30 560 VII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 19 juni 2006

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx

1

Hoe wordt het bedrag van € 24 mln. extra voor het politie budgetverdeelsysteem (BVS) over de genoemde regio’s verdeeld en welke concrete maatregelen zullen zij hiermee bekostigen? Zijn er voorwaarden verbonden aan toekenning van deze extra middelen aan deze regio’s? Hoe is het bedrag van € 24 mln. berekend? Welke bedrijfsvoeringproblemen worden hiermee in welke mate opgelost? Waarom is dit bedrag ook al toegevoegd voor de jaren 2007 en later, terwijl de toelichting stelt dat deze ophoging plaatsvindt vooruitlopend op een herziening van het BVS in 2007?

Ik informeer de Tweede Kamer uitgebreider over dit onderwerp per aparte brief. De afgelopen jaren is een aantal regiokorpsen geconfronteerd met de nadelige consequenties van het huidige BVS dat te weinig tegemoet komt aan de veiligheidssituatie in de regio’s en al enige tijd niet is geactualiseerd. In het bijzonder Flevoland en Limburg-Zuid hebben daarvan hinder ondervonden. Het aan hen toegekende budget op grond van het huidige BVS was ontoereikend. Voor die korpsen zijn de afgelopen jaren afzonderlijke maatregelen getroffen. Het nieuwe BVS dat per 1 januari 2007 wordt ingevoerd, is beter toegespitst op de veiligheidssituatie en de verschillen daarbij tussen de diverse regio’s en biedt een oplossing voor de structurele situatie. Bovendien sluit het nieuwe BVS ook aan bij de werkzaamheden en bedrijfsprocessen van de korpsen waarbij wordt uitgegaan van vier werksoorten: intake, noodhulp, opsporing en handhaving. Anticiperend op de invoering van het nieuwe BVS zullen de regiokorpsen Flevoland en Limburg-Zuid in 2006 met de hiervoor beschikbaar gestelde extra middelen van € 24 mln budgettair worden gecompenseerd. Hiermee wordt bewerkstelligd dat deze politieregio’s ook in 2006 de middelen hebben voor de noodzakelijke politiesterkte. Zij kunnen daarmee de veiligheidssituatie op het gewenste niveau handhaven. Vanaf 2007 wordt het budget structureel aangewend voor budgetverhoging van de korpsen die op grond van het nieuwe BVS stijgen en om de andere korpsen een gelijk budget te laten behouden.

2

Op welke wijze wordt gewaarborgd dat de middelen onder de post functioneren openbaar bestuur ook daadwerkelijk aan gemeenten worden uitgekeerd?

De middelen onder de post functioneren (artikel 6) openbaar bestuur worden niet geheel (rechtstreeks) aan de gemeenten uitgekeerd. Uit deze middelen worden onder andere ook het rechtspositie en arbeidsvoorwaardenbeleid voor politieke ambtsdragers, de facilitering politieke partijen en de subsidie Oorlogsgravenstichting bekostigd. Daarnaast wil BZK, onder andere aan gemeenten, financiële ondersteuning bieden bij de verbetering van de kwaliteit van het functioneren van het openbaar bestuur. De werking van het bestuurlijk systeem en de lokale cultuur spelen daarin een prominente rol. BZK is met belangen- en beroepsverenigingen (waaronder de VNG) in gesprek over de ontwikkeling van beleid, zodat zeker wordt gesteld dat de middelen op de juiste plek binnen het lokaal bestuur terecht komen. Daarnaast kunnen concrete initiatieven van lokale overheden of burgers op het gebied van bestuurlijke vernieuwing rekenen op financiële ondersteuning in de vorm van eenmalige bijdragen.

3

Wanneer kunnen de resultaten tegemoet worden gezien van het onderzoek naar de achtergronden van de toename van de kosten voor wachtgelden voor burgemeesters? Kan een eerste inschatting gegeven worden van de redenen van de toename: moeten deze bijvoorbeeld worden gezocht in het persoonlijk functioneren van burgemeesters, in herindelingen of in overwegingen die te maken hebben met de komst van de direct gekozen burgemeester?

Er is inmiddels onderzoek gedaan. Uit een analyse over de uitkeringen (wachtgelden) burgemeesters is op te maken dat het bedrag van de uitkeringen burgemeesters de laatste jaren aanzienlijk is gestegen. Dit komt doordat het aantal burgemeesters dat, voornamelijk door herindeling, in een uitkeringssituatie komt te verkeren, meer is gestegen dan indertijd bij aannames is verondersteld.

Het aantal «uitkeringsburgemeesters» dat er in een enig jaar bijkomt en/of afvalt is afhankelijk van externe factoren, bijvoorbeeld:

• het door de burgemeester wel of niet vinden (hebben) van een andere baan;

• korting op de uitkering van de burgemeester door het vinden van werk;

• aanvulling op de uitkering van de burgemeester omdat de bijverdienste die hij had tijdelijk was.

Daarnaast is er op het moment dat een begroting wordt voorbereid, sprake van een aanname van het aantal burgemeesters dat op 1 januari van een jaar door herindeling in een uitkeringssituatie kan komen te verkeren. Als die aanname enigszins afwijkt van het aantal burgemeesters dat op 1 januari van een jaar daadwerkelijk in een uitkeringssituatie komen te verkeren, is er al snel sprake van budgetoverschrijding.

Gelet op de ontwikkelingen van de afgelopen jaren en de voorgenomen herindelingen is een verdere toename van de uitkeringen burgemeesters reëel.

4

Welke activiteiten kan het agentschap BPR niet meer uitvoeren, nu de bijdrage aan het agentschap structureel wordt afgeroomd met € 1 mln. per jaar? Welke consequenties heeft dit? Is een verdere verlaging van de bijdrage aan het agentschap aan de orde geweest? Waarom is hiervoor niet gekozen?

Het agentschap BPR is goed in staat om met de nu ter beschikking gestelde middelen haar beleidstaken naar behoren te vervullen. Voor de structurele afroming geldt dat het ministerie een aantal beleidstaken – die niet kunnen worden gedekt uit de tarieven – onder de loep heeft genomen. Als gevolg van herprioritering en een toenemende efficiency van het agentschap is gebleken dat deze beleidstaken vooralsnog met een lager budget uitgevoerd kunnen worden. Hierdoor kan de de bijdrage van het ministerie aan het agentschap BPR met 1 mln. euro wordt verlaagd ten gunste van het budget functioneren openbaar bestuur (zie voor de activiteiten het antwoord op vraag 2).

5

Wat wordt bedoeld met de opmerking dat P-direct «nog» onvoldoende inkomsten heeft om tot een sluitende exploitatie te komen? Wanneer zal er wel sprake zijn van een sluitende exploitatie?

Aangezien P-Direkt een organisatie moet opbouwen en inrichten om dienstverlening aan te kunnen bieden stijgen de lasten sneller naar het structurele niveau dan de baten. Daardoor is er weliswaar wel sprake van kostprijsdekkende tarieven, maar volstaan deze niet voor een dekkende exploitatie. In deze gaat de vergelijking met een startend bedrijf op. In welk tempo de exploitatie dekkend wordt, is afhankelijk van nadere besluitvorming over de dienstverlening.

6

Dekt de bijdrage van BZK aan het tekort bij P-direct in 2006 het volledige tekort voor dat jaar?

Ja, zoals uit het kasstroomoverzicht blijkt, wordt het volledige tekort via de exploitatiebijdrage van BZK gedekt. Bij gelegenheid van de tweede suppletore begroting wordt u hier nader over geïnformeerd.

7

Zal het tekort van P-direct over 2006 naar verwachting het genoemde bedrag dat van ruim € 5,9 mln overstijgen? Zo ja, met hoeveel?

Neen, het zal het bedrag niet overstijgen; onder verwijzing naar de antwoorden op de vragen 5 en 6 wordt u hier bij gelegenheid van de tweede suppletore begroting nader over geïnformeerd.

8

Zijn er nog andere ministeries die bijdragen aan het dekken van het voorziene tekort bij P-direct?

Neen, zoals in de begroting 2006 is aangegeven, dekt het moederdepartement BZK voor de periode 2006 en 2007 vooralsnog het exploitatietekort van P-direkt.

9

Uit welke bron komen de inkomsten van P-direct?

De baten komen voort uit de dienstverlening van P-direkt aan een aantal; departementen. Dit betreft voor het jaar 2006 het service- en contractmanagement van digitale personeelsdossiers, van de zelfbedieningsportaal Emplaza en van het salarissysteem IPA waarvoor tarieven in rekening worden gebracht.

10

Bestaan er naast de tegenvallende inkomsten uit P-direct nog onvoorziene meerkosten voor het bestaande salarissysteem? Zo ja, hoeveel bedragen die kosten?

Er zijn geen onvoorziene meerkosten voor het bestaande salarissysteem.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Kalsbeek (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Voorzitter, Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Schijndel (VVD), Irrgang (SP), Meijer (PvdA), Özütok (GL), Wagner (PvdA), Vacature (PvdA) en Vacature (SP).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Fierens (PvdA), Weekers (VVD), Slob (CU), De Vries (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Eski (CDA), Knops (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam (PvdA), Wolfsen (PvdA), Van der Sande (VVD), Kant (SP), Balemans (VVD), Halsema (GL), Dijsselbloem (PvdA), Vacature (PvdA) en De Wit (SP).

Naar boven