Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2012
Hierbij ontvangt u mijn reactie op de aangehouden motie Pechtold c.s. (33 410, nr. 45).
In het debat over de Regeringsverklaring van 14 november jl. (Handelingen II 2012/13,
nr. 14, behandeling debat Regeringsverklaring) heeft de Minister-president het einddoel,
het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) neergezet. Deze motie gaat
onder andere in op de manier waarop dit einddoel bereikt kan worden. Conform het regeerakkoord
nemen we meer tijd om de EHS te realiseren, met de ter beschikking staande middelen
van Rijk, provincies en derden. Ook is er een maximum aan de jaarlijks te realiseren
hectares natuur (inrichting en verwerving).
Ik wil in overleg met alle betrokkenen, in het bijzonder met de provincies als gebiedsregisseur
afspraken maken over het tempo, tijdpad, de begrenzing van de EHS en de inzet van
middelen. Daarbij zet het kabinet in op een robuuste EHS waarbij de internationale
doelen leidend zijn. Dat wil zeggen: een kop op de eerdere afspraken van het Natuurakkoord
inzake de herijkte EHS. Dit kabinet herstelt de ambitie om te komen tot een robuust
netwerk van natuurgebieden dat de ruggengraat vormt van het beleid om de biodiversiteit
op peil te houden.
Het onderdeel van de motie waarin de regering wordt verzocht te voorkomen dat gronden
die nodig zijn voor het realiseren van de robuuste EHS, verkocht worden, om kapitaalvernietiging
te voorkomen, wil ik nader duiden.
Het Rijk beschikt over gronden die gelegen zijn binnen de EHS en ruilgronden die gelegen
zijn buiten de EHS. Over deze gronden zijn door het vorige kabinet afspraken gemaakt
met de provincies. De kern van deze afspraken is dat de gronden benut kunnen worden
om te ruilen, als dekking voor nieuwe aankopen en voor de inrichting van verworven
gronden als natuurgebieden. Een deel van deze gronden is bestemd om te voldoen aan
de verkooptaakstelling die ten laste komt van het begrotingsartikel natuur en regio.
Als ik dit deel van de motie zo mag uitleggen dat ik met provincies afspraken kan
maken om deze gronden optimaal in te zetten door ruilen, verkopen, kopen en inrichten
van gronden voor het realiseren van robuuste natuurgebieden en het nakomen van de
verkooptaakstelling, beschouw ik de motie als ondersteuning van beleid.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
J. C. Verdaas