nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2006
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
een exemplaar aan van het rapport «Evaluatie normeringssystematiek gemeente-
en provinciefonds.1 Het evaluatierapport is opgesteld
door een ambtelijke werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie
van Waterschappen (UvW), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en het ministerie van Financiën.
Hoofdconclusie van het rapport is dat de werkgroep tevreden is over de
systematiek van het gemeente- en provinciefonds, met als kern het uitgangspunt
evenredigheid, en adviseert daarom het volgende kabinet om de normeringssystematiek
te continueren. Op onderdelen heeft de werkgroep nog enkele verbeteringen
voorgesteld. Ook zijn de afspraken die zijn gemaakt in het kader van het beheersen
van het EMU-saldo van de lokale overheden, geëvalueerd.
De werkgroep stelt onder meer voor om het globale karakter van de fondsen
te behouden, de behoedzaamheidsreserve te halveren, de transparantie ten aanzien
van de uitkomsten verder te verbeteren. Tevens is bevestigd om de toereikendheid
van de systematiek te beoordelen met het instrument financieel overzicht gemeenten
(FOG). Voorts stelt de werkgroep voor om een sanctie-instrument, als ultimum
remedium, voor de fondsbeheerders nader uit te werken in verband met beheersen
van het EMU-saldo lokale overheden. Tot slot zal in het eerstvolgende bestuurlijk
overleg financiële verhoudingen (BOFV) tussen de fondsbeheerders, de
VNG en het IPO nader worden gesproken over gerichte besteding van het accres.
Een volgend kabinet zal een besluit nemen over de aanbevelingen van de
werkgroep.
De Minister van Financiën,
G. Zalm