van haar eventuele dochtervennootschappen
(n.v.’s of b.v.’s) hebben dan niet alleen het standpuntrecht ten
aanzien van de NV-houdstermaatschappij doch ook ten aanzien van de dochter-NV.
Overigens zal dit ook het geval zijn als bij de NV-houdstermaatschappij een
centrale ondernemingsraad fungeert. Dit amendement bepaalt dat de ondernemingsraad
van de NV-dochtermaatschappij en die van haar eventuele dochtervennootschappen,
die al standpuntrecht hebben ten aanzien van de NV-houdstermaatschappij, geen
standpuntrecht hebben ten aanzien van de NV-dochtermaatschappij en haar eventuele
dochtervennootschappen.
Weekers