Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 31466 nr. AG |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 31466 nr. AG |
Vastgesteld 4 november 2011
In haar vergadering van 21 juni 2011 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 (VWS) gesproken over de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 juni 20112 inzake de opdrachtformulering aan een onafhankelijke commissie betreffende de evaluatie van het besluitvormingsproces inzake het EPD-traject. Naar aanleiding daarvan heeft de commissie op 24 juni 2011 een brief gezonden aan de minister van VWS.
In haar vergadering van 5 juli 2011 heeft de commissie voor VWS onder andere kennisgenomen van de brieven3 van de minister van VWS van 27 juni 2011. Naar aanleiding daarvan heeft de commissie op 8 juli 2011 een brief gestuurd aan de minister van VWS.
De minister van VWS heeft op 4 november 2011 een gecombineerde reactie op beide brieven aan de Kamer gezonden.
De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Warmolt de Boer
BRIEF AAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Den Haag, 24 juni 2011
In haar vergadering van 21 juni 2011 heeft de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gesproken over uw brief2 van 17 juni 2011 inzake de opdrachtformulering aan een onafhankelijke commissie betreffende de evaluatie van het besluitvormingsproces inzake het EPD-traject. Tijdens het mondeling overleg5 op 10 mei 2011 heeft u aan de Kamer toegezegd6 het onderzoeksvoorstel aan de Kamer voor te leggen.
Naar aanleiding van uw brief wenst de commissie VWS met betrekking tot de opdrachtformulering aan de onafhankelijke commissie graag de volgende aanvullende opmerkingen onder uw aandacht te brengen.
Het valt de commissie op dat de opdracht inzake het onafhankelijk onderzoek naar het verloop van het besluitvormingsproces van het EPD-traject overwegend geformuleerd is vanuit een extern gezichtspunt en onvoldoende gericht is op een kritische zelfreflectie van het ministerie van VWS. De commissie ziet in verband daarmee graag de volgende aspecten in de opdracht geëxpliciteerd.
– Onderzoek naar de doelbinding van het EPD-traject en naar verschuivingen die zich op dat punt in de loop van het EPD-traject aan de zijde van de opdrachtgever hebben voorgedaan.
– Onderzoek naar inhoudelijke discrepanties aan de zijde van het ministerie van VWS; daarbij valt te denken aan de wisselende visie op het Landelijk Schakelpunt (LSP).
– Onderzoek naar (mogelijke) overige inconsistenties in het optreden van het ministerie gedurende looptijd van het EPD-traject.
– Onderzoek bij de meest betrokken actoren naar verschillen van mening ten aanzien van de feitelijke mislukking van het EPD-traject.
– Onderzoek naar de gedurende de looptijd van het EPD-traject alsmaar groeiende kloof tussen enerzijds de feitelijke voorbereidingen en communicatie door het ministerie in verband met de invoering van de landelijke infrastructuur en anderzijds de haperende voortgang van het voor het landelijk EPD noodzakelijke wetgevingstraject.
– Integraal onderzoek naar de uitgaven en investeringen van het ministerie in het kader van het EPD-traject, alsmede naar de vraag welk deel van uitgaven en investeringen – na verwerping van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer – bezien tegen de achtergrond van het aanvankelijke EPD-traject nog op enigerlei wijze relevantie hebben en welk deel van uitgaven en investeringen als afgeschreven moeten worden aangemerkt.
– Onderzoek naar de wijze waarop het ministerie van VWS heeft getracht eventuele negatieve (financiële) effecten van de mislukking van het EPD-traject te beperken.
Ten slotte zou de commissie graag van u vernemen of het onderzoek er primair toe strekt te bepalen wie (mede) verantwoordelijk is of zijn aan de mislukking van het EPD-traject, dan wel dat het onderzoek zich (ook) richt op andere aspecten. Indien dat laatste het geval is, dan ontvangt de commissie op dat punt graag een nadere toelichting.
De commissie ziet uw reactie met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
T. M. Slagter-Roukema
BRIEF AAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Den Haag, 8 juli 2011
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft kennis genomen van uw brieven7 van 27 juni 2011 inzake de toezeggingen T01277, T01278, T01279 en T01280 alsmede van het afschrift van uw brief8 van 24 juni 2011 aan de Tweede Kamer. Naar aanleiding hiervan brengt de commissie het volgende onder uw aandacht.
De commissie constateert dat gedurende het zomerreces, en naar verwachting ook in de periode daarna, op diverse fronten wordt gewerkt aan voortgaande ontwikkelingen met betrekking tot de informatieuitwisseling in de zorg. De commissie doelt in het bijzonder op onderstaande ontwikkelingen.
a. Presentatie van de bevindingen van het Nictiz inzake de toekomst van het Landelijk Schakelpunt (LSP) en het beëindigen van uw betrokkenheid bij het LSP. Nictiz zal de bevindingen uiterlijk op 22 augustus 2011 aan u aanbieden en daarbij naar verwachtingen tevens inzichtelijk maken of patiënten en consumenten en hun vertegenwoordigers9 betrokken zijn geweest bij de overleggen en onderhandelingen. Daarna zult u beide Kamers der Staten-Generaal daarvan in kennis stellen.
b. Met betrekking tot toezegging T01277: de voorbereiding van een wetsvoorstel tot aanvulling van het wetsvoorstel10 cliëntenrechten zorg (Wcz).
c. Met betrekking tot toezegging T01278: onderzoek van het EPD-traject door een onafhankelijke commissie. De commissie VWS heeft op 24 juni 2011 gereageerd11 op uw brief12 van 17 juni 2011.
d. Met betrekking tot toezegging T01279: onderzoek naar de mogelijkheden van de zorgpas. De resultaten van het onderzoek worden na het zomerreces verwacht.
e. Met betrekking tot toezegging T01280: het per brief infomeren van burgers over de toekomst van het LSP. Het hiervoor op te stellen communicatieplan zal op korte termijn aan de Eerste Kamer worden toegezonden.
De commissie hecht er aan nauw betrokken te blijven bij bovengenoemde ontwikkelingen en alle daaraan verbonden aspecten. De commissie ziet uit naar de door u toegezegde informatie, maar zij verzoekt u rekening te houden met het feit dat zij eerst kan reageren na afloop van het zomerreces op 13 september a.s. In verband daarmee vraagt de commissie u met betrekking tot de hiervoor genoemde ontwikkelingen in de periode tot aan dat tijdstip geen stappen te zetten die als onomkeerbaar kunnen worden aangemerkt.
De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
T. M. Slagter-Roukema
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2011
Naar aanleiding van de brieven van de voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport/Jeugd en Gezin d.d. 24 juni 2011 (inzake onderzoek EPD-traject) en d.d. 8 juli 2011 (inzake EPD ontwikkelingen en LSP), bericht ik u als volgt over de stand van zaken.
De juridische analyse, naar aanleiding van toezegging T01277, heb ik op 27 juni jl. zowel aan uw Kamer als aan de Tweede Kamer doen toekomen.
De analyse is tevens aan de koepels van zorgverleners, alsmede aan de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad (CG-Raad) aangeboden voor commentaar. Inmiddels is een reactie hierop ontvangen. Deze reacties worden beoordeeld en meegenomen in de voorbereiding van een wetsvoorstel tot aanvulling van de Wet Clientenzorg (WZC) dat, nadat het van advies is voorzien door onder andere Actal, het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) en de Raad van State bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. Het streven is dit aanvullende wetsvoorstel voor de zomer van 2012 aan de Tweede Kamer aan te bieden.
In navolging van de brief van de commissie VWS, d.d. 24 juni 2011 inzake het onafhankelijk onderzoek naar het verloop van het besluitvormingsproces van het EPD-traject (toezegging T01278), heb ik uw aanvullende opmerkingen met betrekking tot de opdrachtformulering doorgeleid naar het onderzoeksteam. De opmerkingen worden meegenomen in het onderzoek.
Zoals ik in mijn brief van 17 juni jl. (kenmerk MEVA/ICT-3067413) heb aangegeven, is het onderzoek gericht op het besluitvormingsproces inzake de totstandkoming van de landelijke elektronische gegevensuitwisseling. Het doel van het onderzoek, zoals geformuleerd in de opdracht, is leerpunten vast te stellen voor eventuele toekomstige grootschalige implementatietrajecten in de zorg met een duidelijk ICT-component.
De definitieve resultaten van het onderzoek naar de mogelijkheden van een zorgpas (toezegging T01279) verwacht ik binnenkort, zoals ook aangegeven in mijn brief van 27 juni jl. (kenmerk MEVA-U-3067644).
De resultaten en mijn reactie bij het rapport zullen voor het einde van het jaar aan uw Kamer worden gestuurd.
In mijn brief van 13 september jl. (kenmerk MEVA/ICT-3078853) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de verkenning door Nictiz inzake de afbouw van mijn medewerking aan het LSP en de mogelijkheid tot continuering van de landelijke infrastructuur zonder overheidssteun en zonder de voorziene wettelijke regeling. Tevens heb ik u in deze brief geïnformeerd over de wijze waarop ik de burgers zal informeren over het beëindigen van de betrokkenheid van het ministerie van VWS bij het landelijk EPD (toezegging T01280). In het kennismakingsgesprek op 4 oktober jl. met uw Kamer heb ik toegezegd de communicatieboodschap voor verzending voor te leggen aan uw Kamer. Ik zal deze boodschap ook voorleggen aan de Tweede Kamer, koepels van zorgaanbieders en patiënten- en consumentenorganisaties. In het Algemeen Overleg in de Tweede kamer op 6 oktober jl. heb ik aangegeven dat de burger pas zal worden geïnformeerd als helder is op welke wijze een eventuele doorstart van het LSP plaatsvindt en de afbouw van de betrokkenheid van VWS gerealiseerd wordt. Op dit moment is dit nog onvoldoende duidelijk. Begin november verwacht ik door Nictiz te worden geïnformeerd over de concrete plannen.
Tijdens het plenair debat in de Tweede Kamer op 24 mei jl. over het elektronisch patiëntendossier heeft het lid Kuiken (PvdA) gevraagd hoeveel private initiatieven er zijn in Nederland waarbij patiënten zelf kunnen aangeven dat hun gegevens uitgewisseld mogen worden, wat de controle op deze private initiatieven is en hoe het gesteld is met de veiligheid. In het plenair debat heb ik aangegeven dat dergelijke private initiatieven aan de bestaande wet- en regelgeving moeten voldoen en dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) daar op toezien. Bovenstaande vragen van het lid Kuiken (PvdA) heb ik voorgelegd aan de toezichthouders, hierbij wil ik u over de uitkomst informeren. Het CBP heeft bij de beantwoording van de vragen de context van de zogenaamd Personal Health Records (PHR) als uitgangspunt genomen. Zowel het CBP als de IGZ geven aan de volgende initiatieven te kennen: Google Health, Health Vault en Medlook. Het CBP geeft aan voor zover de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) daarop van toepassing is, daar toezicht op te houden. De veiligheid van dergelijke initiatieven in Nederland is door het CBP niet recent onderzocht. De IGZ beschouwt deze initiatieven als normaal onderdeel van verantwoorde zorg. Er vindt geen specifieke controle plaats tenzij een calamiteit daar aanleiding toe geeft.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers
Samenstelling:
Holdijk (SGP), Dupuis (VVD) (vice-voorzitter), Linthorst (PvdA), Putters (PvdA), Slagter-Roukema (SP) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Hermans (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Meurs (PvdA), Quik-Schuijt (SP), Reuten (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Flierman (CDA), Martens (CDA), vacature (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), Van Ganzevoort (GL), De Lange (OSF), Beuving (PvdA), Popken (PVV), Frijters-Klijnen (PVV), Van Dijk (PVV), De Grave (VVD), Bröcker (VVD) en Beckers (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31466-AG.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.