Per brief van 2 maart jl. heeft de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mij gevraagd om een reactie
op het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) over de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Hierbij
reageer ik op dit verzoek.
In mijn brief van 16 februari jl. over de herijking van de EHS (TK 30 825, nr. 69) heb ik mijn reactie op de uitkomsten van de PBL-studie reeds verwoord. Ook in het spoeddebat in uw Kamer over onder andere
het Oostvaarderswold op 17 februari jl. (Handelingen II 2010/11, nr. 54 behandeling spoeddebat over de Oostvaarderswold, de Oostvaardersplassen, de robuuste veranderingen tussen natuurgebieden,
de Wet Inrichting Landelijk Gebied en de EHS) heb ik mijn standpunt over het PBL-rapport kenbaar gemaakt en toegelicht.
Zoals ik in mijn brief van 16 februari heb gemeld, vind ik het rapport een ondersteuning voor mijn ambitie om met minder geld
en hectares een EHS te realiseren die minstens zo effectief is als de beoogde EHS in het oude beleid. Zo blijkt uit de door
het PBL doorgerekende scenario’s dat het adequaat beheren van de tot nu toe gerealiseerde EHS tot 2020 ongeveer de helft kost
van het oude beleid in het oude tempo, en toch praktisch evenveel biodiversiteit oplevert. Als bovendien wordt geïnvesteerd
in inrichting en beperkte verwerving ten behoeve van waterhuishouding en het robuuster maken van gebieden, kan daarmee zelfs
meer biodiversiteit worden bereikt dan in het oude beleid.
Het PBL adviseert om, gegeven de omstandigheid van de schaars beschikbare middelen, prioriteit te geven aan het beheren van
de bestaande gebieden, vooral Natura 2000, en het investeren in milieucondities, vooral water. Ik vind dat een logische prioritering,
die in lijn is met mijn uitgangspunten voor de herijking van de EHS.
Uit PBL-rapport wordt ook duidelijk dat, om de biodiversiteitsdoelen binnen bereik te brengen, ook de kansen buiten de EHS
optimaal moeten worden benut. Zoals ik heb gezegd in het spoeddebat op 17 februari, is het mijn ambitie om, ter ondersteuning
van de EHS, de biodiversiteit in het agrarisch productielandschap zo’n anderhalf miljoen hectare in Nederland- te versterken
door het toevoegen van meer natuur- en landschapselementen op dat areaal. De aanstaande hervorming van het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid van de EU biedt goede mogelijkheden hierover concrete afspraken te maken.
Zoals u weet werk ik samen met de provincies verder aan de herijking van de EHS. Bij deze uitwerking zullen we het PBL-rapport
waar mogelijk en nodig als bouwsteen benutten.