31 497 Passend onderwijs

Nr. 123 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2014

Met de motie Straus (Kamerstuk 31 497, nr. 97) is de regering verzocht te kijken hoe hoogbegaafdheid kan worden meegenomen bij de verdere invoering van passend onderwijs. Met deze brief geef ik aan wat mijn visie is op de relatie tussen hoogbegaafdheid en passend onderwijs en wat passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen kan betekenen. Hierbij sluit ik aan bij het belang dat ik hecht aan een sterkere stimulering van toptalent in het funderend onderwijs, zoals aangegeven in de brief die ik 1 september 2013 aan uw Kamer heb gestuurd (Kamerstuk 33 400 VIII, nr. 166) en nader uitgewerkt in het plan van aanpak toptalent (Kamerstuk 33 750 VIII, nr. 99).

Passend onderwijs voor alle leerlingen

Ik wil allereerst benadrukken dat passend onderwijs gaat over een zo passend mogelijk aanbod voor alle leerlingen, niet alleen voor leerlingen met een beperking of een leerprobleem, maar ook voor hoogbegaafde leerlingen. Passend onderwijs stelt de onderwijsbehoefte van de leerling centraal. Die vormt het vertrekpunt voor wat leerlingen nodig hebben op school.

Extra impuls

Alle bestaande middelen voor passend onderwijs worden vanaf 1 augustus 2014 stapsgewijs in de nieuwe samenwerkingsverbanden gebundeld. In aanvulling daarop is een extra impuls van 29 miljoen voor passend onderwijs beschikbaar (Tweede Kamer, 33 750 VIII, nr. 95). Dit bedrag wordt vanaf 1 augustus 2015 structureel aan de lumpsum van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs toegevoegd. Het is de bedoeling dat de middelen worden ingezet om de brede doelstelling van passend onderwijs vorm te geven: passend onderwijs voor alle leerlingen, niet alleen voor leerlingen met een beperking of leerprobleem maar ook voor hoogbegaafde leerlingen.

Passend onderwijs in de samenwerkingsverbanden

Passend onderwijs kan in de nieuwe samenwerkingsverbanden langs drie lijnen worden ingericht. Dat kan allereerst langs de lijn van de basisondersteuning die elke reguliere school in een samenwerkingsverband moet kunnen bieden. Vervolgens zijn er de lichtere vormen van extra ondersteuning, die in aanvulling op de basisondersteuning binnen een samenwerkingsverband kunnen worden georganiseerd en tenslotte kunnen samenwerkingsverbanden ook zwaardere vormen van extra ondersteuning bieden. Het is aan elk samenwerkingsverband om tot een evenwichtig geheel van basisondersteuning en aanvullende voorzieningen te komen. Dat zal dus regionaal ook tot verschillen leiden.

Basisondersteuning in elke klas

In de basisondersteuning die elke school in een samenwerkingsverband biedt, moet rekening worden gehouden met de onderwijsbehoefte van hoogbegaafde leerlingen. Heel veel hoogbegaafde leerlingen zullen met een goede basisondersteuning onderwijs binnen een reguliere school kunnen volgen dat aansluit bij hun mogelijkheden en rekening houdt met wat zij nodig hebben. Voor hoogbegaafde leerlingen betekent dit bijvoorbeeld extra verrijkingsstof, sneller door de methode of het onderwijs gaan (klas overslaan) of het compacter aanbieden van de lesstof (bijvoorbeeld minder instructie). Voor een grote groep hoogbegaafde leerlingen zijn dit effectieve onderwijsaanpassingen.

Nog niet elke school of elke leraar is even bedreven in het goed afstemmen van het onderwijsaanbod op de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen en die van getalenteerde en hoogbegaafde leerlingen in het bijzonder. Daarop wordt de komende jaren langs verschillende lijnen ingezet. Naast passend onderwijs spelen ook de maatregelen gericht op talentontwikkeling en kwaliteitsverbetering een belangrijke stimulerende rol bij het versterken van het primaire proces in de klas. Ook in het kader van de professionalisering van leraren staat omgaan met verschillen hoog op de agenda. In de bestuursakkoorden zijn hierover met de sectororganisaties afspraken gemaakt, die een vervolg krijgen in de voor de periode 2015–2020 af te sluiten sectorakkoorden. In de Lerarenagenda zijn de ambities voor het lerarenbeleid in de komende jaren opgenomen met daarin ook ruime aandacht voor de vaardigheden van leraren in het omgaan met verschillen.

Lichte ondersteuning

In aanvulling op de basisondersteuning kunnen middelen ingezet worden voor specifieke voorzieningen voor hoogbegaafde leerlingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de opzet van plusklassen of -groepen, waar een gespecialiseerde leerkracht het onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen verzorgt. Daarnaast kan het gaan om de inrichting van een steunpunt hoogbegaafde leerlingen in een samenwerkingsverband dat op verzoek scholen ondersteuning biedt bij het onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen.

Extra ondersteuning

Ook voor hoogbegaafde leerlingen kan sprake zijn van extra ondersteuning in voorzieningen voor (voortgezet) speciaal onderwijs of het regulier onderwijs. Het gaat dan om hoogbegaafde leerlingen met een bijkomende problematiek. Een stijgend aantal vso-scholen biedt onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen met bijvoorbeeld autisme. Daarnaast zijn er ook reguliere scholen die leerlingen met autisme en een hoge begaafdheid voorbereiden op een hbo of universitaire opleiding in zogenaamde autiklassen.

Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling

Om samenwerkingsverbanden te ondersteunen in het vormgeven van een passend aanbod voor hoogbegaafde leerlingen op alle drie de ondersteuningsniveaus van passend onderwijs, zal de voorlichting en ondersteuning vanuit het Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling geïntensiveerd worden. In het najaar wordt de aftrap gegeven met een landelijke bijeenkomst gericht op samenwerkingsverbanden en scholen. De inzet zal niet alleen gericht zijn op het vormgeven van passende voorzieningen, maar vooral ook op versterking van het primair proces en het vergroten van de deskundigheid van leerkrachten in het omgaan met verschillen en het bieden van uitdagend passend onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen.

Ik vertrouw erop dat met de inzet van de extra middelen en de maatregelen in het kader van de professionalisering, kwaliteitsverbetering en talentontwikkeling passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen de komende jaren beter vorm krijgt.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven