30 825 Ecologische hoofdstructuur

29 717 Plattelandsontwikkelingsprogramma

Nr. 64 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2010

Op 18 november 2010 heeft de commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mij bij brief (2010Z15752/2010D45917) het volgende verzocht:

• Voor het einde van het jaar het Tweede Verslag van het Comité van Toezicht naar de Kamer te zenden;

• Nog in 2010 een kabinetsreactie te geven op de Midterm Review ILG en de twee verslagen van het Comité van Toezicht ILG;

• In deze kabinetsreactie ook in te gaan op de beleidsconclusies die het kabinet trekt uit deze rapportages en daarbij ook de Derde Voortgangsrapportage EHS te betrekken;

• In deze kabinetsreactie alsnog een overzicht te geven van het aantal hectares dat in 2009 is aangekocht, ingericht, beheerd en het aantal hectares dat nog resteert, en de financiële consequenties van aankoop, inrichting en beheer in 2009. U heeft verzocht daarbij onderscheid te maken tussen EHS-gebieden en EHS-verbindingszones.

• De Kamer in te lichten over de voortgang en ontwikkeling dan wel de werking van het kwaliteitsborgsysteem, en de mate waarin uitkomsten van dit systeem in de rapportages over 2009 al zijn meegenomen.

Daarop aanvullend heeft de commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mij op 2 december (2010Z15752/2010D48937) verzocht ook in te gaan op de analyse van de commissie over de informatie¬voorziening over het Groot Project EHS welke bijgevoegd was bij de brief. Ik neem deze analyse mee in mijn reactie op bovenstaande vragen.

Midterm Review

Ik heb van alle provincies een accountantsverklaring bij de provinciale MTR-rapportage ontvangen.

Met het Regeerakkoord is een nieuwe situatie ontstaan. Het ILG-systeem zoals we dat kenden, zal niet worden voortgezet. Met de provincies ga ik een proces in van stelselherziening gericht op decentralisatie. Eerst zal onder mijn regie met de provincies de EHS worden herijkt.

Vervolgens wordt het totaal van de opgaven uitgewerkt en de nieuwe verantwoor¬delijkheden vastgesteld. Pas daarna is het zinvol om het instrumentarium te herbezien.

In het Regeerakkoord is besloten tot decentralisatie van het Investeringsbudget Landelijk Gebied. In dat proces zal stelselherziening plaatsvinden gericht op decentralisatie. Daarbij zal ik de informatie en conclusies uit de Midterm Review en de Derde Voortgangsrapportage EHS gebruiken. Het Regeerakkoord zal leidend zijn voor het beleid.

Dit betekent ook, dat nieuwe afspraken naar aanleiding van de landelijke MTR-rapportage over financiering en de bijstelling van prestaties niet gemaakt zullen worden in het licht van de ILG-Bestuursovereenkomsten, maar integraal deel uitmaken van de decentralisatieafspraken die het Rijk maakt met de provincies. Ook de toezeggingen van mijn ambtsvoorganger moeten in dit licht beoordeeld worden. Bij het vaststellen van de kaders voor de herijkte EHS zullen de kwaliteitsaspecten ervan meegenomen worden.

Tot op heden is voor het Investeringsbudget Landelijk Gebied niet met de Single Information Single Audit-rapportagesystematiek (SISA) gewerkt. Er liep een project om het huidige rapportageformat aan deze systematiek aan te passen. Dat zou tevens tot de forse vereenvoudiging hebben geleid, die provincies en Rijk wensten. Ik heb ervoor gekozen om alle activiteiten die het ILG-systeem verbeteren on hold te zetten in afwachting van de uitkomsten van het decentralisatieakkoord. In het nieuwe stelsel zullen de lessen die met het ILG geleerd zijn worden toegepast.

Voortgang EHS

U vraagt naar de voortgang van de EHS in het jaar 2009. In de voortgangs¬rapportage heeft mijn ambtsvoorganger u geïnformeerd over de cumulatieve realisatie van verwerving, inrichting en beheer. Daarbij is uitgelegd waarom ik alleen de cumulatieve voortgang over de jaren 2007 tot 2009 kan geven. In 2009 is de uitgangssituatie van 1 januari 2007 opnieuw vastgesteld (de zogenaamde Nulmeting op Kaart). Door deze gewijzigde uitgangssituatie is een vergelijking met de voortgangsrapportage 2008 onmogelijk. Realisatie van de EHS zou dan achteraf rekenkundig moeten worden bepaald voor de jaren 2007 en 2008. Mijn ambtsvoorganger heeft ervoor gekozen om u de cumulatieve realisatie in 2009 te rapporteren met daarbij de Nulmeting 2007 als uitgangspunt. Ik realiseer me dat ik daarmee eenmalig niet voldoe aan de wens van de Tweede Kamer over de jaarlijkse voortgang in 2009 te rapporteren. Dit levert in de komende jaren wel adequatere rapportages op die gebaseerd zijn op een juiste uitgangssituatie.

In het jaar 2009 is een aanvang gemaakt met een vereenvoudiging van de voortgangsrapportages ILG, waarbij meer gestuurd wordt op doelen en een ontschot budget. Eén van de afspraken was om niet meer afzonderlijk te rapporteren over EHS-gebieden en robuuste verbindingszones. Ik kan u deze informatie derhalve niet leveren. In het kader van de herijking van de EHS zal dergelijke informatie uiteraard wel zichtbaar zijn.

In 2009 zijn nog geen uitkomsten van het kwaliteitsborgingsysteem beschikbaar. In de Derde Voortgangsrapportage EHS is aan u de ontwikkeling en de stand van zaken gemeld. In 2009 hebben de provincies «beheertypenkaarten» ingevoerd ten behoeve van de verlening van beheersubsidies. Eind 2010 zal de basis voor de kwaliteitsbeoordeling gereed zijn. De verdere invoering van het systeem zal plaatsvinden in het kader van de te maken afspraken rond de decentralisatie en de herijking van de EHS.

Comité van Toezicht

Het Tweede Verslag van het Comité van Toezicht heb ik u toegezonden op 23 november 2010 (Kamerstuk 29 717, nr. 18).

Het Comité van Toezicht is door mijn ambtvoorganger ingesteld om de kwaliteit van de prestaties te beoordelen in het licht van de Wet Inrichting Landelijk Gebied en de ILG-Bestuursovereenkomsten. Ik wil het volgende opmerken naar aanleiding van beide verslagen:

• Ik zal de aanbevelingen meenemen in de decentralisatieafspraken die ik met de provincies maak.

• Zo wil ik de aanbevelingen die betrekking hebben op de borging van de cijfers (één-bron-principe) betrekken de afspraken die ik ga maken in het kader van de decentralisatieovereenkomst Rijk-provincies.

• Ik ga ervan uit dat de provinciale Midterm Review rapportages een rol gaan spelen in de bestuurlijke onderhandelingen met de provincies. Het Comité van Toezicht heeft nog niet gerapporteerd over deze rapportages.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker