31 104 Beleidsdoorlichting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Nr. 10 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 30 november 2020

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 4 september 2020 inzake de toelichting op de onderzoeksopzet van de voorgenomen beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 12 «Natuur, biodiversiteit en gebiedsgericht werken» over de begrotingen van 2015–2019 (Kamerstuk 31 104, nr. 8).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 26 november 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De griffier van de commissie, Jansma

1

Kunnen in de beleidsdoorlichting ook de conclusies van het rapport «Decentraal natuurbeleid onder de Wet natuurbescherming» uit december 2019 van Legal Advice for Nature en Bureau Ulucus in opdracht van de Vogelbescherming Nederland, Natuurmonumenten, de Natuur en Milieufederaties, de Waddenvereniging, SoortenNL en Dierenbescherming mee worden genomen?

Antwoord

Een beleidsdoorlichting is een synthese-onderzoek van de evaluaties van het eerder uitgevoerde beleid. Het rapport «Decentraal natuurbeleid onder de Wet natuurbescherming» is geen beleidsevaluatie en kan daarom niet meegenomen worden als zodanig. Het onderzoeksbureau kan het rapport wel als aanvullende bron gebruiken. Het onderzoeksbureau is geattendeerd op dit rapport.

2

Kan in de beleidsdoorlichting ook meegenomen worden hoeveel hectare landnatuur en hoeveel hectare natuur op water nodig is voor zowel het behalen van de behouddoelstelling (geen teruggang van soorten en typen die vallen onder de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR)) als de instandhoudingsdoelstelling van de Vogel- en Habitatrichtlijn?

Antwoord

Een beleidsdoorlichting is terugkijkend. Het bepalen wat er nodig is om aan bepaalde doelstellingen te voldoen valt niet onder de richtlijnen van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek (RPE) waar binnen de beleidsdoorlichting wordt uitgevoerd. Deze vraag kan dus niet meegenomen worden in de beleidsdoorlichting.

3

Kan in de beleidsdoorlichting ook meegenomen worden hoe groot de originele Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zou zijn geweest als deze volledig was afgerond en wat dit mogelijk had kunnen betekenen voor de behouddoelstelling en instandhoudingsdoelstelling van de Vogel- en Habitatrichtlijn? Hoe groot (in hectare) zou de originele Ecologische Hoofdstructuur zijn geweest als deze volledig was afgemaakt? Hoeveel hectare binnenwater zou de originele EHS bevatten en hoeveel hectare agrarisch natuurbeheer en hoeveel hectare landnatuur zou er zijn ontsnipperd bij een volledig EHS?

Antwoord

Het bepalen van het effect van een volledig uitgevoerde EHS val buiten de kaders van een beleidsdoorlichting. De beleidsdoorlichting beantwoordt vragen over het beleid dat in de periode 2015–2019 is gevoerd en richt zich daarbij op de doelmatigheid en doeltreffendheid van dit beleid.

De taakstelling voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) was 728.512 ha landnatuur (inclusief eventuele binnenwateren). Deze taakstelling is overigens lager dan de beoogde omvang van het Natuurnetwerk Nederland (ca. 742.000 ha). Het Rijk heeft ten tijde van de uitvoering van de EHS geen gegevens bijgehouden over de oppervlakte binnenwater of andere typen natuur. De EHS zou ca. 97.000 ha agrarisch natuurbeheer moeten omvatten.

Voor verdere informatie over de EHS en de ontsnippering ervan verwijs ik naar respectievelijk de Eindrapportage groot project EHS (bijlage bij Kamerstuk 30 825, nr. 216, p. 9) en het Jaarverslag Meerjarenprogramma Ontsnippering (bijlage bij Kamerstuk 35 000-A, nr. 91).

4

Welk deel van het begrotingsartikel (in euro’s) wordt doorgelicht? Welke andere begrotingsgelden die naar natuur gaan worden niet meegenomen in de beleidsdoorlichting?

Antwoord

De beleidsdoorlichting betreft alle uitgaven van het begrotingsartikel die effect hebben op de doelstellingen van het beleid en waarvan de doeltreffendheid en doelmatigheid kan worden bepaald. De storting in de begrotingsreserve in 2019 van € 500 mln. betreft een reservering voor toekomstig beleid en heeft geen effect op de doelen in de onderzoeksperiode 2015–2019.

5

Hoeveel budget wordt er jaarlijks aan de provincies toebedeeld via het provinciefonds en via specifieke uitkeringen en hoeveel van dit budget is bedoeld voor natuur? Hoeveel is werkelijk uitgegeven aan natuur in de periode die aangehaald wordt in de beleidsdoorlichting?

Antwoord

Voor de taken en de uitgaven die zijn gedecentraliseerd naar de provincies zijn de provincies eigenstandig verantwoordelijk. Het Rijk draagt via het Provinciefonds daaraan bij (zie tabel). Daarnaast investeren de provincies zelf € 65 miljoen per jaar in natuur (Kamerstuk 33 576, nr. 6, p.12).

Jaar

2015

2016

2017

2018

2019

Rijksbijdrage aan provincies voor gedecentraliseerde natuurtaken1 (in miljoen €)

246

453

456

356

356

X Noot
1

Kamerstuk 30 825, nr. 153; Kamerstuk 33 576, nr. 8; Kamerstuk 33 576, nr. 6; Bijlage bij Kamerstukken 34 550 B en 34 550 C, nr. 14. 2017; Bijlage bij Kamerstukken 34 550 B en 34 550 C, nr. 11.

Uw Kamer wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van het natuurbeleid via de gezamenlijke Voortgangsrapportage Natuur van Rijk en provincies.

6

Kunnen de effecten van de decentralisatie van verantwoordelijkheden naar de provincies op de effectiviteit van het beleid meegenomen worden in de beleidsdoorlichting?

7

Kan in de beleidsdoorlichting ook ingegaan worden op de mogelijkheden van het Rijk om te sturen op de effectiviteit van het beleid van provinciale overheden en op de juridische verantwoordelijkheden en verplichtingen van het Rijk op het sturen van het beleid van provinciale overheden?

Antwoord 6 en 7

Een beleidsdoorlichting is een synthese-onderzoek van al uitgevoerde evaluaties, waaronder evaluaties van de verschillende begrotingsinstrumenten en de twee lerende evaluaties van het Natuurpact die zijn uitgevoerd door het Planbureau voor de Leefomgeving. Daarnaast wordt een analyse gedaan van eventuele witte vlekken binnen het betreffende begrotingsartikel.

Voor zover dat past binnen de kaders van een beleidsdoorlichting wordt deze vraag meegenomen in de beleidsdoorlichting. Een volledig onderzoek naar het effect van de decentralisatie van verantwoordelijkheden naar de Provincies op de effectiviteit van het beleid valt echter buiten de reikwijdte van deze beleidsdoorlichting. Zie ook mijn brief van 14 oktober jl. (Kamerstuk 31 104, nr. 9)

8

Hoe houdt het Rijk overzicht en controle op de activiteiten van de provincies op het gebied van handhaving en toezicht van de VHR, gezien de verantwoordelijkheid van het Rijk om zowel de behouddoelstelling als de instandhouding van de VHR te garanderen? Welke juridische verplichtingen heeft het Rijk op het sturen van het beleid van provincies?

Antwoord

Voor de gedecentraliseerde taken zijn de provincies eigenstandig verantwoordelijk. De bevoegdheden van Rijk en provincies zijn beschreven in de Wet natuurbescherming, die binnenkort zal opgaan in de Omgevingswet.

Het Rijk is niet juridisch verplicht om het beleid van provincies te sturen.

Er is een intensieve samenwerking met de provincies en Uw Kamer wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang, via de gezamenlijke Voortgangsrapportage Natuur van Rijk en provincies.

Naar boven