Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2015
In het 30-ledendebat over de Hedwigepolder op 28 januari jl. heeft de heer Heerema
(VVD) gevraagd naar de positie van de Belgische pachters in de Hedwigepolder en de
effecten voor de Nederlandse situatie (Handelingen II 2014/15, nr. 47, item 4). Ik heb toegezegd deze vraag schriftelijk te beantwoorden. Met deze brief ontvangt
u het antwoord op deze vraag.
Alle pachters hebben dezelfde rechten en worden op eenzelfde manier behandeld, conform
de Nederlandse onteigeningswet. Uitgangspunt is dat pachters financieel schadeloos
moeten worden gesteld voor hetgeen ze kwijt raken aan rechten. Voor de berekening
van de schadeloosstelling maakt het niet uit of de bedrijfsvestiging op Belgisch of
Nederlands grondgebied is gelegen.
Om het verlies aan grond te compenseren krijgen pachters ruilgrond aangeboden. Dit
is geen verplichting vanuit de onteigeningswet, maar gangbare praktijk in een gebiedsgerichte
aanpak, teneinde pachters in staat te stellen hun bedrijf voort te kunnen zetten met
voldoende grond (in eigendom). De ruilgronden die aan pachters wordt aangeboden liggen
op Nederlands grondgebied. Het is de vrijwillige keuze van de pachter om alleen de
schadeloosstelling in geld te accepteren óf om deze schadeloosstelling in te zetten
voor de aankoop van ruilgrond.
De ruilgronden, die voor de Hedwigepolder worden ingezet, zijn door de provincie Zeeland
aangekocht als strategische grondvoorraad voor doelrealisatie, onder andere voor natuurprojecten.
Hiermee wordt voorkomen dat de grondmarkt ernstig wordt verstoord. Zolang deze gronden
nog niet ingezet kunnen worden voor doelrealisatie worden ze in een systeem van geliberaliseerde
pacht uitgegeven. Hieraan kunnen geen rechten worden verleend.
Het aantal pachters (bedrijven) die gronden in de Hedwigepolder pachten is achttien.
Vier hebben hun bedrijfsvestiging in Nederland, veertien op Belgisch grondgebied.
Momenteel is met twaalf (twee Nederlandse en tien Belgische) pachters overeenstemming
bereikt.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma