Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 mei 2022
Hierbij bied ik u aan, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, het ontwerpbesluit houdende voorschriften voor een experiment op
het terrein van onderwijszorgarrangementen, met het oog op verbetering van de kwaliteit,
toegankelijkheid en doelmatigheid van het onderwijs (Besluit experiment onderwijszorgarrangementen)1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting2.
De voorlegging volgt uit de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure, bedoeld in
de artikelen 180, achtste lid, van de Wet op het primair onderwijs, 172, achtste lid,
van de Wet op de expertisecentra en 13.1, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs
2020. Deze voorlegging biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het
ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden
voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen vindt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder plaats dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
De regering streeft naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 1 januari
2023 conform de motie van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GL).3
Een gelijkluidende brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma