30 825 Ecologische hoofdstructuur

Nr. 67 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2011

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie treft u bijgaand de stand van zaken aan betreffende de uitwerking van de Verklaring van Linschoten.

In 2009 hebben de partijen bij het Linschotenberaad voorstellen geformuleerd, die beogen het agrarisch en particulier natuurbeheer te stimuleren. Tevens beogen de voorstellen een gelijkwaardige positie tussen de terreinbeherende organisaties en particulieren/agrariërs te bewerkstelligen. De Verklaring is op 27 mei 2009 aan de toenmalige Minister van LNV aangeboden. De voorstellen hebben betrekking op:

  • 1. Informeren, stimuleren en faciliteren van particulieren,

  • 2. Financiële stimulansen en

  • 3. Fiscale stimulansen

Per onderdeel geef ik u de stand van zaken weer.

1. Informeren, stimuleren en faciliteren van particulieren

Dit onderdeel is door de provincies opgepakt. Elke provincie heeft een benadering die het beste past bij de provinciale situatie. Het IPO heeft al in maart van dit jaar een brochure uitgegeven waarin per provincie het stimuleringsbeleid van de provincies is verwoord. Dit traject is afgerond.

2. Financiële stimulansen

Mijn ministerie heeft in overleg met de provincies en na raadpleging van de Linschotenpartijen een herziene provinciale subsidieregeling voor grondaankopen opgesteld. Deze modelregeling is op 9 juli 2010 door de Nederlandse autoriteiten aan de Europese Commissie (hierna: EC) genotificeerd voor de staatssteuntoets. De EC heeft Nederland enkele verduidelijkende vragen gesteld, die zijn beantwoord. Als de EC geen verdere vragen heeft, zal zij een besluit nemen over de vraag of sprake is van toelaatbare staatssteun. De nieuwe aankoopregeling stelt de subsidie open voor alle partijen die voldoende aannemelijk kunnen maken dat zij duurzaam natuurbeheer kunnen en zullen verrichten.

Dus ook voor particulieren en agrariërs. De in de Verklaring van Linschoten nagestreefde gelijkberechtiging is hiermee een feit.

De Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (VGG) heeft in 2008 een klacht bij de EC ingediend. Deze klacht houdt in dat de door de Staat verstrekte subsidies aan terreinbeherende organisaties als ongeoorloofde staatssteun is aan te merken. De klacht betrof tevens de ongelijke behandeling tussen terreinbeherende organisaties en particulieren. Deze klacht is bij de EC in behandeling. Vragen van de EC die betrekking hebben op de klacht zijn beantwoord. Met de nieuwe aankoopregeling zijn naar mijn mening de bezwaren weggenomen. Het is aan de EC om te beoordelen of de klachtenprocedure kan worden afgesloten.

3. Fiscale stimulansen

In de Verklaring van Linschoten zijn 2 fiscale maatregelen voorgesteld, namelijk het beperken van de belastingheffing bij staking van landbouwbedrijven in het kader van de EHS en de introductie van een Persoonsgebonden aftrek voor natuur. Uit overleg met het ministerie van Financiën blijkt dat de huidige belastingregelgeving al voorziet in een stakingswinstfaciliteit voor gebouwen, die geen economische waarde meer hebben en gesloopt zullen worden. De Persoonsgebonden Aftrek voor natuur (PGA Natuur) is nog onderwerp van bespreking met de Staatssecretaris van Financiën.

Herijking EHS

Het huidige kabinet zet bij de realisatie van de EHS maximaal in op agrarisch en particulier natuurbeheer en minimaal op grondverwerving. Vanaf 2012 zijn de provincies geheel verantwoordelijk voor het in te zetten instrumentarium voor de realisatie van de EHS. Een EHS die ik conform het Regeerakkoord in overleg met provincies en andere partijen zal herijken en die in 2018 in herijkte vorm zal zijn gerealiseerd. In de daarbij behorende kaderstelling zal ik bepalen dat grondaankopen tot het minimum worden beperkt.

Met de partijen van Linschoten (Federatie Particulier Grondbezit (FPG), Stichting Beheer Natuur en Landschap, de terreinbeherende organisaties, LTO/Natuurlijk Platteland Nederland) heeft mijn ministerie periodiek overleg over de uitwerking van de Verklaring van Linschoten. In juli 2010 hebben deze partijen, aangevuld met de ANWB en de RECRON, een «Manifest Natuur, landschap en economie in een vitaal platteland» opgesteld. Dit Manifest roept op om te komen tot een multifunctionele ontwikkelingsstrategie voor het landelijk gebied. Ik wil het traject van Linschoten verder oppakken in het bredere verband van het Manifest. Daarin wordt het «tien puntenplan» van de FPG, waarover de toenmalige minister van LNV u bij brief van 23 september 2010 heeft geïnformeerd, meegenomen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven