31 226
Enige wijzigingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten

nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID LUIJBEN

Ontvangen 29 november 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

Na onderdeel C wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

In artikel 23, vierde lid, vervalt «100, 101,».

II

Na onderdeel BB een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

BB0a

Artikel 99 komt als volgt te luiden:

Artikel 99. Samenstelling bestuur pensioenfonds

1. Het bestuur van een bedrijfstakpensioenfonds betstaat voor een derde deel uit vertegenwoordigers van werkgeversverenigingen, voor een derde deel uit vertegenwoordigers van werknemersverenigingen en voor een derde deel uit vertegenwoordigers van pensioengerechtigden.

2. Het bestuur van een ondernemingspensioenfonds betstaat voor een derde deel werkgeversvertegenwoordigers, voor een derde deel uit werknemersvertegenwoordigers en voor een derde deel uit vertegenwoordigers van pensioengerechtigden.

3. De benoeming van de werknemersvertegenwoordigers in het bestuur van een ondernemingspensioenfonds vindt plaats:

a. na verkiezing van de vertegenwoordigers door en uit de deelnemers;

b. op voordracht van de vertegenwoordigers van de deelnemers in een deelnemersraad als bedoeld in artikel 110;

c. op voordracht van de ondernemingsraad; of

d. op een andere wijze, mits de ondernemingsraad heeft ingestemd met deze benoemingswijze.

4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de onderneming waaraan het pensioenfonds verbonden was heeft opgehouden te bestaan.

III

Onderdeel BBa komt te luiden:

BBa

De artikelen 100 en 101 vervallen.

IV

Na onderdeel DD wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

DDa

In artikel 110, eerste lid, onder b, wordt «; of» vervangen door een punt en vervalt onderdeel c.

V

Aan onderdeel NN wordt toegevoegd: Voorts vervalt «100, 101,».

VI

Aan onderdeel OO wordt toegevoegd: Voorts vervalt «100, 101,».

Toelichting

Dit amendement beoogt het bestuur van een bedrijfstak- en ondernemingspensioenfonds te laten bestaan uit werkgeversvertegenwoordigers, werknemersvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van gepensioneerden. Daarbij bezet iedere geleding een derde van de bestuurszetels.

Het bestuur van een pensioenfonds vertegenwoordigt de belangen van werkgevers, werknemers en gepensioneerden. De afweging tussen deze belangen is het best gediend door de drie geledingen gelijkwaardig te vertegenwoordigen in het bestuur van het pensioenfonds.

Luijben

Naar boven