30 895
Nieuwe bepalingen met betrekking tot de productie en distributie van drinkwater en de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening (Drinkwaterwet)

nr. 10
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 september 2007

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de omschrijving van het begrip «collectief leidingnet» na «drinkwater» ingevoegd: of warm tapwater.

2. In het eerste lid wordt in de omschrijving van het begrip «collectieve watervoorziening» na «drinkwater» in de onderdelen a en b ingevoegd: of warm tapwater.

3. In het zesde lid wordt de zinsnede «de artikelen 13 tot en met 15, 18 en 43 tot en met 45» vervangen door: de artikelen van de hoofdstukken III, VI, VII en VIII.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

In het vijfde lid wordt na «collectieve watervoorziening» ingevoegd: of collectief leidingnet.

C

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

In het derde lid wordt «hanteert bij de levering» vervangen door: hanteert bij de aansluiting en levering.

D

Aan artikel 40 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. In afwijking van het eerste en tweede lid is de Nederlandse Mededingingsautoriteit, bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet, belast met het toezicht op de naleving van artikel 7, vierde lid. Hoofdstuk 6 van de Mededingingswet is van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Ingevolge deze nota van wijziging zijn de navolgende wijzigingen in het wetsvoorstel doorgevoerd door middel van de onderdelen:

A. een volledig met de Waterleidingwet corresponderend regime voor warm tapwater;

B. een uitbreiding van de ontheffingsmogelijkheid van artikel 4, vijfde lid, tot de eigenaar van een collectief leidingnet voor zover het betreft het distribueren van drinkwater;

C. uitbreiding van de verplichting van artikel 8, derde lid, tot het hanteren van tarieven en voorwaarden die redelijk en transparant zijn in het kader van de levering tot (tevens) de aansluiting;

D. het uitdrukkelijk belasten van de Nederlandse Mededingingsautoriteit met het toezicht op de naleving van het verbod op kruissubsidiëring en het van overeenkomstige toepassing verklaren van hoofdstuk 6 van de Mededingingswet in dat verband;

Op de redenen voor deze wijzigingen is voor het overige ingegaan in de nota naar aanleiding van het verslag. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Naar boven