30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 277 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2022

Tijdens het tweeminutendebat Circulaire Economie op 3 februari jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 46, item 6) heb ik met uw Kamer van gedachten gewisseld over de aanpak van sigarettenfilters in het zwerfafval. Door het lid Bouchallikh van de GroenLinks-fractie en het lid Van Esch van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn moties ingediend over dit onderwerp, waarvan de motie van het lid Bouchallikh1 is aangenomen en de motie van het lid Van Esch2 is aangehouden.

In deze brief wordt u, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, geïnformeerd hoe het kabinet opvolging geeft aan de motie van het lid Bouchallikh. Daarbij zal tevens worden ingegaan op de aangehouden motie van het lid Van Esch.

De aangenomen motie van het lid Bouchallikh vraagt de regering om beter te monitoren op de omvang en opruimkosten van sigarettenfilters in het zwerfafval en om in kaart te brengen hoe een reductiedoelstelling van 70% in 2026 ten opzichte van 2022 behaald kan worden. Het verbeteren van de monitoring is een van de stappen die gezet wordt in het kader van de implementatie van de Single-Use Plastics-Richtlijn voor het meenemen van zwerfafval in de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV). Met de brief van 29 maart 2022 (Kamerstukken 30 872 en 28 694, nr. 274) is uw Kamer geïnformeerd over de Ministeriële Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik, waarmee deze maatregel ingesteld wordt. Deze UPV zorgt er vanaf januari 2023 voor dat producenten van o.a. tabaksproducten met kunststofhoudende filters en kunststofhoudende filters die verkocht worden voor gebruik in combinatie met tabaksproducten mee betalen aan de kosten die overheidsinstanties maken voor het opruimen van zwerfafval. Om deze maatregel uit te kunnen voeren is beter inzicht in de kosten en de samenstelling van het zwerfafval noodzakelijk. Rijkswaterstaat zal dit deel van de motie meenemen bij het opzetten van de systematiek voor het kosten- en samenstellingsonderzoek ten behoeve van de UPV.

Om het tweede deel van de motie van het lid Bouchallikh uit te voeren zal dit jaar, in samenwerking met het Ministerie van VWS, een onderzoek uitgevoerd worden naar mogelijke maatregelen om de hoeveelheid sigarettenfilters in het zwerfafval terug te dringen. In het onderzoek worden beleidsopties, hun verwachte effectiviteit en de haalbaarheid in kaart gebracht.

De aangehouden motie van het lid Van Esch vraagt om een nationaal verbod op plastic in sigarettenfilters. Zoals ik bij de behandeling van deze motie in het tweeminutendebat Circulaire Economie van 3 februari jl. aangaf, vraagt een dergelijk verbod om een goede inhoudelijke en juridische onderbouwing. Daarom wordt een nationaal verbod op sigarettenfilters meegenomen in het eerdergenoemde onderzoek naar de beleidsopties voor een reductie van filters in het zwerfafval. Het onderzoek is naar verwachting eind van dit jaar gereed. Na het onderzoek zullen de Staatssecretaris van VWS en ik opnieuw met elkaar in overleg gaan hierover en uw Kamer informeren over de uitkomsten en onze verdere inzet ten aanzien van sigarettenfilters. Ik vraag mevrouw van Esch daarom om de motie tot die tijd aan te houden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 32 852, nr. 178.

X Noot
2

Kamerstuk 32 852, nr. 179.

Naar boven