30 585
Wijziging van de Wet op de Raad van State in verband met de herstructurering van de Raad van State

nr. 10
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 februari 2007

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 36als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid wordt na «Onze Ministers» toegevoegd: dan wel een van beide kamers der Staten-Generaal.

3. Toegevoegd wordt een tweede lid, luidende:

2. Indien voorlichting wordt gegeven aan een van beide kamers der Staten-Generaal, draagt deze kamer zorg voor de openbaarmaking, bedoeld in artikel 26, eerste lid, onderdeel c.

Toelichting

Met deze nota van wijziging wordt tegemoet gekomen aan de wens van de Kamer om zelfstandig aangelegenheden aan de Afdeling advisering van de Raad van State voor te leggen.

Met deze wijziging wordt het volgende spectrum aan mogelijkheden om advies respectievelijk voorlichting te vragen geintroduceerd. In de eerste plaats blijven de thans reeds bestaande mogelijkheden bestaan. Regering en Tweede Kamer kunnen advies vragen aan de Raad over wetsvoorstellen respectievelijk initiatiefwetsvoorstellen. Daarnaast kennen wij de zogenoemde U-bochtconstructie, waarbij de kamers de regering kunnen verzoeken advies te vragen aan de Raad. Ook bestaat thans reeds de mogelijkheid voor ministers om voorlichting te vragen aan een afdeling van de Raad.

Deze nota van wijziging introduceert daarnaast de mogelijkheid voor de beide kamers om voorlichting te vragen aan de Afdeling advisering van de Raad over aangelegenheden van wetgeving en bestuur. Concreet betekent dit dat de kamers zelf kunnen kiezen tussen de eerdergenoemde U-bochtconstructie en het zelfstandig vragen van voorlichting.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven