nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Onder plaatsing van de aanduiding «B» boven de bestaande tekst
van artikel I wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
A
Aan artikel 18 van de Algemene nabestaandenwet worden drie leden toegevoegd,
luidende:
3. In afwijking van het eerste lid wordt van het inkomen in verband
met arbeid een bedrag van € 17,15 per kalendermaand buiten aanmerking
gelaten.
4. Het in het derde lid genoemde bedrag wordt gewijzigd overeenkomstig
de wijze en met ingang van de dag waarop de bedragen, genoemd in artikel 33,
vijfde lid, van de Wet werk en bijstand worden gewijzigd. Het herziene bedrag
treedt voor het in het derde lid genoemde bedrag in de plaats.
5. Van het herziene bedrag, bedoeld in het vierde lid, wordt door
Onze Minister mededeling gedaan in de Staatscourant.
Toelichting
Dit amendement regelt dat mensen met een uitkering op grond van de Algemene
nabestaandenwet (hierna: Anw-uitkering) een vrijlating van inkomen in verband
met arbeid hebben van een bescheiden bedrag. Het gaat hier om een vrijlating
van een uitkering die iemand naast de Anw-uitkering ontvangt (zoals bijvoorbeeld
een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Het bedrag dat buiten aanmerking
wordt gelaten is gelijk aan het bedrag in artikel 33, vijfde lid, van de Wet
werk en bijstand (hierna: WWB) voor mensen met een uitkering in het kader
van de WWB die 65 jaar of ouder zijn. De vrijlating in de WWB is per 1 januari
2006 voor een alleenstaande en een alleenstaande ouder € 17,15 per
maand.
Voorgesteld wordt verder om dit bedrag te herzien op hetzelfde tijdstip
en op overeenkomstige wijze als waarop de bedragen genoemd in artikel 33, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand worden herzien. Van de
herziene bedragen wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
Noorman-den Uyl