nr. 4
NADER RAPPORT
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 16 augustus 2006, aangeboden
aan de Koningin door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 5 juli
2006, nr. 06.002342, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 13 juli 2006, nr. W12.06.0247/IV, bied ik U
hierbij aan.
Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van
inhoudelijke opmerkingen. Met betrekking tot de redactionele kanttekening
van de Raad van State1 merk ik op dat er bewust
voor is gekozen in artikel 31, tweede lid, onderdeel p, van de Wet werk en
bijstand een algemene verwijzing naar de tegemoetkomingen voor mensen met
een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet op te nemen. De tijdelijke
tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke regeling tegemoetkoming Anw-ers
valt hierdoor automatisch onder de reikwijdte van dit artikel. Voor de formulering
van deze uitbreiding is aangesloten bij de verwijzing die in genoemd onderdeel
reeds was opgenomen naar de tegemoetkoming waarop personen met een ouderdomspensioen
op grond van de Algemene Ouderdomswet recht hebben.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie
van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. A. L. van Hoof
XNoot
1De redactionele kanttekening luidt: Artikel 31, tweede lid, onderdeel
p, van de Wet werk en bijstand zoals dit is geformuleerd in artikel III is
ambigu en heeft daarbij afhankelijk van de uitleg of een te ruime of een te
beperkte betekenis. In artikel III expliciet verwijzen naar de tegemoetkomingen
bedoeld in artikel 33b, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet en in artikel
29a, eerste, tweede en derde lid, van de Algemene nabestaandenwet alsmede
naar de tegemoetkoming op basis van de Tijdelijke regeling tegemoetkoming
Anw-ers.