31 766 Wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten

Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID VERHOEVEN

Ontvangen 13 februari 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt onderdeel B als volgt gewijzigd:

1. Voor het eerste onderdeel wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

01. Onderdeel b komt te luiden:

b. mededingingsautoriteit:

de Nederlandse mededingingsautoriteit, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Mededingingswet.

2. In het tweede onderdeel wordt in artikel 1 de punt aan het slot van onderdeel d vervangen door een puntkomma.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. raad:

de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit.

II

In artikel I wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

In artikel 2, eerste lid wordt de zinsnede « Er is een College van Toezicht dat tot taak heeft toezicht uit te oefenen» vervangen door: De raad oefent toezicht uit.

III

In artikel I wordt onderdeel C als volgt gewijzigd:

1. Voor het eerste onderdeel wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

01. In de aanhef van artikel twee, tweede lid, wordt de zinsnede «Het College van Toezicht» vervangen door: De raad.

2. In het tweede onderdeel wordt in artikel 2, tweede lid, onderdeel h de zinsnede «van het College» vervangen door: van de mededingingsautoriteit.

IV

In artikel I, onderdeel E, wordt artikel 3 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «het College van Toezicht» vervangen door: de raad.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «Het College van Toezicht» vervangen door «De raad» en de zinsnede «het College van Toezicht»door: de raad.

3. In het derde lid wordt de zinsnede «Het College van Toezicht» vervangen door «De raad» en wordt «het college» telkens vervangen door: de raad.

4. In het vierde lid wordt «Het College van Toezicht» vervangen door: De raad.

V

In artikel I wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

Artikel 4 vervalt.

VI

Onderdeel F komt te luiden:

F

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt het woord «wettelijke».

2. De zinsnede «het College van Toezicht» wordt telkens vervangen door: de raad.

3. De zinsnede «het college» wordt telkens vervangen door: de raad.

4. In het vierde lid wordt de zinsnede «Het College van Toezicht» vervangen door: De raad.

5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Gegevens of inlichtingen omtrent een collectieve beheersorganisatie of een derde als bedoeld in artikel 16, die in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van deze wet zijn verkregen, mogen uitsluitend voor de toepassing van deze wet, de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten worden gebruikt.

VII

Onderdeel G komt te luiden:

G

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «Het College van Toezicht»wordt telkens vervangen door: De raad.

2. In het tweede lid vervalt het woord «wettelijke».

3. In het derde lid wordt de zinsnede «het college» vervangen door: de raad.

VIII

Onderdeel H komt te luiden:

H

De artikelen 7, 8, 9, 10 en 11 vervallen.

IX

De onderdelen I, J en K vervallen.

X

Onderdeel L komt te luiden:

L

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

De kosten van de raad gemaakt ten behoeve van de uitoefening van toezicht worden door Onze Minister vergoed.

XI

In artikel I wordt na onderdeel L een onderdeel ingevoegd, luidende:

La

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Het College van Toezicht» vervangen door «De raad» en wordt «het College» vervangen door: de raad.

2. In het tweede en derde lid wordt «Het College van Toezicht» telkens vervangen door: De Raad.

XII

In artikel I, onderdeel M, wordt «Het College van Toezicht» vervangen door: De raad.

XIII

Artikel I, onderdeel N, komt te luiden:

N

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot eerste en tweede lid, vervalt het eerste lid.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt «Het College van Toezicht» vervangen door «De raad», wordt «1 april» vervangen door «1 juli» en wordt na «Onze Minister van de» ingevoegd: op grond van deze wet.

3. In het tweede lid (nieuw) wordt «Het College van Toezicht» vervangen door: De raad.

XIV

Artikel I, onderdeel O, vervalt.

XV

In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 16, eerste lid, «het College van Toezicht» vervangen door: de raad.

XVI

In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 17, eerste lid, «het College van Toezicht» vervangen door: de raad.

XVII

In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 18 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Het College van Toezicht» vervangen door: De raad.

2. In het tweede lid wordt «Het College van Toezicht» vervangen door: De raad.

3. In het derde lid wordt «het College van Toezicht» vervangen door: de raad.

4. In het vierde lid wordt «Het College van Toezicht» vervangen door: De raad.

XVIII

In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 19 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Het College van Toezicht» vervangen door: De raad.

2. In het derde lid wordt «het College van Toezicht» vervangen door: de raad.

XIX

In artikel III wordt in artikel 25a, tweede lid, de zinsnede «het College van Toezicht» telkens vervangen door: de raad.

Toelichting

Met dit amendement wordt het toezicht op het bepaalde in het wetsvoorstel ondergebracht bij de NMa. De indiener is van mening dat daar het toezicht op de collectieve beheersorganisaties (CBO’s) verbeterd kan worden. De afgelopen jaren heeft er toezicht op de CBO’s plaats gevonden vanuit het College van Toezicht Auteursrecht (CvTA) en in mindere mate vanuit de NMa (zie onder meer «De NMa en het toezicht op collectieve beheersorganisaties», (februari 2007)). Gezien de vele klachten die alleen al door de indiener zijn ontvangen over het functioneren van de CBO’s is allerminst toereikend geweest. Het verruimen en verbreden van het toezicht via het aanhangige wetsvoorstel is in de ogen van de indiener ook nog niet voldoende om de gewenste verandering teweeg te brengen. De toekomstige fusie-autoriteit ACM (combinatie van de Consumentenautoriteit, NMa en OPTA) beschikt wel over de tanden om succesvol toezicht te houden. Dit zou daarmee een geschikte partij zijn om het CBO-toezicht over te nemen. Tot de ACM formeel opgericht is, is de NMa de beste partij.

Het verplaatsen van het toezicht naar ACM (en nu eerst NMa) heeft meerdere voordelen naast de geschetste «tanden». Zo krijgt de CvTA via het aanhangige wetsvoorstel ook meer toezichtstaken wat betreft tarieven. Dit vraagt naast juridische expertise ook een economische kijk van de toezichthouder. De hiervoor benodigde economische expertise is ruim aanwezig bij de ACM. Dit betekent hiermee een verbetering van het toezicht. Ook kunnen er synergievoordelen behaald worden. De NMa deed in het verleden al verschillende malen onderzoek naar de CBO’s aangezien de CBO’s beschikken over een wettelijk monopolie.

Een ander voordeel van dit amendement is dat overlap tussen het werk van CvTA en NMa wordt voorkomen. In de Memorie van Toelichting (pp. 24) staat nu beschreven dat er zorgvuldige afstemming nodig is tussen het werk van de CvTA en NMa. En «Het is daarom niet op voorhand uitgesloten dat het College en de NMa, vanwege hun verschillende toetsingskaders, ieder tot een ander oordeel komen over een door een beheersorganisatie voorgenomen tariefstijging.» Deze mogelijke discrepantie wordt met dit amendement ook direct opgelost. Er kan immers geen verschil meer zijn tussen oordelen van CvTA en NMa wanneer beide toezichtstaken volledig liggen bij de NMa.

Verhoeven

Naar boven