Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2020
In gesprekken met ouders en met uw Kamer is veelvuldig aan de orde gekomen dat in
de terugvordering van kinderopvangtoeslag veel fout is gegaan. De kwalificatie opzet/grove
schuld (O/GS) is veelvuldig gesteld voor ouders die niet als fraudeur mogen worden
beschouwd en met alle gevolgen van dien niet in aanmerking kwamen voor een persoonlijke
betalingsregeling. Daarom is in overleg met uw Kamer in de wet hardheidsaanpassing
Awir een aparte regeling opgenomen voor ouders die hierdoor gedupeerd zijn.
De afgelopen periode is getracht meer inzicht te krijgen in de werkwijze die is gevolgd
bij het stellen van O/GS kwalificaties. Daarnaast is gepoogd om meer inzicht te krijgen
in de groep van gedupeerden die wij actief kunnen benaderen voor compensatie. Hieruit
komen aanvullende signalen naar voren waarover ik gisteren geïnformeerd ben en waarvan
ik het belangrijk vind u op de hoogte te stellen.
Eerder is uw Kamer geïnformeerd1 dat bij het stellen van O/GS-kwalificaties in de invordering vanwege doelmatigheid een grens is gehanteerd, waarbij onder
een bepaald bedrag altijd een persoonlijke betalingsregeling werd aangeboden. En dat
deze grens tot 2017 € 1.500 was. Uit een kleine steekproef komt naar voren dat deze
werkwijze in de praktijk niet altijd gevolgd lijkt te zijn, en dat ook onder de € 1.500
sprake kon zijn van een O/GS-kwalificatie.
Tevens hebben we signalen dat – met het oog op het wegwerken van achterstanden – in
een bepaalde periode de instructie mogelijk is geweest om iedereen met een terugvordering
boven de € 3.000 bij de kinderopvangtoeslag standaard – dus zonder nader onderzoek
– een O/GS-kwalificatie te geven.
Dit blijkt uit een conceptmemo in een 0.1-versie (zie bijlage)2 waarvan de status momenteel onduidelijk is en waarin een passage staat over het voorkomen
van bezwaren door verhullend taalgebruik.
Momenteel kan ik nog niet zeggen in hoeverre, en hoe vaak, de beschreven situaties
zich in de praktijk ook voorgedaan hebben. Zoals gezegd zijn dit eerste signalen vanuit
de organisatie die nader onderzoek vragen. Maar één van de lessen van de afgelopen
periode is dat dit soort signalen zeer serieus genomen moeten worden. En deze signalen
passen ook bij verhalen die ik hierover hoor in mijn gesprekken met gedupeerde ouders.
Gezien de ernst zal ik dit tot de bodem laten uitzoeken. Ik wil in dat onderzoek ook
een ander signaal meenemen vanuit de organisatie, dat ik ook in mijn gesprekken krijg
van gedupeerde ouders, namelijk dat zij geconfronteerd kunnen zijn met verwijten van
fraude in schuldhulpverleningstrajecten, terwijl zij nooit een O/GS-kwalificatie hebben
gehad.
Bij de volgende Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag zal ik uw Kamer nader informeren
over de aanpak van onderzoek.
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. Van Huffelen