31 793 Internationale klimaatafspraken

Nr. 56 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2010

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de bespreking van het rapport van de Inter Academy Council (IAC) over de werkwijze van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) tijdens 32e vergadering van het IPCC (11–14 oktober in Busan, Zuid-Korea). Als bijlage stuur ik u het document met de besluiten van IPCC naar aanleiding van het IAC-rapport.1

De Nederlandse inzet was een brede hervormingsagenda voor het IPCC, waaronder verbetering van het management, zorgvuldige naleving van bestaande procedures en waar nodig aanvullende procedures om fouten te vermijden, en goede afspraken over het gebruik van grijze literatuur. De bijeenkomst in Busan vormde het startpunt van dit hervormingsproces.

Ik beschouw de sessie als een succesvolle eerste stap, waarbij de Nederlandse inzet goed is gerealiseerd. De belangrijkste uitkomst van de bijeenkomst in Busan is dat de aanbevelingen van de IAC serieus zijn opgepakt door het IPCC. Met een set concrete besluiten is de door ons gewenste hervorming van het IPCC ingezet. Er zijn daarbij vier taakgroepen ingesteld om nog openstaande punten uit te werken en de financiële consequenties in beeld brengen voor de volgende onderwerpen: procedures, management, communicatie en belangenverstrengeling.

De taakgroepen zullen voorstellen voorleggen aan de eerstvolgende vergadering van het IPCC (eind april/begin mei 2011) zodat de besluitvorming over de IAC aanbevelingen dan zoveel mogelijk kan worden afgerond. Nederland zal zich actief inzetten in deze taakgroepen. Hieronder licht ik de belangrijkste resultaten toe.

1. Omgaan met fouten

Tot nu toe had het IPCC geen procedure voor het omgaan met vermeende fouten. Er is een conceptprotocol vastgesteld voor het omgaan met mogelijke fouten die in de toekomst gevonden kunnen worden. Het Panel heeft de voorzitter en vicevoorzitters van het IPCC en de co-voorzitters van de werkgroepen verzocht dit protocol af te ronden, vast te stellen en vervolgens toe te passen. De kern van het protocol is dat indien één co-voorzitter, hoofdstukauteur (CLA) of bureaulid een vermeende fout onder de aandacht brengt, de hoofdstukauteurs van het betreffende hoofdstuk zullen beoordelen of het volgens hen echt een fout betreft, om vervolgens een correctie aan het bureau voor te stellen. Mochten de hoofdstukauteurs vinden dat er geen sprake is van een fout, dan wordt een onafhankelijke commissie ingesteld. Het protocol gaat in op alle soorten fouten van simpele, zoals reken- en overschrijffouten, tot ingewikkelde fouten, zoals een onjuiste beoordeling van gegevens uit de geraadpleegde literatuur. Ook zal de Taakgroep Procedures dit onderwerp nog nader bestuderen.

2. Omgaan met onzekerheid

Er is besloten de richtlijn voor de beoordeling van bewijs en het omgaan met onzekerheden te verbeteren. De kern van de richtlijn is dat er twee schalen zullen worden gehanteerd voor het uitdrukken van de mate van onzekerheid. Eerst: het vertrouwen in de geldigheid van elke conclusie op basis van type (als metingen, modeluitkomsten, deskundigenoordelen, theoretisch begrip), kwaliteit, hoeveelheid en consistentie van de aanwijzingen. Vervolgens: een kwantitatieve maat voor de onzekerheid uitgedrukt in kansen, en daarbij aangeven – en dat is nieuw – wat de bron van de onzekerheidsinschatting is (op basis van statistische analyse van waarnemingen, modeluitkomsten of deskundigenoordelen). De Taakgroep Procedures zal bekijken of er nog verdere acties nodig zijn op dit onderwerp.

3. Omgaan met grijze literatuur

De auteurs van IPCC-rapporten moeten zich vergewissen van de kwaliteit van de gebruikte wetenschappelijke literatuur. Nu is besloten dat dit beginsel in een richtlijn wordt uitgewerkt. Hieronder valt ook betrouwbare «grijze literatuur» zoals rapporten van internationale instellingen. De conceptrichtlijn die in de vergadering is gepresenteerd stelt duidelijk dat elektronische en visuele media alsmede persoonlijke mededelingen niet acceptabel zijn als bron van wetenschappelijke informatie. Nederland zal in de Taakgroep Procedures bepleiten dat ook krantenberichten en populaire tijdschriften geweerd worden. IPCC heeft de co-voorzitters van de werkgroepen opgeroepen te zorgen dat de richtlijn als die zal zijn afgerond ook wordt gevolgd.

4. Omgaan met uiteenlopende visies

Het IPCC bevestigt in een besluit dat het weergeven van de volle breedte van wetenschappelijke gezichtspunten een centraal uitgangspunt is in het werk van het IPCC. IPCC heeft er bij de co-voorzitters van de werkgroepen op aangedrongen te zorgen dat dit principe onverkort wordt toegepast op toekomstige rapporten. Nederland hecht er belang aan dat de Taakgroep over Procedures verdere aanbevelingen zal doen. In dit kader heeft Nederland in zijn submissie over het Synthese Rapport van het Vijfde Assessment ook aangegeven dat er expliciet aandacht geschonken moet worden aan de alternatieve theorieën van sceptici, conform de Motie Neppérus van 13 oktober 2010.

5. Verbetering bestuur

Er is in principe besloten om een bestuur in te stellen dat namens het Panel optreedt tussen de vergaderingen van het Panel. Een dergelijk bestuur bestaat nu al informeel, maar heeft geen formele taken en bevoegdheden en legt geen verantwoording af aan de IPCC-lidstaten. Het besluit zal nader worden uitgewerkt in de Taakgroep over Bestuur en Management. Vooral de vraag wie er in het bestuur moeten zitten en wat de taken zijn, vergt nog meer overleg. Voor Nederland is het belangrijk dat de acties van het bestuur aan de IPCC lidstaten worden gerapporteerd. Deze Taakgroep zal ook kijken naar de taken van het secretariaat en de bemensing die daar bij zou horen. Een eventuele Executive Director zoals aanbevolen door het IAC is daarbij een van de opties die de Taakgroep zal overwegen.

De landen waren het niet eens over de IAC-aanbevelingen om de voorzitter van IPCC en de co-voorzitters van de werkgroepen voor maximaal één assessmentperiode aan te stellen, omdat daarmee veel waardevolle ervaring verloren zou kunnen gaan. De Taakgroep over Bestuur en Management gaat de verschillende opties op een rij zetten en kijkt daarbij naar mogelijkheden om de continuïteit in het bestuur van IPCC te behouden.

6. Verbetering communicatie

IPCC heeft besloten dat de communicatie van IPCC aanzienlijk moet verbeteren. De door het IAC aanbevolen communicatiestrategie zal door de Taakgroep Communicatie worden opgesteld. Er moet een beter doordachte en snellere communicatie komen over de resultaten van de IPCC-assessments en over eventuele fouten. De transparantie moet worden vergroot, en de politieke neutraliteit moet worden gehandhaafd. Een betere uitleg over de IPCC-processen is nodig. Verder zal vastgelegd moeten worden wie namens IPCC het woord kan voeren over welke aspecten van het werk van IPCC.

7. Tegengaan van belangenverstrengeling

Er komt een belangenverstrengelingsregeling, die van toepassing is op het bestuur van IPCC en de auteurs die betrokken zijn bij het opstellen van IPCC-rapporten.

De hiervoor ingestelde Taakgroep belangenverstrengeling zal een voorstel maken dat goed past bij het specifieke karakter van het IPCC, en zal zich daarbij laten inspireren door de verschillende regelingen die al bestaan bij andere internationale organisaties.

Uw Kamer wordt wederom geïnformeerd over de voortgang en over de hernieuwde inzet voorafgaand aan de volgende vergadering van het IPCC, die naar verwachting in april of mei 2011 plaats zal vinden.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven