nr. 15
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 26 november 2007
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel J, wordt, onder vernummering van onderdeel 5 tot
onderdeel 6, een onderdeel ingevoegd, luidende:
5. In het achtste lid wordt «in het eerste lid» vervangen
door: in het eerste en tweede lid.
B
Na artikel I, onderdeel MM, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
MMa
In artikel 171, eerste lid, wordt «die niet voldoet aan deze wet»
vervangen door: die niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is
bepaald.
C
In artikel II, onderdeel K, wordt, onder vernummering van onderdeel 5
tot onderdeel 6, een onderdeel ingevoegd, luidende:
5. In het achtste lid wordt «in het eerste lid» vervangen
door: in het eerste en tweede lid.
D
Na artikel II, onderdeel II, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
IIa
In artikel 166, eerste lid, wordt «die niet voldoet aan deze wet»
vervangen door: die niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is
bepaald.
E
In artikel X wordt «de artikelen I, onderdeel GG, II, onderdeel
CC en III» vervangen door: de artikelen I, onderdeel J, onder 5, GG,
II, onderdeel K, onder 5, CC en III.
Toelichting
Onderdelen A, C en E
Zowel in het eerste als in het tweede lid van artikel 66 van de Pensioenwet
en 78 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt het bedrag genoemd
dat de afkoopgrens betreft voor kleine pensioenaanspraken. In het achtste
lid van de genoemde artikelen wordt geregeld dat dit bedrag jaarlijks wordt
herzien. In het achtste lid moet dus naar het eerste en het tweede lid verwezen
worden. Er wordt echter alleen het eerste lid genoemd, het tweede lid wordt
nu toegevoegd. Omdat het bedrag genoemd in het tweede lid ook met ingang van
1 januari 2008 moet worden herzien wordt aan de wijziging terugwerkende
kracht gegeven.
Onderdelen B en D
In artikel 171 van de Pensioenwet en artikel 166 van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling is geregeld dat De Nederlandsche Bank een aanwijzing
kan geven aan een pensioenuitvoerder indien deze niet voldoet aan de wet.
Het geven van een aanwijzing moet natuurlijk ook mogelijk zijn als de pensioenuitvoerder
niet aan voldoet aan hetgeen is bepaald in de algemene maatregelen van bestuur
die op de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling zijn gebaseerd.
Met de voorgestelde wijziging wordt dit geregeld.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner