31 089 Urgentieprogramma Randstad

Nr. 108 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Ter Griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 21 november 2013. De wens dat over de structuurvisie overleg gewenst wordt kan door of namens de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 16 januari 2014.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2013

Op 13 november heb ik tijdens het BO MIRT Noord-Holland–Utrecht–Flevoland, mede namens de staatssecretaris van IenM en de staatssecretaris van EZ, de Rijksstructuurvisie Amsterdam–Almere–Markermeer vastgesteld. Ook zijn de Bestuursovereenkomst RRAAM en de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0 behorende bij deze Rijksstructuurvisie getekend. Hierbij bied ik u deze documenten aan2.

Binnen het Rijk-Regioprogramma Amsterdam–Almere–Markermeer (RRAAM) hebben Rijk, regionale overheden en maatschappelijke partijen de afgelopen jaren intensief samengewerkt aan het toekomstperspectief voor dit gebied. Dit heeft geresulteerd in de Rijksstructuurvisie Amsterdam–Almere–Markermeer. Op basis van de binnengekomen zienswijzen, de besluitvorming OV SAAL van augustus jl. en de uitwerking van de vervolgafspraken is het ontwerp dat ik in april aan uw Kamer aanbood aangepast.

In de afgelopen periode is door Rijk en regio gezamenlijk gewerkt aan afspraken over de uitvoering van de in de Rijksstructuurvisie neergelegde visie. De Rijksstructuurvisie bindt immers alleen het Rijk. Dit heeft geresulteerd in de Bestuursovereenkomst RRAAM waarin afspraken zijn gemaakt met betrokken regionale partners. Deze afspraken gaan over het tot uitvoering brengen van de drievoudige ambitie op het gebied van verstedelijking, bereikbaarheid en natuur & recreatie ter versterking van de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel.

Met de provincie Flevoland en de gemeente Almere is aanvullend de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0 gesloten, waarin specifieke afspraken gericht op de uitvoering van de stedelijke ambitie Almere zijn vastgelegd. Belangrijk onderdeel van deze overeenkomst is het creëren van financiële condities voor de integrale ontwikkeling van Almere. Omdat de uitzonderlijke groeikosten van Almere niet via de reguliere systematiek van het gemeentefonds kunnen worden vergoed heeft de minister van BZK het voornemen om te komen tot een decentralisatie-uitkering voor de groeiopgave van Almere vanaf 2015, ter grootte van € 7 miljoen per jaar en voor maximaal 22 jaar. Dit voornemen wordt meegenomen bij de herijking van het Gemeentefonds, waarover de Minister van Binnenlandse Zaken u begin 2014 nader bericht.

Daarnaast hebben de gemeente Almere, provincie Flevoland en het Rijk het voornemen een Fonds Verstedelijking Almere in te stellen dat gevoed wordt met gemeentelijke, provinciale en Rijksbijdragen. De Rijksbijdrage betreft de opbrengst van de verkoop van Rijksgronden in Almere Oosterwold en op termijn in Almere Pampus.

De gezamenlijkheid waarin de afgelopen jaren is gewerkt met de regionale overheden en het maatschappelijk proces geeft het vertrouwen dat er de komende jaren op een goede manier uitvoering kan worden gegeven aan de Rijksstructuurvisie en de gemaakte afspraken. Met het uitkomen van de Rijksstructuurvisie en de bijbehorende overeenkomsten eindigt het huidige programma RRAAM. Het Groot Project zoals gedefinieerd in de Basisrapportage (maart 2011) is in zijn geheel uitgevoerd. Uw Kamer heeft aangeven ook voor de vervolgfase de status van Groot Project te willen handhaven. Ik zie uit naar uw voorstel voor de scope en de informatievoorziening van het Groot Project in het vervolg.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

I.v.m. het opnieuw publiceren van deze brief als Tweede Kamerstuk. De brief aan de Eerste Kamer die een gelijke strekking heeft, wordt opnieuw gepubliceerd als Eerste Kamerstuk 31 089, A.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven