31 229
Wijziging van een aantal wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetgeving 2008)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 30 oktober 2007

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In artikel XII, onderdeel D, vervalt onderdeel 2 onder vernummering van onderdeel 3 tot onderdeel 2.

2

In artikel XII wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:

Da

In artikel 16, tiende lid, wordt «als bedoeld in» vervangen door «vastgesteld bij of krachtens» en wordt «bij deze maatregel» vervangen door: bij of krachtens deze maatregel.

3

Artikel XII, onderdeel G, komt te luiden:

G

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «4, 5, 8, 9, eerste lid» vervangen door: 4, eerste lid, 5, 8, 9, eerste en tweede lid.

2. In het tweede lid wordt «bij algemene maatregel van bestuur» telkens vervangen door: bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

4

In artikel XVIII, onderdeel A, wordt «3» vervangen door: 4.

5

Artikel XVIII, onderdeel B, komt te luiden:

B

Artikel 8a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan onderdeel a wordt wordt toegevoegd: , indien het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend, lager is dan het minimumloon.

b. In onderdeel b wordt «lager is dan € 54,61» vervangen door: lager is dan 90% van het minimumloon.

c. In onderdeel c wordt «lager is dan het in artikel 2, derde lid, onderdeel b, bij de leeftijd van die persoon genoemd bedrag» vervangen door: lager is dan 70% van het minimumloon.

2. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

6

In artikel XVIII wordt na onderdeel B een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

In artikel 9, eerste lid, wordt «de artikelen 2, 8 en 8a» vervangen door «de artikelen 2 en 8» en wordt «de in artikel 8 genoemde bedragen» vervangen door: de in de artikelen 2 en 8 genoemde bedragen.

7

Na artikel XXIV worden vier artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXIVa

De Wet op de bedrijfsorganisatie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 54, onderdeel a, en artikel 55, eerste lid, wordt «opcenten» telkens vervangen door: opslagen.

B

In artikel 55, eerste lid, vervalt «dezelfde grondslag en».

ARTIKEL XXIVb

In de Wet financiering sociale verzekeringen wordt na artikel 122ab een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 122ac. Overgangsrecht eigenrisicodragen WGA-uitkering 2008

De werkgever die in 2005 of 2006 zelf het risico droeg van betaling van WGA-uitkering overeenkomstig hoofdstuk 9 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, en die dat risico op enig moment in 2007 niet meer draagt, krijgt in afwijking van artikel 36 een eenmalige korting op de basispremie, te berekenen over het loon in 2007 van de tot hem in dienstbetrekking staande werknemers, die wordt gerelateerd aan het aantal maanden dat de werkgever in 2006 dit risico droeg. Indien de werkgever in 2007 reeds een bedrag aan premiekorting heeft ontvangen wordt dat bedrag op de korting, bedoeld in de eerste zin, in mindering gebracht.

ARTIKEL XXIVc

Indien artikel I, onderdeel B, van het bij koninklijke boodschap van 13 december 2006 ingediende voorstel van wet houdende regels tot bevordering van de activering van personen die aanspraak maken op een uitkering op grond van de Ziektewet (Kamerstukken II 2005/06, 30 909, nr. 2) voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet tot wet is verheven en in werking is getreden wordt artikel 133b van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, dat wordt ingevoegd bij eerstgenoemd voorstel van wet, vernummerd tot artikel 133c.

ARTIKEL XXIVd

Indien dit voorstel van wet, nadat het tot wet is verheven, op een eerder tijdstip in werking treedt dan artikel I, onderdeel B, van het bij koninklijke boodschap van 13 december 2006 ingediende voorstel van wet houdende regels tot bevordering van de activering van personen die aanspraak maken op een uitkering op grond van de Ziektewet (Kamerstukken II 2005/06, 30 909, nr. 2) wordt in artikel I, onderdeel B, van dat laatste voorstel van wet, nadat het tot wet is verheven, «Artikel 133b» vervangen door: Artikel 133c.

Toelichting

Algemeen

Met deze nota van wijziging worden nog enkele beperkte wijzigingen in de SZW-wetgeving opgenomen. Deze zijn hieronder artikelsgewijs toegelicht. Ik dien deze nota van wijziging mede namens de staatssecretaris in.

Artikelsgewijs

Onderdeel 1

In artikel XII is in onderdeel D de voorgestelde wijziging van artikel 14, tiende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet geschrapt. Deze wijziging is reeds doorgevoerd in artikel 1.8, onderdeel B, onder 3 (wijziging Arbeidsomstandighedenwet 1998) bij de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Stb. 2005, 573).

Onderdeel 2

Op grond van artikel 16, tiende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet zijn de betreffende normadressanten verplicht tot naleving van de voorschriften en verboden die opgenomen zijn in de desbetreffende algemene maatregelen van bestuur. Dergelijke voorschriften en verboden kunnen ook zijn opgenomen in ministeriële regelingen op grond van deze algemene maatregelen van bestuur. Dit betekent dat de verplichting tot naleving eveneens op deze voorschriften en verboden betrekking dient te hebben. Deze wijziging komt hieraan tegemoet en maakt het verder mogelijk dat de aanwijzing van deze voorschriften en verboden in de ministeriële regeling zelf kan plaatsvinden en derhalve hiervoor niet de desbetreffende algemene maatregel van bestuur behoeft te worden gewijzigd. Uiteraard zal wel de grondslag voor deze aanwijzing blijven voortvloeien uit de desbetreffende algemene maatregel van bestuur.

Onderdeel 3

Aan artikel XII, onderdeel G, wordt een wijziging van het tweede lid van artikel 33 van de Arbeidsomstandighedenwet toegevoegd.

Op grond van artikel 33, tweede lid, wordt de niet-naleving van de desbetreffende voorschrif-ten en verboden bij algemene maatregel van bestuur beboetbaar gesteld. De beboetbaar te stel-len feiten kunnen ook voorschriften en verboden betreffen die zijn opgenomen in een mi-niste-riële regeling. Deze wijziging maakt het mogelijk dat de aanwijzing van beboetbaar te stellen voorschriften en verboden in die ministeriële regeling zelf kan plaatsvinden en derhalve hier-voor niet de desbetreffende algemene maatregel van bestuur behoeft te worden gewijzigd. Uiteraard zal wel de grondslag voor deze aanwijzing blijven voortvloeien uit de desbetreffende algemene maatregel van bestuur.

Onderdeel 4

Met de per 1 januari 2008 in werking te treden Wet van 21 juli tot wijziging van de Toeslagenwet en intrekking van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid in verband met het verbeteren en vereenvoudigen van de wijze waarop het sociaal minimum wordt gewaarborgd in de loondervingsuitkeringen (Stb. 302) wordt aan artikel 5 van de Toeslagenwet een derde lid toegevoegd. In verband hiermee wordt het met artikel XVIII, onderdeel A, van het onderhavige wetsvoorstel aan artikel 5 van de Toeslagenwet toe te voegen lid met dit onderdeel vernummerd tot het vierde.

Onderdeel 5

De afbakening van de doelgroep waarvoor een maximering geldt, in artikel 8a, eerste lid, onderdelen b en c, van de Toeslagenwet zoals dat artikel komt te luiden per 1 januari 2008, heeft tot gevolg dat het bedrag van de netto-uitkering éntoeslag samen voor een aantal toeslaggerechtigden dat bruto meer verdiende dan het bruto sociaal minimum, toch onder het netto sociaal minimum kan uitkomen. Dat is niet de bedoeling van de wijziging van de Toeslagenwet per die datum. Om die reden wordt de afbakening van de doelgroep zodanig aangepast dat de maximering alleen geldt voor personen met een bruto-dagloon, -vervolgdagloon of -grondslag dat lager is dan hun relevant bruto sociaal minimum. Deze wijziging van de Toeslagenwet zal in werking treden met ingang van 1 januari 2008. Mocht het voor het UWV om technische redenen niet mogelijk zijn om deze wijziging per 1 januari 2008 in de systemen aan te brengen, dan zal hetgeen te weinig is betaald op het moment waarop het UWV de aanpassing heeft gerealiseerd alsnog aan betrokkenen worden uitgekeerd.

De wijziging onder 2 is een gevolg van het feit dat met de per 1 januari 2008 in werking te treden Wet van 21 juli tot wijziging van de Toeslagenwet en intrekking van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid in verband met het verbeteren en vereenvoudigen van de wijze waarop het sociaal minimum wordt gewaarborgd in de loondervingsuitkeringen (Stb. 302) de inhoud van artikel 8, zesde lid, van de Toeslagenwet wordt opgenomen in het nieuwe artikel 8a, derde lid, van de Toeslagenwet. In verband hiermee wordt het met artikel XVIII, onderdeel B, te vervallen artikellid gewijzigd van «artikel 8, zesde lid» in «artikel 8a, derde lid».

Onderdeel 6

Nu als gevolg van de met onderdeel 5 ingevoegde wijziging van artikel 8a van de Toeslagenwet in dat artikel geen bedragen meer worden genoemd kan de verwijzing naar artikel 8a in artikel 9, eerste lid, van de Toeslagenwet, zoals dat per 1 januari 2008 komt te luiden, komen te vervallen. De toevoeging van een verwijzing naar artikel 2 in de tweede volzin van dat artikellid betreft een technische verbetering.

Onderdeel 7, Artikel XXIVa

In onderdeel A wordt in de Wet op de bedrijfsorganisatie het verouderde begrip «opcenten» vervangen door de term «opslagen» die beter de huidige al bestaande praktijk weergeeft.

De voorgestelde wijziging in onderdeel B houdt verband met de per 1 januari 2008 voorgenomen wijziging van de door de kamers van koophandel in rekening te brengen handelsregisterheffing op grond van artikel 32 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken, zoals aangekondigd door de Staatssecretaris van Economische Zaken in de brief van 21 september 2007, kenmerk OI/O/7 100 550. Dit leidt tot nieuwe aan categorieën van ondernemingen gerelateerde gewichten. Deze nieuwe gewichten zijn echter geen goede maatstaf voor de vaststelling van de hoogte van de SER-opslag. De werkzaamheden van de Sociaal-Economische Raad brengen naar hun aard met zich dat de SER-opslag – anders dan de door de kamers van koophandel in rekening te brengen handelsregisterheffing in het voorstel van de Staatssecretaris van Economische Zaken – meer gerelateerd moeten zijn aan de omvang van een onderneming. Daarom wordt voorgesteld de zinsnede «dezelfde grondslag en» te laten vervallen. Dat biedt de Sociaal-Economische Raad de ruimte om dezelfde categorie-indeling voor ondernemingen te hanteren als de kamers van koophandel, maar afwijkende aan de onderneming gerelateerde gewichten.

Onderdeel 7, artikel XXIVb

Met de invoering van de Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) als onderdeel van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen per 29 december 2005 konden werkgevers met ingang van die datum in het kader van de WGA eigenrisicodrager worden dan wel publiek verzekerd zijn bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Alle werkgevers, zowel eigenrisicodragers als publiek verzekerde werkgevers, betaalden voor de WGA-verzekering een premie ten behoeve van het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Deze (basis)premie was voor alle werkgevers gelijk. Werkgevers die eigenrisicodrager waren voor de WGA hadden dus hogere kosten voor de WGA dan publiek verzekerde werkgevers; de eigenrisicodragers betaalden immers ook de premie voor de private verzekering. In het overgangsrecht van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv), artikel 122c, negende lid, was daarom bepaald dat de eigenrisicodrager WGA in 2007 een korting krijgt op de basispremie, zolang hij zelf dat risico draagt. Uitgangspunt is dat de korting wordt verleend in 2007 indien de werkgever in 2007 nog eigenrisicodrager is. Met voorgesteld artikel 122ac wordt geregeld dat werkgevers die wél eigenrisicodrager waren voor de WGA in 2005 of 2006, maar voor het WGA-risico in 2007 publiek verzekerd zijn, alsnog een korting krijgen op de basispremie. Ook deze werkgevers hebben namelijk in 2006 te maken gehad met hogere WGA-lasten doordat de basispremie ten behoeve van het Aof in 2006 een WGA-component bevatte. Dit betekent dat de desbetreffende werkgevers die in 2007 geheel of gedeeltelijk publiek verzekerd zijn, over 2007 per aangiftetijdvak en per werknemer een correctiebericht zouden moeten indienen om alsnog de korting te kunnen benutten. Dit brengt een administratieve last voor deze werkgevers met zich. Omdat het naar verwachting om een beperkte groep werkgevers gaat en het hier een eenmalige uitzonderlijke situatie betreft, zal de Belastingdienst het bedrag van de korting in 2008 via een teruggaafbeschikking ambtshalve teruggeven. De hoogte van de korting is afhankelijk van het moment waarop de werkgever het eigenrisicodragerschap heeft beëindigd.

Onderdeel 7, artikelen XXIVc en XXIVd

Met het voorstel van wet, houdende regels tot bevordering van de activering van personen die aanspraak maken op een uitkering op grond van de Ziektewet (Kamerstukken II 2005/06, 30 909, nr 2) zal een nieuw artikel 133b van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in werking treden. Artikel 133b is echter ook reeds bij de Verzamelwet sociale verzekeringen 2007 ingevoegd. Om die reden wordt het nieuwe artikel 133b vernummerd tot artikel 133c. Nu op het moment van indiening van het onderhavige voorstel van wet nog niet met zekerheid is vast te stellen welk voorstel van wet, het eerstgenoemde of het onderhavige, eerder in werking zal treden zijn in de onderdelen a en b beide mogelijkheden in de vorm van een «indien-bepaling» opgenomen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven