Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2013
Hierbij stuur ik u het natuurbeleidsplan Caribisch Nederland 2013–2017.1
Volgens de Wet grondslagen natuurbeheer en bescherming BES brengt de minister van
Economische Zaken elke 5 jaar een natuurbeleidsplan voor Caribisch Nederland uit.
Met dit natuurbeleidsplan geef ik richting aan het natuurbeleid in Caribisch Nederland
voor de komende 5 jaar. Het dient mede als kader voor de door het Openbaar lichaam
van de eilanden op te stellen eilandelijke natuurplannen.
Het natuurbeleidsplan is mede op uw verzoek (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 143 vergaderjaar 2010–2011) tot stand gekomen in samenwerking met natuurorganisaties,
parkbeheerders en Openbaar lichaam van de eilanden. Ook het bedrijfsleven, onder andere
de toeristische sector, is betrokken geweest.
Op 17 januari 2013, Kamerstuk 30 825, nr. 189, heb ik u geïnformeerd over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg met de provincies
over de besteding van de € 200 mln. extra middelen voor natuur en, als onderdeel hiervan,
de € 7,5 miljoen natuurgelden voor Caribisch Nederland. De beschikbare middelen voor
Caribisch Nederland worden ingezet om achterstallig onderhoud van de natuur op korte
termijn in te halen. Het natuurbeleidsplan geeft nader aan op welke wijze de middelen
besteed worden.
Het natuurbeleidsplan benadert natuur op de eilanden als integraal onderdeel van de
maatschappij. De natuur op de Caribische eilanden is een belangrijke economische motor,
zoals ook bleek uit de TEEB-Bonaire, Kamerstuk 26 407, nr. 84. We moeten daar gebruik van maken en er tegelijkertijd goed voor zorgen. Uitgangspunt
bij de concrete actiepunten in het plan is dan ook dat de natuur duurzaam gebruikt
moet kunnen blijven worden. Op die manier wil ik er aan bijdragen dat de eilandbewoners
nu en in de toekomst blijven profiteren van de natuur als bron van welvaart.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma