Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 februari 2011
Naar aanleiding van het verzoek van de griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, (met kenmerk
2011Z203848/2011D09456 en datum 24 februari 2011) om uiterlijk 28 februari 2011 geïnformeerd te worden over de gesprekken met de Vereniging Nederlandse
Gemeenten (VNG) over de overheveling van begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo, stuur ik u deze brief.
Ter uitvoering van de afspraak in het Regeerakkoord om begeleiding en dagbesteding van de AWBZ over te hevelen naar de gemeenten,
is de Minister-President op dit moment – samen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de staatssecretaris
van Financiën en mijzelf – in gesprek met de VNG om deze overheveling zorgvuldig vorm te kunnen geven.
De gesprekken over de decentralisatie van begeleiding vanuit de AWBZ naar gemeenten maken onderdeel uit van een breed overleg,
waarin gesproken wordt over de overheveling van verantwoordelijkheden rond werken naar vermogen, ruimte/economie/natuur, water
en de jeugdzorg. Naast de VNG nemen aan het overhedenoverleg ook het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen
(UvW) deel. Voor de volledigheid verwijs ik u naar de brief van de minister van BZK van 17 februari j.l. over het overhedenoverleg
als antwoord op de motie Schouw (TK 2010–2011, 32 500 VII, nr. 11).
Het gaat in de gesprekken over de randvoorwaarden waaronder de decentralisaties kunnen plaatsvinden. Wat betreft begeleiding
en dagbesteding spreken we met elkaar over de vraag wat er precies gedecentraliseerd wordt, welke rol en taken het Rijk en
gemeenten hebben in de nieuwe situatie, welke beleidsruimte gemeenten krijgen, welke informatie en verantwoording noodzakelijk
en mogelijk is, in welk tempo en welke fasering decentralisatie mogelijk is, welke bestuurlijke voorwaarden daarbij nodig
zijn, onder welke financiële voorwaarden decentralisatie plaatsvindt en welke samenhang er is met andere decentralisaties
of met reeds decentraal belegde taken.
Het kabinet verwacht u in de komende maanden nader te kunnen informeren over de gesprekken met de medeoverheden. Ik zal u
voor wat betreft de overheveling van begeleiding ook meer specifiek informeren en daarover graag met u in gesprek gaan. Daarbij
zal ik onder meer ingaan op de verdere uitwerking van de randvoorwaarden en de wijze waarop ik andere partijen (zoals de Wmo-raden,
aanbieders en patiënten- en cliëntenorganisaties) bij de uitwerking zal betrekken. Voor een succesvolle invoering van de wijzigingen
in AWBZ en Wmo is draagvlak bij gemeenten, aanbieders en cliëntenorganisaties immers van groot belang. Dit alles nadrukkelijk
in het perspectief van het vernieuwingsprogramma langdurige zorg. Die brief over de vernieuwing van de langdurige zorg ontvangt
u voor de zomer.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner