31 239 Stimulering duurzame energieproductie

31 793 Internationale klimaatafspraken

Nr. 209 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2015

In het ordedebat van 1 december jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 31, Regeling van Werkzaamheden) heeft lid Jan Vos (PvdA) verzocht om een brief over het bij de start van de klimaatconferentie in Parijs gelanceerde initiatief van een groep landen en private investeerders die investeringen in onderzoek en ontwikkeling op het gebied van hernieuwbare energie een impuls willen geven. Hierbij ga ik in op dit verzoek.

Bij de start van de klimaatconferentie in Parijs lanceerde Bill Gates het initiatief «the Breakthrough Energy Coalition». Dit is een initiatief waarbij een grote groep investeerders bedrijven met innovatieve ideeën op het gebied van hernieuwbare energie ondersteunt om deze ideeën vanuit het laboratorium naar de markt te brengen. Deze coalitie heeft daarbij de samenwerking gezocht met een gerelateerd publiek initiatief genaamd «Mission Innovation».

Het initiatief «Mission Innovation» werd tevens bij de start van de klimaatconferentie gelanceerd. Dit is een initiatief waarin een groep van 20 landen heeft aangekondigd te streven naar een verdubbeling van publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling op het gebied van hernieuwbare energie in de komende vijf jaar. Zij zullen daarbij nauw samenwerken met de private sector en in het bijzonder met «the Breakthrough Energy Coalition». Gates heeft op zijn beurt aangekondigd dat hij met zijn coalitie in het bijzonder investeringen zal doen in de landen die het «Mission Innovation»-initiatief hebben ondertekend.

Het lid Jan Vos vroeg waarom de Minister-President, die aanwezig was bij de start van de klimaatconferentie, niet op de hoogte was van dit initiatief. Bij de bekendmaking van het «Mission Innovation»-initiatief is contact gezocht met de Verenigde Staten, die een belangrijke rol speelden bij de ontwikkeling van ervan. Ik heb van hen begrepen dat dit initiatief zich vrij snel en buiten formele institutionele structuren heeft ontwikkeld. De landen zijn daarbij benaderd op basis van bestaande contacten en de keuze voor de benaderde landen was hierdoor enigszins arbitrair.

Dit neemt overigens niet weg dat Nederland in de toekomst alsnog welkom is om zich bij dit initiatief aan te sluiten. Ik vind de inzet op energie-innovatie van groot belang en zal in het Energierapport ingaan op het energie-innovatiebeleid voor de lange termijn. In de daaropvolgende Energiedialoog wil het kabinet beter zicht krijgen op de benodigde (financiële) inspanningen van de overheid, de kennisinstellingen en het bedrijfsleven op energie-innovaties voor de middellange en lange termijn. Op basis hiervan zal ik bezien of Nederland aansluiting kan zoeken bij dit initiatief.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven