nr. 50
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2009
In mijn brief van 17 december 2008 met kamerstuk 30 872, nr. 13,
heb ik u toegezegd u in het voorjaar van 2009 de jaarrapportage over de voortgang
van het Impulsprogramma toe te sturen. Iets later dan toegezegd, bied ik u
hierbij, mede namens VNO-NCW en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de
voortgangsrapportage Impulsprogramma Zwerfafval 2007–2009 aan.1
Op dit moment wordt de evaluatie uitgevoerd, waarover u in het voorjaar
van 2010 zal worden bericht. Uit deze eindevaluatie zal blijken of en hoe
de doelstelling van het programma is bereikt. De voortgangsrapportage laat
zien dat er al heel veel bereikt is, maar Nederland kan nog schoner. In de
voortgangsrapportage is aan de bovenzijde van elke bladzijde een tijdbalk
opgenomen, waarin chronologisch de uitgevoerde activiteiten zijn weergegeven.
Het Impulsprogramma stopt eind 2009, maar VNO-NCW en de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG) starten op 1 januari 2010 met het Focusprogramma
Zwerfafval. Vanuit het ministerie van VROM wordt niet actief deelgenomen aan
dit programma.
Voor het Focusprogramma 2010–2012 zijn de volgende inhoudelijke,
organisatorische en financiële uitgangspunten gehanteerd:
Inhoud
• Het doel van het Focusprogramma blijft een zichtbaar en meetbaar
schoner Nederland.
• Het programma is eindig en het accent ligt op borgen en implementeren
van wat is bereikt en aanjagen van activiteiten die nog onvoldoende zijn ontwikkeld
(zoals preventie via verpakkingsinnovaties en handhaving)
• Het programma heeft een duidelijke focus op de gebiedstypen waarin
het zwerfafvalprobleem het meest speelt en op het betrekken van intermediairs
binnen deze gebieden. Het gaat hier om winkelgebieden, openbaar vervoergebieden,
de omgeving van scholen en verzorgingsplaatsen langs de snelweg.
• Het programma is gericht op de volgende doelgroepen: burgers, gemeenten
en overige beheerders, bedrijven, en intermediairs en is opgebouwd rondom
de volgende pijlers:
1. Gedragsbeïnvloeding van burgers/consumenten
2. Verdere optimalisatie en intensivering van een integrale zwerfafvalaanpak
door gemeenten en overige beheerders
3. Nadruk op focusgebieden en vergroten betrokkenheid van hierbij relevante
intermediairs.
4. Verdere vergroting betrokkenheid en innovaties bedrijfsleven
5. Daarnaast maakt een monitoringssysteem en kennisverdieping door onderzoek,
onderdeel van het programma uit.
Organisatie
• VNG en VNO-NCW dragen eindverantwoordelijkheid voor het Focusprogramma,waarbij
de operationele werkzaamheden zijn gedelegeerd aan respectievelijk SenterNovem
en Stichting Nederland Schoon die activiteiten deels kunnen uitbesteden aan
andere partijen.
• De uitvoeringspartijen SenterNovem en Stichting Nederland Schoon
rapporteren halfjaarlijks aan het bestuur van het Afvalfonds, ter verantwoording
van de inzet van de financiële middelen.
Financiën
• De financiering van het Focusprogramma gebeurt uit het Afvalfonds.
In dit fonds is voor de aanpak van zwerfafval in 2010, 2011 en 2012 jaarlijks € 11
mln. beschikbaar, in totaal dus € 33,0 mln.
• Dit bedrag wordt aangevuld met eventuele overschotten uit het Impulsprogramma
(momenteel geschat op totaal zo’n € 6,0 mln).
• Inzet van de middelen is niet per definitie lineair verdeeld over
de looptijd van 3 jaar.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer